'Ik heb zin in de wedstrijd! We gaan winnen!' Zeg ik enthousiast, als ik samen met Kyky en Arrie naar de bank van ons team loop.
'Natuurlijk gaan we winnen!' Roept Arrie. 'We moeten wel, als we verder willen komen.' Kyky en ik knikken instemmend, waarna we ons bij de rest van de groep voegen. Iedereen is druk in gesprek met elkaar en volgens mij missen we ook nog een paar mensen. Maar aangezien coach Travis toch nog niet is begonnen aan zijn uitleg van de opstelling, ga ik ervan uit dat we niet te laat zijn.
Opeens voel ik een arm om mijn zij. Ik kijk verbaasd op en staar recht in Shawns ogen.
'Hey,' glimlacht hij zacht. 'Kom eens.'
Ik frons mijn wenkbrauwen. 'Nu?' Hij knikt. Maar ik schud snel mijn hoofd. 'De coach gaat zo de opstelling vertellen.'
'We zijn zo weer terug.'
Ik zucht diep en kijk dan nog eens naar Shawn. Hij kijkt me smekend aan. Ik rol met mijn ogen en glimlach. 'Oké,' verzucht ik. 'Goed dan.' We glippen snel bij de groep vandaan en lopen het stadion weer in. In een verlaten gang blijven we stilstaan.
Ik sla mijn armen over elkaar heen en kijk Shawn schuin aan. 'Wat is er nu zó dringend, dat we bij het team weg moeten vlak voordat de coach de opstelling gaat vertelle-'
Shawn heeft zijn armen om me heen geslagen en drukt me dicht tegen zich aan. 'Dit,' fluistert hij zacht in mijn oor. 'Als jij niet wilt dat het team het weet, zal ik daar rekening mee houden.'
Ik grinnik en leg mijn armen om zijn middel. 'Jeetje, Shawn. Ik wist niet dat je zo erg kon zijn.'
Hij glimlacht kort en legt een van zijn handen op mijn wang. 'Ik heb je gewoon gemist.'
'Ik jou ook,' mompel ik zacht, als ik mijn ogen sluit en mijn gezicht in Shawns haren druk. Ik verplaats mijn handen van zijn middel naar zijn nek. 'Dit is alleen niet zo bevorderend voor mijn strijdlust om deze wedstrijd te winnen. Maar goed.' Ik hoor hem zacht lachen.
'Die komt zo vast wel terug.'
'Dat hoop ik maar,' grijns ik. 'En anders is het jouw schuld.'
Hij grinnikt. 'Daar kan ik wel mee leven.'
Ik ga op mijn tenen staan en staar hem aan. 'Dus... Heb je verder nog plannen, of kunnen we terug?'
Shawn glimlacht en aait me over mijn haren, waarna hij me voorzichtig nog dichter tegen zich aandrukt en zich voorover buigt.
Ik glimlach en trek me iets omhoog, om mijn lippen vervolgens op die van hem te drukken.
Na een aantal seconden laten we elkaar weer los en staren we elkaar stilletjes aan.
Shawn legt zijn voorhoofd grijnzend tegen het mijne aan. 'Nú kunnen we weer terug.'
Ik schud lachend mijn hoofd. 'Jij bent echt erg.'
'Jij ook.' We grinniken, waarna we terug naar het veld begin te lopen.
Zodra we bij het veld aankomen valt het me meteen op dat ons team in een kring staat. Wat betekent dat coach Travis aan zijn verhaaltje over de opstelling is begonnen. Wat dan weer betekent dat we te laat zijn.
Shawn en ik voegen ons snel in de groep en geven onze coach een kort knikje als teken dat het ons spijt. Hij knikt terug. Dus het is oké, denk ik.
'Voor de laatkomers zal ik de opstelling herhalen,' zegt hij, zonder mij en Shawn aan te kijken. 'Axel, Arrie en Kyky in de spits. Nathan, Xavier en Jude op het middenveld. In de verdediging Shawn, Mem, Hurley en Jack. En tot slot, in het doel, Mark.'
We knikken vastberaden.
'Succes, jongens,' sluit coach Travis af, waarna hij langs de zijlijn gaat staan.
'Dank u, coach!' Roepen we in koor. Dan gaat iedereen op zijn positie staan.
Ook de tegenpartij komt het veld op gerend en gaat klaar staan. Ik bekijk het team goed. En opeens valt me iets op.
'Hey! Dat zijn Eric en Bobby!'
'Kom je daar nu pas achter?' Hoor ik Mark achter me lachen. 'We wisten van te voren al dat we tegen Eric en Bobby zouden moeten gaan spelen. Daarbij hebben we het net over niets anders gehad.' Hij grijnst. 'Toen jij en Shawn weg waren.'
Mijn ogen worden groot en ik voel dat mijn wangen beginnen te gloeien. Weet Mark het? Hoe dan?
'Ik ben de aanvoerder,' zegt hij, alsof hij mijn gedachtes kan lezen. 'Dit soort dingen vallen mij gewoon op.'
Ik trek mijn wenkbrauwen op en kijk hem minachtend aan, waarna ik op hem af loop. 'Ik geloof niet dat het je gewoon is opgevallen.'
Hij begint zacht te grinniken en legt een hand op zijn achterhoofd. 'Ik zag jullie staan toen ik naar de kleedkamer liep om mijn aanvoerdersband te pakken.'
Ik kijk hem doordringend aan. 'Je hebt toch niets gezegd, hè?'
'Nee. Maak je maar geen zorgen. Ik zal niets zeggen.'
Ik knik dankbaar. 'Gelukkig.' Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat Claude en Gazel op de bank gaan zitten. Ik draai mijn hoofd naar ze toe en zucht diep. Ik vind Claude eigenlijk best wel zielig. Misschien moet ik hem toch maar eens de waarheid gaan zeggen. Dat is uiteindelijk het beste... Denk ik tenminste.
Ach! Wat maakt het uit?!
Ik sla mezelf zacht op mijn wang en adem een paar keer diep in en uit.
Ik heb een wedstrijd te spelen. En het is van groot belang dat we deze winnen, want als we nog iets verliezen, wordt de kans alleen maar groter dat we de tweede fase van het toernooi niet gaan halen.
Maar dat gaan we niet laten gebeuren! We gaan gewoon winnen vandaag. Geen twijfel over mogelijk.
Dan klinkt het beginsignaal.
Yes.
Ik grijns.
We gaan winnen!


Reageer (2)

  • Samanthablaze

    Oh gosh, communicatie, mensen, anders gaat het fout

    6 jaar geleden
  • Duendes

    Ohhemel, ze moet het Claude wel vertellen, liefdesdriehoek en drama is niet goed voor de gezondheid :')
    Leuk!

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen