Nog steeds 20.

Ik sta ‘s morgens rond negen uur op, heb namelijk de afgelopen nachten niet goed geslapen. Acacia slaapt nog, maar als ze mij hoort, wordt ze wakker. Ik glimlach en pak haar op uit haar bedje.
‘Kom, kleintje, we gaan even wat eten,’ zeg ik tegen haar. Met haar in mijn armen maak ik de deur open, ging heel goed, en loop ik naar de eetzaal.
Ik ga bij mijn familie zitten, en ze kijken nog steeds allemaal vertedert naar Acacia.
‘Wat is er toch met jullie aan de hand?’ vraag ik lachend.
‘Je dochter is gewoon schattig!’ zegt Regulus. ‘Ja toch, Acacia? Jij bent echt heel lief!’
‘Ik heb gelijk geen honger meer!’ roep ik lachend. ‘Door jouw kleffe gedoe tegen m’n kindje! Kom op, Regulus! Je hebt Robinia en Sirius! Haal geen grapjes uit met Acacia, oké?’
Hij mompelt van ja, maar ik weet dat hij dat toch gaat doen.
Robinia slikt snel het stuk brood door dat ze aan het eten was, en zegt: ‘Trouwens, ik moest van Saturno zeggen dat je om tien uur even naar jullie kamer moet komen. Hij heeft een verrassing voor jou en Acacia.’
Wat? Een verrassing? Leuk, was het maar alvast tien uur. Het is nu half tien.

Ik doe om exact tien uur de deur van mijn kamer open, Acacia ligt in mijn armen met haar handjes te spelen.
‘Hey, kan je even helpen?’ vraag ik aan Saturno als ik hem zie. Hij loopt snel naar me toe, en neemt Acacia van me over.
‘Dus, wat is die verrassing?’ vraag ik.
‘Doe je ogen maar even dicht.’
Dat doe ik dus, wel nadat ik Acacia weer vast heb. Ik hoor de deur opengaan, en voel dan dat ik rustig naar voren word geduwd.
‘Eh, waar gaan we heen?’ vraag ik.
‘Dat zie je zo wel, lieverd.’
Oké. Dat is het enige wat ik kan denken. En natuurlijk dat ik niks kan zien.
Plotseling stoppen we met lopen en hoor ik weer een deur opengaan.
‘Je mag weer kijken.’
Ik open mijn ogen, en wat ik zie…
Een kamertje voor Acacia. Wauw…
Compleet met bedje, kastjes, en zo te zien zelfs een kastje vol boeken.
‘Hoe vind je het?’ vraagt Saturno voorzichtig.
‘Echt geweldig, hoe en wanneer heb je dit gedaan?’
Hij lacht. ‘Sinds jij me hebt verteld over dat voorgevoel. Ik ben telkens als jij sliep en ik zei dat er een vergadering was hier gaan werken met mijn vader en Robinia. Ben blij dat je het leuk vindt.’
Hij zegt er nog iets achteraan. ‘Trouwens, voor ik het vergeet, ik heb nog wat voor Acacia.’
Hij loopt naar het wiegje en pakt daar iets uit.
‘Kijk eens, meisje, alsjeblieft.’ Hij legt een klein knuffeltje bij Acacia, die het onderzoekend vastpakt. Als ik beter kijk zie ik dat het een klein blauw draakje is. Ik glimlach.
‘Mijn vader zei dat hij van mij was toen ik even oud was als Acacia. Ik dacht, misschien vindt zij hem wel leuk…’ Mijn man lacht voorzichtig.
‘Zo te zien vindt ze hem echt geweldig…’ Ik ga op een stoel zitten.
Acacia speelt met het knuffeltje, en wij kijken liefdevol naar ons kindje.

Reageer (1)

  • Allmilla

    Oh, zo'n knuffeltje zou ik ook wel willen... xD

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen