Het duurde niet lang voordat Jake en ik de stad niet meer konden zien. We konden niet meer terug, dat was wel duidelijk. Jake was nog steeds heel enthousiast. ‘We zijn op avontuur!’ zong hij continu. Het begon langzamerhand irritant te worden. Jake kon ook niet heel goed zingen, wat het alleen maar irritanter maakte. Als ik nog langer naar zijn gezang moest luisteren werd ik gek. Maar ik wilde hem ook niet kwetsen. Daarom zei ik maar: ‘Misschien moeten we hier ons kamp opzetten.’ ‘Nu al?’ vroeg Jake teleurgesteld. ‘We moeten nog een heel eind.’ zei ik. ‘We weten niet eens precies waar we heen gaan!’ ‘Daar heb je gelijk in.’ zei Jake en hij ging zitten. Gelukkig, dat was voorbij.

Even later was ons kamp opgezet. Jake had twee oude tenten meegenomen. Zijn ouders zijn grote kampeerfans, ze hebben minstens twintig tenten op de zolder liggen. Ze zouden deze twee nooit missen. De tenten waren niet heel luxe, maar zo hadden we ten minste iets boven ons hoofd voor als het zou gaan regenen. Het was nu echt donker geworden, en Jake was al lang gaan slapen. Helaas lukte mij dat zoals gewoonlijk niet. Ik besloot om een wandeling te gaan maken. Zo kon ik al die nare gedachten uit mijn hoofd krijgen

Nadat ik een tijdje had gelopen begon ik eindelijk moe te worden. Maar toen ik terug naar het kamp wou lopen hoorde ik een tak breken. ‘Wie is daar?’ riep ik bang. Ik was nogal paranoïde geworden na dat incident bij de begraafplaats. Vanuit de bosjes verscheen een wolf. Ze keek me boos aan. ‘Een… wolf?’ zei ik. ‘Gelukkig! Ik dacht dat het een Shadow was!’ De wolf keek verbaasd. Waarschijnlijk omdat ik niet bang voor haar was. Ze probeerde opnieuw om me bang te maken. ‘Mij kun je niet intimideren.’ zei ik. ‘Geloof me, ik heb VEEL engere dingen gezien.’ Nu de wolf doorhad dat ik niet bang voor haar was liep ze weer weg. ‘Wacht!’ riep ik. Vreemd genoeg luisterde de wolf hiernaar. Ze liep nieuwsgierig naar me toe. ‘Ik vroeg me gewoon af waarom je hier alleen bent. Wolven leven toch in een roedel?’ Ik was tegen een wolf aan het praten. Geweldig. Ik was knettergek. Maar de wolf leek me te begrijpen. Ze keek heel verdrietig. 'Ben je misschien achtergelaten?’ vroeg ik. De wolf knikte. ‘Dat is vreselijk!’ zei ik. ‘Ik weet hoe het voelt. Mijn ouders zijn gekidnapt door rare wezens die Shadows heten en we worden nu door ze achtervolgd. Ik ben weggejaagd uit mijn woonplaats…’ Ik ging tegen een boom aan zitten. Het werd me weer te veel. De wolf duwde zichzelf in mijn armen. ‘Je bent zo… zacht…’ zei ik. Met de wolf in mijn armen viel ik toch in slaap.

‘Skyler, waar ben je?’ ‘Nog vijf minuten…’ zei ik. ‘Wacht…’ Ik keek naar beneden. De wolf was er nog steeds! Het leek erop dat zij ook net wakker was. Toen ze mij zag likte ze me over mijn hele gezicht! ‘Eeew!’ zei ik walgend. ‘Oké, nu ben ik wel wakker!’ ‘Skyler!’ riep Jake. ‘Kom op! Dit is niet grappig meer!’ ‘Waarom is hij zo bezorgd?’’ vroeg ik verbaasd. Toen bedacht ik me dat ik zonder het hem te vertellen het bos in was gelopen. Ik stond snel op en rende terug naar het kamp. De wolf volgde me. ‘Ik ben hier.’ zei ik toen ik terug was bij het kamp. ‘O, gelukkig!’ zei Jake opgelucht. Hij begon te lachen, totdat hij de wolf achter me zag. ‘Eh… S-Skyler… a-achter je…’ ‘Hm?’ zei ik. ‘Bedoel je deze wolf? Geen zorgen, ze is mijn nieuwe vriendin!’ ‘Maar…’ zei Jake. ‘Dat… is een… w-wolf…’ ‘Maar ze is niet gevaarlijk!’ zei ik. ‘Ik beloof het!’ ‘Skyler, ze is een freaking wolf!’ zei Jake. Ik besloot om Jake te negeren en het kamp op te ruimen. Jake hielp uiteindelijk ook mee, maar bleef ver bij de wolf vandaan.

Toen het hele kamp opgeruimd was stuurde ik de wolf terug het bos in. Maar ze wilde niet weggaan. Ze bleef ons achtervolgen. ‘Geweldig!’ zei Jake. ‘Nu hebben we een bloeddorstig roofdier dat ons stalkt!’ ‘Doe niet zo raar!’ zei ik. ‘Ze is haar roedel kwijt, en heeft geen plaats om te wonen!’ De wolf liep naar me toe en ging pal voor me zitten. ‘Ik denk dat we haar beter kunnen houden.’ zei ik. ‘Ik heb altijd al een hond gewild! Dit komt het dichtst in de buurt!’ De wolf begon blij te kwispelen. ‘Ze gedraagt zich zelfs als een hond!’ zei ik. ‘Ik noem je… Wolfgang! Dat is een passende naam!’ ‘Gaan we nu echt een wolf met ons meenemen?’ vroeg Jake ongelovig. ‘Zeker weten!’ zei ik. ‘Welkom bij het team Wolfgang!’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen