De bus stopt voor een onbekend voetbalveld, er zijn een paar mensen aan het trainen maar ik kan ze niet goed zien vanaf hier. "Mogen we meetrainen?!?" roept Mark natuurlijk meteen. "Wie zijn jullie?" Er is een groepje jongens op ons afgekomen, hun waren er waarschijnlijk aan het trainen. Een van de grootste, die vooraan staat, vraagt de vraag. "Wij zijn van Raimon Junior High en strijden tegen de alïens," zegt Mark nobel. Meen je deze nou, je kan ook gewoon zeggen: voetbalteam van Raimon. Dan weet waarschijnlijk ook al iedereen wie we zijn. "Ik ben Mark Evans," voegt hij eraan toe. Bij het horen van die naam steekt een jongen die rond dezelfde lengte is als mij maar waarschijnlijk iets jonger zijn hoofd uit. "De Mark Evans?" vraagt iemand. Mark knikt. "Kom op Darren, doe even normaal!" zegt de grote jongen die net ook al aan het woord was. Hij gaat voor de jongen, die blijkbaar Darren heet, weg en Darren staart naar Mark. Dan begint hij als een robot op Mark af te lopen en buigt hij zo diep als hij kan. "Hoi, ik ben Darren Lachange," zegt hij met zijn hoofd nog steeds naar onder. "Uuhm... Ik ben Mark Evans, leuk je te ontmoeten," zegt Mark als hij zijn hand uitsteekt. Darren schud Mark ongelovig de hand. "Mogen we nog meetrainen of niet?" vraagt Mark. Ongevoelige sul, waarschijnlijk een van zijn grootste fans staat voor hem en hij vraagt om te trainen. "Tuurlijk," zegt de lange jongen weer. Dan lopen we naar het trainingsveld.

Na een tijdje trainen blijkt dus dat Darren echt Marks grootste fan want hij kan Hand Van God. Ik loop in de avond naar het bos. Dan hoor ik voetstappen achter me. Ik draai me om en zie Scotty. "Ik wil nu weten wat jij steeds doet!" zegt hij boos. "Je loopt altijd weg en dan kom je terug en meestal kijk je niet blij en de vorige keer leek het wel alsof je die jongen beter kende en ik wil gewoon weten wat er aan de hand is," ratelt Scotty aan een stuk door. Dit zit hem kennelijk al even dwars. "Sorry, maar ik kan het niet zeggen," zeg ik als ik me weer omdraai en doorloop. Als ik merk dat Scotty achter me aan komt draai ik me nogmaals om. "Stop met me te volgen en ga terug naar Raimon," zeg ik streng. Scotty kijkt me geschrokken aan. Ik vind het niet leuk om streng tegen hem te moeten doen maar anders luistert hij gewoonweg niet. Hij draait zich om en loopt weg, zonder iets te zeggen. Ik kijk hem na tot hij uit zicht is en begin te rennen.

Voor de bos grens blijf ik stilstaan. Ik verander in een wolf en huil een keer om de roedel te laten weten waar ik ben en even later staan er een paar wolven voor mijn neus. Ik loop met ze mee dieper het bos in voordat we terug veranderen. Ik zie direct dat de kleintjes het lastig hebben omdat het volle maan is. "Kunnen de jongste eventjes hier komen?" vraag ik als ik op een grote steen ga zitten. De jonge wolven komen tegenover me zitten en ik begin verhalen te vertellen over onze voorouders, verhalen waarmee we de kleintjes altijd rustig houden totdat ze zichzelf onder controle hebben.

Na een tijdje neemt de oudste het van me over omdat ik geen verhalen meer weet, zij weet iedereen altijd te verrassen met nieuwe en interessante verhalen. Ik loop naar het kampvuur en ga naast Jackson zitten. "Hoe ging de reis?" vraag ik aan hem. "Goed, we zijn niemand regengekomen en hebben afgesproken om alleen nog maar 's nachts te rennen, buiten de werktijden van de jagers en iedereen met beter op voor vallen. "Mooi," zeg ik als ik naar de kleintjes kijk. Ik maak me zorgen, als een zijn of haar controle verliest... "Maak je geen zorgen, als iemand de controle verliest halen we diegene sneller in dan dat de jagers merken dat er een wolf is," zegt Jackson alsof hij mijn gedachten kan lezen. "Hoe gaat het met je been?" vraag ik om van onderwerp te veranderen. "De wond is bijna geheeld," zegt hij als hij zijn broekspijp omhoog trekt en een klein wondje laat zien. "Ziet er super uit!" zeg ik. "Ja, hè?" antwoord Jackson. Ik knik nogmaals en loop dan terug naar de kleintjes om naar de verhalen van de oudste te luisteren. Verhalen over wolven die strijden tegen andere roedels of hele andere clans, over onze voorouders en waarom de maan zo'n invloed op ons heeft.

De maan staat nu hoog aan de hemel en de kleintjes zijn heel onrustig. Ik ga tussen ze in zitten en sus ze terwijl de oudste nog steeds verhalen verteld. Dan zie ik vanuit mijn ooghoek een groepje jongens lopen. Ze zijn iets ouder en willen kennelijk het bos ingaan. Ik wenk Jackson even tussen de kleintjes in te gaan zitten en ren naar de jongens toe. "Waar gaan jullie heen?" vraag ik. "Rennen," zegt een jongen. "Niet met volle maan," zeg ik. "Je bent nog geen alfa, je hebt de leiding niet," zegt een andere jongen. Ik laat mijn ogen rood opgloeien en grom een keer. "Ik word alfa en moet voor de roedel zorgen, als een van jullie gewond raakt is dat mijn verantwoordelijkheid en daarom gaan jullie niet. Punt uit!" zeg ik boos. De jongens kijken chagrijnig maar lijken het wel te begrijpen want ze lopen terug naar het kampvuur. Dan ga ik terug bij de kleintjes zitten die gelukkig rustig zijn de rest van de nacht.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen