Dit schrijft Spica weer, vorig hoofdstuk was te sarcastisch. Maar toch, je kan nooit genoeg sarcasme hebben. Toch schrijft Spica.

Uitgeput hoor ik het gehuil van mijn kindje, en ik probeer goed rechtop te gaan zitten.
‘Gefeliciteerd, Spica. Wil je je dochter vasthouden?’ vraagt de dokter.
Een dochter. Was mijn voorgevoel toch goed…
De dokter komt naar me toe lopen, en ik kan het lieve gezichtje van mijn meisje al tussen het dekentje door zien. Mijn kind wordt in mijn armen gelegd, ze is zo lief en klein. Ik wieg haar zachtjes heen en weer, als de dokter even weggaat. Ik blijf achter met mijn dochter. Ze begint na een paar minuten zachtjes te huilen, en ik probeer haar te sussen. Als dat niet lukt, begin ik zachtjes voor haar te zingen.
Gelukkig stopt ze, en ik druk een kus op haar voorhoofd. Ik bekijk haar even goed. Ze heeft donkergroen haar, en als haar ogen een klein stukje open gaan, zie ik dat die ook groen zijn. Ze heeft een erg bleke huid en haar ogen zijn heel groot.
Opeens gaat de deur open, en ik draai mijn hoofd een klein stukje om.
‘Hey,’ zeg ik zacht. Saturno loopt de kamer binnen en gaat op het bed zitten.
‘Hey,’ zegt hij. ‘Gaat alles goed?’
Ik knik.
‘En ons…’
‘Dochtertje? Ja, ze is alleen een beetje klein.’ Ik glimlach, en hij ook.
Op dat moment geeuwt de kleine, en mijn man kijkt vertederd naar haar.
‘Ze lijkt op jou…’ fluister ik.
‘En op jou…’ Hij streelt zachtjes mijn wang. ‘Zou… zou ik haar even vast mogen houden?’
Ik lach zacht. ‘Natuurlijk, je bent haar vader.’
Hij legt zijn armen onder de mijne, en ik laat mijn kindje rustig los. Zodra hij haar goed vast heeft, laat ik me achterover vallen en kijk ik gelukzalig naar mijn dochter en echtgenoot.
‘Ze is echt prachtig, vind je niet?’ fluistert hij, zodra hij ons kindje weer aan mij geeft. Ik knik, en strijk mijn dochters haar uit haar gezicht.
En dan gaat de deur weer open, en ik denk: kunnen we niet een uurtje of zo wat privacy krijgen?
De rest van de familie komt binnen, en Sterkhart en papa lopen meteen naar ons toe.
‘Dus dit is m’n kleinzoon! Wat lijkt hij veel op zijn vader!’ lacht Sterkhart.
‘Eh, pap, het is een meisje Je hebt een kleindochter, geen kleinzoon,’ mompelt Saturno lachend.
‘Oh. Dan lijkt zij veel op haar vader, en op haar oma!’
‘Lijkt ze op mijn moeder?’
‘Ja, sprekend. Ze lijkt op mijn Acacia.’
Opeens krijg ik een idee, en ik vraag aan mijn man: ‘We hebben nog een naam nodig, lieverd. Wat dacht je van Acacia?’
Volgens mij krijgt hij tranen in zijn ogen, en ikzelf ook. Er speelt een gelukzalige glimlach op zijn mond. ‘Dat is echt een geweldig idee, liefje.’
Hij buigt zich voorover en kust me zachtjes op mijn mond, terwijl de anderen bijna wegsmelten.
Robinia zet dan haar zoontje Sirius op bed, en hij kruipt naar me toe.
‘Ja, dit is je nichtje, jongen. Acacia,’ zeg ik. ‘Papa, zou jij je kleindochter soms vast willen houden?’
‘Tuurlijk, meisje.’
Hij pakt een stoel, en ik geef mijn kind eerst aan Saturno, die haar dan weer aan mijn vader geeft.
‘Ik zat te denken om haar een tweede naam te geven: Mizram,’ fluister ik dan.
‘Meen je dat? Dat is echt een mooie tweede naam…’ zegt Saturno zacht, en mijn vader knikt.
Ik ga rechtop zitten, en probeer mijn benen uit bed te schoppen. Dat gaat niet echt goed, ik voel me nog steeds een beetje zwakjes. Gelukkig grijpt mijn man net op tijd in en duwt me weer op bed. ‘Wacht nog maar even met lopen,’ fluistert hij.
Intussen heeft Sterkhart Acacia ook al vast, en hij probeert haar aan het lachen te maken. ‘Dit wordt nog raar,’ lacht hij. ‘Ik moet mijn kleindochter bij de naam van mijn vrouw noemen. Hebben jullie goed uitgekozen.’
‘Mag ik mijn nichtje ook even vasthouden?’ vraagt Regulus dan. Hij krijgt mijn dochter in zijn armen gedrukt. ‘Dat ik jou ooit heb verwenst!’
‘Laat dat haar later maar niet horen!’ lacht Robinia, terwijl ze Acacia kietelt. Het meisje doet eventjes haar ogen open.
‘Je hebt je vaders ogen, in de grote van die van je moeder,’ zegt Robinia, en ze neemt Acacia van mijn broer over.
En ik merk dat ik mijn ogen bijna niet kan openhouden. ‘Mag ik mijn dochter weer terug?’
Robinia knikt, geeft haar aan Saturno, en hij legt haar weer bij mij.
‘Zouden jullie weg kunnen gaan? Ik heb de hele nacht niet kunnen slapen, en ik zou nu wel wat rust kunnen gebruiken…’ mompel ik.
‘Ja, natuurlijk!’ roept Sterkhart en hij en de anderen lopen snel de deur uit.
‘Eindelijk kunnen we samen even genieten van het feit dat we een dochter hebben,’ zucht mijn man, en hij komt naast me op bed liggen. Acacia valt weer in slaap, en ik ook bijna.
We zijn alledrie een tijdje stil, en volgens mij ben ik in slaap gevallen, want het is middag als ik weer wakker word. Dat had ik echt even nodig.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen