Proloog
Ik zit in een houten krotje. Het is niet veel maar het is mijn thuis sinds ik mijn ouders verloor. Ik wou niet naar het weeshuis en toen moest ik ergens heen. Nu krijg ik eens per week een brood van de bakker, een worst van de slager en sommige mensen brengen me af en toe wat eten. Ik woon in een best open dorp maar toch voel ik me gewoon... alleen. Ik sta op en loop naar buiten totdat... Ik hoor prachtige fluittonen, ze kijken wel betoverd. Ze zijn apart mooi maar samen nog mooier, dan vormen ze een lied... Een blij maar tegelijk een droevig lied. Ik loop naar buiten en dan in de richting waar de klanken vandaan komen.
Na een tijdje achter de prachtige klanken aangelopen te zijn kom ik aan bij een bos. Ik zie een groepje jongens staan. Iedereen is aan het dansen, of iets wat erop lijkt, maar eentje... hij bespeelt de fluit. Ik ga achter een boom staan om onopgemerkt te kunnen luisteren. Dan stoppen de klanken en kijk ik eventjes waarom. Ik kijk geïnteresseerd naar de jongen die net aan het spelen was. Dan word ik opgemerkt. Ik probeer me nog achter een boom te verstoppen maar de mysterieuze jongen staat al naast me. "En wie ben jij?" vraagt hij. "Ik... Ik ben... Inge Cold," zeg ik stotterend. "Waarom ben je hier?" vraagt hij dan. "Ik hoorde iemand op de fluit spelen en was benieuwd wie," antwoord ik als ik naar de grond kijk. Tot mijn verbazing begint de jongen te lachen. Ik kijk weer op en het valt me nu pas op dat hij helemaal in het groen gekleed is. "Dan ben jij dus onze eerste 'Lost Girl'," zegt hij lachend. "Lost Girl?" herhaal ik hem met een vragende ondertoon. "Ja, ik zal het even helemaal uitleggen. Ik ben Pan, Peter Pan," zegt hij. "En wat heeft dat te maken met dat ik een 'Lost Girl' ben?" vraag ik, een beetje nieuwsgierig. "Iedereen die de klanken kan horen van mijn fluit is eenzaam, ze hebben wat gezelschap nodig. Daarom komen de meeste ook achter de klanken aan, ik neem hen mee naar Nooitgedachtland en daar ben je nooit meer alleen," zegt hij. Hij heeft wel gelijk, ik ben altijd alleen geweest. "En waarom ben ik de eerste?" vraag ik dan. "Kijk eens goed, zie je hier een meisje?" vraagt hij. Ik kijk nogmaals en schud mijn hoofd. "Dat bedoel ik en zo is het elke keer," zegt Peter. Ik kijk hem aan, ik wil hem zo graag geloven maar weet niet of ik dat wel kan.
"En hoezo zou ik je geloven?" vraag ik na een tijdje te hebben nagedacht. "Ga eens zitten," zegt Peter als hij op een boomstam gaat zitten. Ik ga tegenover hem zitten op de grond. "Waarom ben je alleen?" vraagt hij. Hij kijkt me aan. Ik weet niet maar hij heeft iets... iets waardoor ik hem vertrouw. Ik begin dus uit te leggen over mijn ouders die zijn gestorven en hoe alleen ik me al die tijd heb gevoeld. Hij luistert aandachtig en naderhand staat hij weer op. "Nu zal ik jou uitleggen over Nooitgedachtland, het is een plaats waar je niet ouder word, je kan vliegen en er zijn geen regels. Ook is de lijn tussen kwaad en goed vervaagd, je kan doen wat je wilt wanneer je wilt!" zegt hij enthousiast. "Wauw... Dat klinkt... Geweldig... En ongeloofwaardig," zeg ik. "Het is echt waar, ga mee en zodra het je niet zint breng ik je terug. Doe je mee?" vraagt hij dan alsof het allemaal een spel is. Wat heb ik nou te verliezen? Ik bedoel, ik woon op mezelf en hij heeft beloofd dat ik terug mag. "Oké, maar ik mag terug als ik wil," zeg ik als ik hem aankijk. "Super!" zegt Peter. "Hey, jongens. Onze eerste 'Lost Girl'!" roept Peter als hij richting de jongens loopt. Ik herken een paar jongens die ook wel eens zijn langsgelopen naar niemand persoonlijk. "Oké," zeggen er een paar. "Op Neverland zijn ze enthousiaster, hun weten gewoon nog niet hoe het werkt," zegt Peter met een knipoog.
Na even te hebben gekeken hoe iedereen praat zegt Peter dat we gaan. Het is al donker dus ik weet niet hoe hij zijn weg wilt vinden maar dan zegt hij iets raars. "Tweede ster rechts en dan door naar de morgen!" Hij klinkt zelfverzekerd en begint... Te vliegen! Er komen ook een paar schaduwen die ons meenemen. Ik kijk benauwd als een mij optilt en we beginnen te vliegen. "Oké, ik wil nu al terug," mompel ik als de grond begint te verdwijnen. "Relax, het is super leuk. Voel je je nu niet vrij?" vraagt Peter als hij naast me komt vliegen. "Ik heb... HOOGTEVREES!!!!!!" roep ik als ik mijn ogen dichtknijp. Dan voel ik opeens iets tegen mijn hand. We vliegen vlak over de zee en een van mijn handen ligt in het water. Ik kijk naar mezelf in de weerspiegeling van het water. Ik heb nooit beseft hoe vrij ik kan zijn. Dat komt Peter naast me vliegen. "Zo beter?" vraagt hij met een glimlach. Ik knik. "Dit is... Geweldig!!!" roep ik lachend. "Op naar Neverland!" roept Peter als hij weer wegvliegt en zo begint mijn avontuur...
Er zijn nog geen reacties.