#3 De Cullens
De les was saai, maar omdat de leraar niet goed oplette praatte ik met Alice. 'Hoe vind je de school?' Vroeg ze glimlachend. 'De mensen zijn hier wel aardig. Ik ken jou nu en Mike.' Zei ik glimlachend. 'Mike?' Vroeg ze nieuwschierig. 'Mike Newton. Wat is jou achternaam eigenlijk?' Vroeg ik. 'Oh die Mike,' ze grinnikte voordat ze verder ging 'Cullen, trouwens.' Zei ze. 'Mevrouw Cullen en Mevrouw Swan, opletten graag.' Zei de leraar. Hij richtte zich weer tot het bord. 'Let hij altijd niet zo op zijn leerlingen?' Vroeg ik nieuwschierig. 'Nooit. Verder is hij wel aardig.' Ik knikte. De bel ging, en een duidelijke voelbare opluchting ging door de klas. 'Lunchpauze.' Mompelde ik. Ik zuchtte en draaide me om naar Alice. 'Alice, mag ik misschien bij jou zitten?' Vroeg ik verlegen. Ik voelde mijn wangen rood worden. Ze keek heel een bedenkelijk maar knikte toen. 'Ja, leuk!' Ze glimlachte, maar ik wist niet zeker of die glimlach wel echt was. Alice pakte mijn hand beet, maar van schrik liet ik hem los. 'Wat is er?' Vroeg ze geschrokken, ze draaide zich snel om. 'Niks, je bent zo koud.' Zei ik. 'Ja, dat ben ik al heel mijn leven. Mijn broers en zussen hebben het ook, best vreemd vind je niet?' Zei ze oprecht. 'Ja, maar het maakt niets uit.' Zei ik maar snel. Alice raakte mijn hand niet meer aan. 'Dit is dan mijn familie,' zei Alice enthousiast. Een jongen met brons kleurig haar, topaaskleurige ogen viel mij op. Hij had net zo'n bleeke huid als de rest. Ik voelde me blozen, de Cullens waren zo knap! 'Dit is Bella, ze zit bij mij met Frans. Dit is Emmet, Rosalie, Jasper en Edward.' Edward keek mij nieuwschierig aan. Ik ging zitten naast Alice, en naast Edward. Ik zag dat Edwards ogen zwart werden, en zijn neusvleugels opengespert. Ik voelde me niet op mijn gemak, en Alice leek het te zien. 'Edward.' Zei ze op een strenge toon. Zijn hand lang op zijn neus, en onschuldig rook ik aan mijn haar waardoor Emmet in lachen uitbarstte. 'Je stinkt niet, hoor.' Hij lachtte. Ik bloosde 'ik ga even naar de wc.' Mompelde ik. 'Moet ik met je meegaan?' Vroeg Alice lief. Voordat ik antwoord kon geven zei Rosalie al wat 'ze kan het vast wel alleen.' Zei ze spottend. Ik knikte kort, en draaide me om opweg naar de wc. Ik meende nog te horen 'Edward, wat is er?' Ik liep de wc in, en keek in de spiegel. Mijn haar stonk niet, ik had geen make-up op dus dat kon ook niet uitgelopen zijn. Trouwens ik had nooit make-up op. Ik keek behoedzaam om me heen, en ik rook mijn adem en haar, maar het rook lekker. Ik stapte de wc uit, en zag dat Edward weg was. Blozend ging ik weer zitten, en keek om me heen. 'Waar is Edward?' Mompelde ik. 'Hij voelde zich niet lekker.' Zei Jasper. 'Ik heb biologie nu, iemand van jullie ook?' Vroeg ik nieuwschierig. 'Nee, Edward wel maar hij is weg.' Antwoordde Emmet. 'En dan nog naar Wiskunde.' Zei ik uiteindelijk. 'Ik ook.' Zei Jasper. Jasper was stil, maar toch voelde ik me op mijn gemak bij hem. De bel ging, en ik stond op. 'Tot straks, Jasper.' Ik glimlachte. Hij glimlachte terug en liep met Rosalie, Alice en Emmet weg. 'Op naar biologie.' Mompelde ik.
Reageer (1)
Voordat ik antwoord kon geven zei Rosalie al wat 'ze kan het vast wel alleen.' Zei ze spottend.
1 decennium geledenHaha, typisch Rosalie. xd
Snel verder!
Het is leuk.