Foto bij 01:15

Gedachten die in de nacht in mijn hoofd rondspoken en naar mijn mening verdienen om opgeschreven te worden.

Ik heb een plekje in mijn borst Een soort gat, maar het is niet echt open. Zo nu en dan als er iets gebeurd dat niet leuk is of pijnlijk voel ik het in deze plek. Het is een dof gevoel. Een waardoor ik soms moeite heb met ademen en die tranen in mijn ogen dwingen. Soms gaan er weken voorbij en heb ik geen last van deze plek. Als alles oké is, is die plek het ook. Maar als alles niet oké is.... Ik voel me hopeloos en nutteloos. Ik voel me gebruikt en weggegooid. Ik voel me overbodig. Het maakt de wereld grijs en dof en geeft me een reden om te geloven dat de wereld verneukt is en niet meer de moeite waard is. Waarom zou je willen leven als je weet dat dit in je toekomst ligt? Dagen van vermoeidheid, leegheid en dofheid. Vooral als het de mensen die het dichtst bij je staan de redenen zijn dat je je zo voelt. Mensen die manipulatief, egoïstisch en degraderend zijn. Mensen die niet in andermans schoenen kunnen staan en begrijpen hoe een ander zich kan voelen na iets wat zij hebben gezegd of gedaan. Mensen die alleen maar zichzelf als slachtoffer zien. Mensen die van zich afkijken er een breuk in een relatie ontstaat en het feit niet kunnen begrijpen dat zij misschien wel de reden zijn dat die breuk er is. Mensen die alleen maar aan zichzelf kunnen denken en niet snappen dat hun daden anderen kwetsen.

Maar er zijn ook mooie dingen. God, er zijn zulke fantastische mooie dingen in het leven. Dan zit je op de fiets, het weer begint eindelijk warmer te worden. De tranen stromen over je wangen want die loser heeft weer eens iets geflikt waardoor dat plekje in je borst zijn gezicht weer laat zien. 'Hoi, hier ben ik! Dof en leeg staan op het menu voor vanavond! Eet smakelijk.' Maar de lucht is zo blauw en de wolken zo vol en wit. De zon is eindelijk warm aan het worden en het gras en de bomen hebben weer vijftig tien groen. De zon verjaagd dan die doffe plek in je borst en je lacht door je tranen heen want de wereld is zo mooi. En je komt thuis bij mensen die je liefhebben en je zonder dat je het merkt overladen met deze liefde waardoor jou hart overstroomd met liefde en deze doffe, lege plek in je borst laten verdrinken. En je hebt geweldige vrienden waarmee je uitgaat en die donkere gedachten aan die domme mensen verjagen en je drinkt en je laat je gaan. De wereld voelt magisch en jij voelt je alsof je de wereld aan kan.

En dan kom je thuis, je wordt rond de middag wakker met een kater, je kop doet pijn en het voelt alsof je in de woestijn geslapen hebt, zo droog is je mond. Je strompelt naar de badkamer, vult het lege flesje dat naast je bed stond en drinkt die ter plekke gulzig leeg. Dan strompel je weer terug naar je kamer waar je onderweg je brakke, eigenlijk nog half dronken broer tegenkomt die onderweg naar de badkamer was om zijn blaas te legen. Je kruipt weer in bed, drinkt je tweede fles water leeg en dommelt weer in slaap. Je wordt wakker omdat je maag zo leeg is dat het pijn doet, ondanks dat je die nacht om vijf uur s 'ochtends nog bij de Turk zat voor een kapsalon.

Je groet je liefdevolle moeder met een kus op de wang en maakt jezelf meteen maar vier tosti's. Je drinkt rechtstreeks uit de fles koude ijsthee uit de koelkast en krijgt de rillingen en kippenvel van de kou. Je moeder kijkt je verwijtend aan terwijl je doordrinkt uit de fles. Dan zijn de tosti's klaar, doe je een scheut mayo op je bord en sleep je je lichaam naar de bank.

En dan is die plek er weer. Eigenlijk was hij nooit weg, maar je brein had de illusie kunnen creëren dat hij er niet was. Je wilt meteen terug naar die illusie. Want nu ga je jezelf dingen verwijten, je voelt je kunt en duwt de mensen weg die om je geven. Je bent chagrijnig en onaardig en zit emotieloos naar films te kijken op Netflix. Je wilt jezelf voor de kop slaan omdat je weer te veel hebt gedronken en nu niet bezig kunt/wilt gaan met je huiswerk. Details staan voor de deur je jij bent zo brak dat je amper kan bewegen. De stress hoopt zich alleen maar meer op. Máár je hebt hier zelf voor gekozen en nu moet je met de consequenties leven. Dus ga je verder met films kijken.

In de avond kun je niet slapen omdat die plek in je borst over de dag is gegroeid en gegroeid. De emoties die je had over de gebeurtenissen in de afgelopen periode zijn versterkt door de alcohol en vermoeidheid en hebben terwijl jij aan het feesten was zelf een feestje gehouden in jou borst. De plek is gegroeid en dreigt je te verzwelgen. Je kruipt in bed met het dreigende gevoel van vallen en je doet niks anders dan woelen in je bed. Je gedachten zijn een puinzooi en vliegen alle kanten op. Dingen die je maanden geleden hebt gedaan waar je nu nog spijt van hebt. En je wordt boos op jezelf omdat je fatsoenlijk wilt slapen en niet aan deze rotzooi wil denken. Wat toen is gebeurd is niet van toepassing en je kunt er ook niks meer aan veranderen. Je probeert je gedachten te dwingen naar een andere plek. Een mooie, vrolijke plek. Zo'n plek met een heldere blauwe lucht, bloeiende bloemen van alle kleuren van de regenboog en groen gras dat zo'n ongelofelijk mooie groene kleur heeft.

En dan is hij er weer. Nee, die plek was er nog. Daar zat je nu midden in. Nee, het is die klootzak weer. Die vuile, rotvent die ervoor heeft gezorgd dat ik weer in deze plek zit. Zoals gewoonlijk. En je kan maar gewoon niet begrijpen waarom hij dit doet, wat heb jij gedaan dat ervoor gezorgd heeft dat hij zich zo ging gedragen? Wat in hem zegt dat dit de manier is om een ander mens te behandelen? Heeft hij het niet door? Weet hij niet wat voor schade hij aanbrengt? Wat voor pijn hij geeft.

En je emoties overstromen net als de tranen en je probeert je snikken in te houden zodat je moeder of broer of zusje je niet hoort. Want die mogen niet weten hoeveel pijn je echt hebt. Je kunt dit wel in je eentje oplossen. Je blijft huilen en huilen. En dan ben je weer leeg. Je bent het zat om te huilen en brengt jezelf tot bedaren. Je ademt diep in en uit tot je rustig bent. En dan blijf je zo stil mogelijk liggen met een betraand gezicht. Met een leeg en dof gevoel. Uiteindelijk ben je zo gekalmeerd dat je ademhaling niet meer oppervlakkig is, maar zacht en langzaam. En je bent moe, oh zo moe want huilen is slopend. Het zuigt alle energie uit je. Het lucht op, het gevoel in je borst is niet meer zo zwaar en het voelt weer alsof je door de komende paar dagen heen kunt. De plek is er weer kleiner en je weet dat hij zich binnenkort wel weer ging verstoppen tot het tijd was voor hem om weer terug te keren. Stukje bij beetje vul je de plek met luchtige dingen waardoor hij omhoog en omhoog drijft en niet meer zo zwaar is, alsof je watten in je eigen borst stopt. De watten zijn die mooie witte wolken en ze liften je weer omhoog tot je weer terug bent in die vrolijke, lichte plek.

De volgende dag is maandag en de normale wekelijkse routine is weer nabij. Je gaat vlekkeloos door met je leven. De plek in je borst is klein, bijna niet te merken. Maar jij zit er nog wel als een stem in je achterhoofd. Maar die stem druk je gedurende de week weg want het leven zit in de weg. Het leven schreeuwt om geleefd te worden. School moet je aanwezigheid noteren, de verantwoordelijkheid van sport, werk en andere hobby's rust op je schouders. De vogeltjes fluiten en de voorjaarsbloemen steken hun kop boven de grond. Voor je het week is die week weer voorbij en daarna gaan er weer twee weken voorbij. En die nare man laat even niets meer van zich horen. Daar heb jij geen problemen mee, afstand is goed en fijn en tijd zal alles wel helen. Je weet dat hij weet zo'n streek uit zal halen over een tijdje, maar dat is dan en dit is nu. Er zijn ook goede momenten met hem en misschien komen die eerst voordat er weer een slechte is. Maar je weet nu dat je je de hoop wel moet koesteren, maar niet te veel moet verwachten. Je kent hem tenslotte bijna door en door, je weet hoe hij is en hoe hij denkt en je zult altijd wel aan zien komen wat er gaat gebeuren. Maar die valse hoop dat mensen goed kunnen zijn en mensen kunnen veranderen zal altijd in de weg zitten van de realiteit. De waarheid is voor je neus maar je hart zit vol met hoop.

Maar je gaat door en je vraagt je af wat er zo moeilijk is. Je kunt maar niet begrijpen waarom ze doen wat ze doen en je zult nooit precies weten wat ze denken. Je bent bang om jezelf bloot te leggen omdat je niet weer gebruikt wil worden, dus bewaar je afstand en wacht je af. Want tijd zalen helen. Met tijd komt alles goed. En er zijn toch veel meer belangrijke dingen in je leven die je wél gelukkig maken. Waar je voor moet en wilt vechten voor een betere, leukere toekomst voor jezelf. Daar heb je hem niet bij nodig en daar hoeft hij ook geen deel van te zijn als hij het niet wil. Hij laat maar zien of hij dat wil door meer moeite te doen en begrijpender te zijn. En zo niet, pech gehad. Want ook daar kom je wel weer overheen en ook dat doet uiteindelijk geen pijn meer. De boosheid is allang weg en wat overblijft is een gevoel van onbegrip, verwarring en dofheid. Die dofheid zal nooit weggaan. Mensen denken dat ze het weg kunnen werken, dat je er uiteindelijk vanaf bent. Maar je zult er nooit vanaf zijn. Het zal er altijd zijn want het is een deel van je. Het gaat om iemand om wie je geeft en van wie je ondanks alles wel houdt, hoe moeilijk dat ook is. Maar je doet het en je doet je best om er nog iets van te maken. Maar die persoon heeft je te veel gekwetst om het ooit weer echt goed te maken. En dat is die dofheid. Die dofheid is de klif tussen jou en de persoon die je gekwetst heeft. Als het niet goed wordt uitgewerkt vanuit het initiatief van beide partijen zal die klif er altijd zijn, ook ongemerkt. En soms kan er gewoon niks aan gedaan worden omdat de andere partij niet wil meewerken. Maar omdat je dan toch van die persoon houdt en je nog niet klaar bent om ze volledig uit je leven te schrijven leer je leven met de dofheid. Met die plek in je borst die er altijd zit, maar soms niet opgemerkt wordt. Die plek blijft een zwakke plek. Als je weer nieuwe mensen leert kennen is het die plek die alle wanhoop en onzekerheid opvangt. Het is die plek die ervoor zorgt dat je mensen minder snel vertrouwt en bang bent dat ze je pijn zullen doen. Die plek zal altijd het meeste pijn doen als er weer iets kwetsend gebeurt. Die plek is een deel van je en daar kun je niet vanaf komen. Het is een emmer die onder een kraan staan die heel zachtjes stroomt. De emmer wordt voller en voller tot hij overstroomt en omgegooid wordt. Dan kan hij opnieuw gevuld worden en opnieuw overstromen.

Maar dit alles is oké. Hoe kut het allemaal ook is op het moment en eigenlijk altijd wel. Je leert er mee leven en je draagt het met je mee. Het is een levensles die je nooit weer zult vergeten omdat het een deel van je is geworden. Maar van een les kun je leren en neem je mee in je reis dat het leven is. En soms lijkt dit leven het niet waard, maar dan komen er weer factoren die je sterk het tegendeel zullen bewijzen. Die in je gezicht zullen schreeuwen, het leven is het waard! De wereld is mooi en er bestaan goede mensen! Als je maar hard genoeg zoekt en maar genoeg doorzettingsvermogen hebt redt je het. Dan vindt je die mensen en zie je de wereld. En het is het waard. Mijn god het is het waard. De wereld moet gebalanceerd zijn. Als alles goed is, is het evenwicht verstoord. Dus moeten er ook slechte dingen in de wereld zijn. En hoe meer slecht je ziet, hoe meer bewijs het is van al dat wat goed is in de wereld en hoeveel hier van is. Je ziet het niet maar je kunt erin geloven. En sommige mensen krijgen meer ellende over zich heen dan wie dan ook. Maar dit is omdat zij dit aankunnen. Het leven gooit deze obstakels in hun leven omdat het leven weet dat zij hiermee overweg kunnen. Het leven weet dat zij erover heen klimmen, er omheen lopen of het zelfs helemaal kapot breken. En als het ze niet alleen lukt dat ze om hulp vragen. Want soms zit je diep in een put dat op je pad is gekomen dat je iemand nodig hebt om je hieruit te vissen. En als je hieruit bent hebt je weer wat geleerd en met je sterker dan voorheen en kun je nog meer aan. Je wordt ontwikkelt door het leven heen. Totdat je zo ben geschapen dat je zelfs tegen de dood op kan. Want dan ben je klaar voor alles.

Wat ik hiermee probeer te zeggen is dat iedereen slechte dagen heeft. Iedereen voelt zich kut en iedereen zit wel eens in de put. Maar dat betekent niet dat je mag opgeven. Laat de mensen die je kwetsen zien hoe sterk je bent ontwikkelt en wat een vechter je bent. Laat zien dat je onafhankelijk bent en overal bovenop komt. En zo niet alleen, dan samen. Er zijn altijd, altijd mensen die willen helpen. En ook geeft het niet als je onderweg iets oploopt dat nooit meer weg wil. Gebruik dit als wapen, als harnas om jezelf nóg sterker te maken. En omarm de schoonheid van de wereld en het leven. Houdt een positief oog open, zelfs al zie je niks omdat het zo donker is. Als je je ogen op houden zie je vanzelf het licht dat je redding kan zijn. En bewaar alle mooie momenten en magische gevoelens. Bedenk wat jou blij maakt en je goed doet voelen en onthoudt dit, schrijf dit op zodat wanneer dat plekje weer in beeld komt je weet wat je moet doen om de plek op te vullen en te verjagen. Dan ben je niet zo verloren en weet je de weg te vinden in je eigen brein en gevoelens. Doe wat voor jou goed voelt en laat je niet beïnvloeden en manipuleren door wie dan ook. Jij moet doen wat voor jou goed en jou alleen. Zelfs al moet je de mensen kwetsen die jou ook hebben gekwetst. Dit lijkt allemaal tegenstrijdig maar soms mag je ook aan jezelf denken en dat maakt je niet meteen egoïstisch. Begin bij jezelf voor je anderen gelukkig kunt maken.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen