Hahaha, ik ben vandaag een beetje gemeen. (Sorry! Ik heb het over de cliffhanger, en... ach, dat merk je wel!)

Na ons vreselijke gesprek doen we de deur open, en Saturno pakt zijn zwaard. Strega heeft mijn kindje in haar armen, en ik storm op haar af.
‘Geef mijn baby terug!’ schreeuw ik. De heks begint te lachen. ‘Elfinnetje, ze is jouw baby niet meer! Nu is ze mijn dochter! Ik leid haar op tot heks!’
Ik word woedend, en ik wil op haar aflopen, maar word tegengehouden door een krachtveld. ‘Ze is jouw kind niet, heks! Wil je weten hoe het voor mij is? Ik heb maanden gewacht op haar, en toen kwam jij binnenstormen!’
‘Rustig, Spica, rustig. Laat mij dit aanpakken.’ Saturno duwt me naar achteren, en hij pakt Gif. ‘We vragen het nog één keer: geef onze dochter terug!’
Strega begint te lachen. ‘Generaal, heeft je vrouw je nog niet verteld wat er is gebeurd?’
Hij slikt, en vraagt: ‘Wat dan?’
‘Ze heeft het je dus niet verteld… jongen, je vrouw is weer zwanger!’
‘Wát!’ roep ik verbaasd. ‘Dat is niet waar!’
‘Ik heb je gedachten gelezen, meid. En je loopt wat wankel!’
‘Ja! Ik heb net een paar uur op een draak gezeten, en ik ben een paar weken geleden bevallen! Logisch dat ik wankel loop!’
Saturno staart me nog steeds aan. ‘Het is niet waar, hoop ik? Het is toch niet waar?’
‘Nee! Het is echt niet waar! Ik zou het je meteen vertellen, als het waar zou zijn!’ Ik kijk boos naar Strega. ‘Zij is hier de leugenaar! Ze strooit al haar hele leven leugens rond!’
‘Ik geloof je, liefje,’ fluistert Saturno tegen me. Ik knik hem liefdevol toe.
‘Balen. Mijn trucje werkte niet. Dan maar op de ouderwetse manier!’ Strega legt mijn dochter op de grond en zet vuurballen in haar hand.
Ik weet wat ik moet doen, en zodra Strega’s aandacht helemaal afgeleidt is, loop ik naar Acacia toe. Het meisje steekt haar armen naar me uit, maar weet volgens mij dat ze stil moet zijn. Ik pak haar liefdevol vast, en druk een kus op haar voorhoofd.
‘Ik heb je, kleintje…’ fluister ik. Mijn hart vervult zich van vreugde.
Dan herinner ik me de instructies die mijn man me gaf weer. Ik moet vluchten, met de kleine. Een kort ogenblik maak ik oogcontact met hem, en zijn blik zegt alles, en ik ren naar de deur. Als ik hem achter me sluit, zie ik nog net dat Saturno geraakt wordt door een vuurbal, en het lijkt alsof alle lucht uit mijn longen wordt geslagen. Maar voor Acacia ren ik naar Halvestaart, de draak kijkt me verbaasd aan. Als ik begin te huilen, begrijpt hij het. Hij legt zijn nek om mij en mijn baby heen, en hij maakt hartverscheurende geluiden.

Een uur later zitten we nog steeds zo, te erg terneergeslagen om weg te gaan.
‘Ik dacht zo erg dat… dat hij het kon redden…’ snik ik tegen de draak. ‘We… we hadden samen Acacia moeten opvoeden, niet ik alleen! En wat moet ik tegen Sterkhart zeggen? Hij gaat me haten…’
Plotseling hoor ik hard gerommel, ik sta op en ik zie het paleis instorten. Opnieuw stort ik totaal in. Acacia begint te huilen.
Om rustig te worden… laat maar, ik word niet rustig! Ik heb net mijn soulmate verloren, en ik ben in een vijandig gebied met een baby en een draak…
Even schiet het door mijn hoofd om maar zelfmoord te plegen, maar dat doe ik niet. Ik wil voor mijn kindje zorgen, en de laatste wens van mijn man vervullen: haar vertellen wat er met haar vader is gebeurd…
Ik richt mijn blik op het mandje waarin Acacia ligt, ze kijkt me verdrietig aan.
‘Het spijt me zo, kleintje,’ fluister ik tegen haar. ‘Ik zou willen dat jij niet vaderloos ging opgroeien, maar het is gewoon een vloek! Jouw mama en papa moesten allebei moederloos opgroeien… ik wilde niet dat dat jou ook moest overkomen… het spijt me, Acacia…’

Reageer (1)

  • Allmilla

    NEE NEE NEE NEE NEE NEE NEE! Dit is gemeen! Je mag Saturno niet laten sterven!

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen