26 juni
Gisteravond heb ik aan Saturno verteld dat we een kind krijgen. Hij schrok even, maar hij gaat er goed mee om. Het enige probleem is dat we er nogal laat achter kwamen. Nog zes maanden! Zes maanden en dan zijn we ouders!
We gaan gaan het nog niet aan de rest van onze familie vertellen, hebben we besloten.
Ik hoop alleen dat de kleine gezond is, dan maakt het me niets uit dat anderen het niet weten.
Nu Saturno het weet, probeert hij me zo weinig mogelijk te laten werken in de stallen, iets wat hem niet lukt. Als niemand het nog te weten mag komen, moeten we maar zo normaal mogelijk doen, toch?
Hoe ik het hem verteld heb, was wel een beetje raar.
We zaten namelijk te eten, met Regulus, Robinia, hun zoontje Sirius, Sterkhart en papa.
Regulus was in een vreselijk melige bui, en hij deed een beetje raar. (Zeker doordat hij weer eens teveel had gegeten, zoals vaker. Maar nu kon ik er even niet tegen.)
Hij begon dus aan mij en Saturno te vragen of we toekomstplannen hadden, bijvoorbeeld met kinderen. Nou, je snapt wel dat ik meteen verstijfde door die vraag. En het werd nog erger toen Saturno zei: ‘Nou, ik denk dat we nog niet toe zijn aan kinderen.’
Ik stond op en liep weg, naar mijn kamer. Maar volgens mij vergat ik de deur op slot te doen, want toen ik eenmaal op de grond van het balkon zat, ging de deur open en kwam Saturno binnen. Hij ging naast me zitten, ik liet mijn hoofd tegen hem aanleunen.
‘Schat, wat gebeurde daar net nou? Het gaat niet goed met je, zo te zien,’ zei hij, met een beetje argwaan.
‘Het gaat wel, hoor. Maak je alsjeblieft geen zorgen.’ Ik stond op en ging tegen de kussens aan op bed liggen. Hij liep me achterna en ging naast me zitten, hij pakte een van mijn handen stevig vast.
‘Nee, het gaat niet. Wat is er aan de hand? Je gedraagt je zo raar deze paar dagen...’
Ik besloot dat ik niet langer moest wachten om het te vertellen. Ik zuchtte. ‘Oké, ik ga je zeggen wat er is, maar je moet beloven dat je niet schrikt. Doe alsjeblieft je ogen dicht…’
Hij liet mijn hand los en deed zijn ogen dicht.
Ik zuchtte en pakte hem bij zijn pols, en legde zijn hand op mijn buik.
‘Oké, je mag weer kijken.’ Ik fluisterde bijna.
Hij deed zijn ogen open en staarde een paar seconden ongelovig naar zijn hand, die op mijn buik lag.
‘Wil je nou zeggen…’ stamelde hij. Ik knikte.
Hij zei er achteraan: ‘Serieus? Je… je bent...‘
‘In verwachting? Ja, ik kon het zelf ook niet geloven.’ Ik glimlachte, en legde mijn hand naast de zijne, die nog steeds op mijn buik lag. Hij was zeker te verbaasd om hem weg te halen.
‘Hoelang al?’
‘Drie maanden…’
Hij was even stil, en ik ging rechtop zitten. Hij schudde eventjes zijn hoofd. ‘Ik kan het gewoon niet geloven… maar ik zal je steunen, koste wat kost.’
Hij omhelsde me zo bleven we een tijdje zitten.
‘Nu zullen we wel meer terug moeten naar de anderen, toch?’ vroeg ik zacht.
‘Ja.’
We liepen terug naar de anderen, en ik ben nog steeds zo blij dat hij het nu weet.
Reageer (1)
Oef, hij accepteerd het al...
7 jaar geleden