Hoofdstuk 2
Weer geen applous. Weer die twee vingers. Weer die stilte. Prim en ik worden weggevoerd naar het gemeentehuis. Daar zullen we afscheid moeten nemen van onze familie. Daar zul je voor de laatste keer je familie zien, voordat je dood zult gaan. Prim en ik zijn nog niet direct te dode opgeschreven. We zijn 12 en er zijn waarschijnlijk ook 8 jarige kinderen. Ik word weggehaald bij Prim en in een aparte ruimte gedumpt. Er staat maar 1 ding in de kamer: een ouderwetse, stoffen stoel. Ik twijfel of ik wil gaan zitten of niet. Ik besluit om te blijven staan. Er zit een spin op de deurknop. Ik kijk naar al zijn pootjes en zie dat hij er 2 mist. Dan merk ik pas hoe moe mijn benen zijn en ga ik toch maar zitten. Even later hoor ik een klik en gaat de deur open. Papa en mama. Mama rent naar me toe. Ze geeft me een knuffel en het lijkt alsof ze me nooit meer los gaat laten. Eerlijk gezegt wil ik ook niet dat ze me loslaat. Ik wil hier blijven. Dichtbij mama. Dichtbij papa. Dichtbij Prim en Gale. Dichtbij huis. Mama wrikt mijn hand open en stopt er wat in. Ik laat haar los en kijk wat ze me gegeven heeft. Haar spotgaai speld. "Mama..." "Nee, niet zeggen dat ik het moet houden. Het bracht mij geluk in de arena en ik wil dat jij mijn geluk hebt." "Maar mama... Prim dan?" Mama kijkt weg. "Ik denk dat jij een grotere kans hebt om te winnen... Als ik zie hoe goed jij bent in messen werpen. Jij bent zo dapper!" "Nee, mam. Ik ben bang. Ik ben niet dapper. Maar ik probeer het gewoon. Als het niet lukt, dan heb ik het geprobeerd. Ik zal ervoor vechten om in leven te blijven. Ik zal iemand vermoorden als het niet anders kan. Als ik zelf in gevaar ben." Mama barst weer in tranen uit. "Je groeit te snel op, Vio. Veel te snel. Alles wat je zegt klinkt zo volwassen en sterk!" Ik weet niet wat ik zeggen moet. Ik voel me alweer zo weerloos. "Ik houd van je, mama." "Ik houd van je, Violet Everdeen. Met heel mijn hart." Ik geef mama nog een knuffel en kijk naar papa. "Ik heb goed advies, Vio." "Vertel." "Blijf leven." Ik sta op en geef papa ook een knuffel. "Ik houd van je, papa." Dan komt er een vredebewaker die zegt dat het tijd is om weg te gaan. "Ik houd van je, Violet." Nog 1 laatste keer geef ik papa en mama een stevige knuffel en dan gaan ze weg.
Daarna komt Gale nog langs. We zeggen niet veel tegen elkaar, maar als de vredebewaker weer komt om te zeggen dat Gale moet gaan, geef ik Gale een stevige knuffel. Dan gaat hij weg. Ik voel me alleen. Heel alleen. Ik heb niet veel vrienden, dus moet ik dat hele uur blijven wachten. Ik heb niet gehuild. Misschien 1 klein traantje, maar niet echt huilen. Na drie kwartier wachten, gaat de deur open. Het is de vredebewaker. "Meekomen." Ik kijk geschrokken naar de man of vrouw in het witte pak. Ik ben het niet gewend om zo aangesproken te worden. Ik loop naar de deur en kijk nog een laatste keer naar de kamer. Dan loop ik achter de vredebewaker aan.
We lopen door de gangen van het gemeentehuis. Hopelijk weet de wit pakkige man de weg. Ik ben ervan overtuigd dat het een man is. Vrouwen zijn niet zo hard, als deze man. Oke, sommige wel, maar niet allemaal. Uiteindelijk komen we aan bij een deur. De vredebewaker loopt er doorheen en ik loop er 2 meter achter. Ik moet mijn ogen dichtknijpen voor het felle licht. We zijn buiten. Als ik eindelijk aan het licht gewend ben geraakt, beveeld de man dat ik in een auto moet stappen. Het is een zwarte, ouderwetse auto. Volgens mij is echt alles hier ouderwets. Ik stap in de auto en merk dat Prim naast me zit. Ze heeft gehuild. Dat zie ik aan haar ogen. De auto begint te rijden. De hele rit naar het station zeggen Prim en ik niets. Dan mindert de auto vaart en staat hij uiteindelijk stil. De chauffeur stapt uit en doet de deur voor ons open. We stappen uit en worden direct overspoeld met mensen met gigantische camera's. Er wordt van alle kanten geflitst, terwijl we naar de trein lopen. De deuren gaan open en we moeten nog even in de opening blijven staan voor wat foto's. Dan worden we naar binnen getrokken en gaan de deuren dicht.
Er zijn nog geen reacties.