Foto bij 2.1

De Grote Zaal was afgeladen met studenten. Keira was aardig wat gewend van haar jaren op Beauxbaton maar vanaf de docententafel leek de zaal nog overweldigender. De vier grote tafels waren versierd in het thema van de afdelingen: Griffoendor, Huffelpuf, Ravenklauw en Zwadderich. De tafel van de laatste afdeling stond het dichts bij de docenttafel in de buurt. Daar zat hij, Maarten, omringt door een groep vrienden. De groep was druk aan het praten. Maarten leek voornamelijk te luisteren, als een alfa wolf die zijn pact overzag. Plots keek hij op en hield haar blik vast. Toen ze besefte wat er aan de hand was wende ze snel mijn blik af.
Armando Wafelaar stond op en liep naar het spreekgestoelte. Het was een interessante man, samen met Albus had hij het sollicitatiegesprek bij Keira afgenomen. Waar Wafelaars haar leeftijd als een probleem had gezien had Albus aangeboden Keira te begeleiden.
‘Goedenavond studenten. Ik wil jullie graag welkom heten op Zweinstein. Zoals jullie ongetwijfeld weten leven wij in politiek onrustige periode. Ik wil graag dat jullie weten dat iedereen hier op school welkom en veilig is. Verder hebben wij besloten met de ontwikkelingen in de wereld van de afgelopen jaren een nieuw keuzevak op te zetten: Dreuzelkunde. Dit vak kan vrijwillig worden gevolgd vanaf het derde jaar’.
Een zoemend geroezemoes steeg op vanaf de tafel van Zwadderich. Iets in de toespraak had een reactie bij de uitgelokt. Slakhoorn, die naast haar zat, wierp zijn studenten een strenge blik toe maar zijn gemoedelijke glimlach deed het effect teniet. ‘Mijn afdeling is erg politiek betrokken,’ mompelde Slakhoorn zachtjes.
‘Aan het begin van dit nieuwe schooljaar wil ik jullie voorstellen aan twee nieuwe collega’s. Allereerst de zeer bekwame vervanger voor professor Mijmerzoet, overgekomen helemaal vanuit Frankrijk, professor Telk!’ Dit was haar teken om op de staan en Keira nam een beleefd applaus in ontvangst. In de studentenmassa zag ze enkele bekende gezichten, waarom Maarten die haar een brede glimlach schonk.
‘En verder de professor die ons nieuwe schoolvak gaat opzetten, professor Wolfskers’. Een man van een jaar of zeventwintig stond op. Hij zat aan het andere uiteinde van de docententafel. Wolfkers droeg een prachtig klassiek gesneden mantel die zijn oosterse trekken goed lieten uitkomen.

Na nog wat woorden van Armando verscheen het eten op de schalen. Het bekende geluid van een grote hoeveelheid gesprekken vulde de ruimte. Albus die aan de andere kant naast Keira zat bood haar een schaal met druiven aan.
‘Een aangename frisse afwisseling,’ prees hij de rode druiven aan.
Keira glimlachte en pakte een trosje van de schaal.
‘Albus?’
‘Keira?’ zijn helderblauwe ogen glimlachte terug vanachter de halfronde glazen van zijn bril.
Even dacht ze erover na hem te vragen naar Maarten Villijn maar misschien kon ze dit beter voor later bewaren. Hij was uiteindelijk toch slechts een gewone student.
‘Jij hebt de grote toveroorlogen meegemaakt toch?’ vroeg Keira uiteindelijk.
Albus legde zijn bestek neer en keek mij nu met volledige aandacht aan.
‘Ik was even bang dat je over een luchtig onderwerp zou beginnen,’ antwoorde hij uiteindelijk, ‘en ja ik het beide oorlogen meegemaakt. Van vrij dichtbij al zeg ik het zelf’.
‘Vond je het makkelijk om te kiezen? Aan welke kant je stond?’
Albus leek even na te denken over zijn antwoord.
‘Ik liet mij overtuigen dat het een makkelijk antwoord was…’ besloot hij uiteindelijk. ‘Maar in een oorlog is er nooit een makkelijk antwoord in een oorlog. Er is geen goede of slechte kant’.
Ze dacht even na over zijn antwoord.
‘Maar hoe wist je uiteindelijk wat je moest doen?’
‘Ik kwam er wat laat achter maar ik uiteindelijk moet je jezelf per keuze blijven afvragen wie je er mee raakt denk ik. Maar misschien moeten we dit zeer interessante gesprek voor een ander moment bewaren’.
‘Graag’.
‘Hoe is je treinreis verlopen?’ vroeg Perkamentus geïnteresseerd, ‘Hopelijk heb je wat snoepgoed van de kar kunnen uitproberen. Een zekere aanrader voor zo’n lange reis.’
‘De kar? Die moet ik gemist hebben.’
‘Ach natuurlijk Hildebrand zei al dat hij je had uitgenodigd op zijn lunch. Uitstekende manier om een deel van de studenten te ontmoeten. Als je op Zweinstein had gezeten als student had jij daar waarschijnlijk ook bij gehoord,’ glimlachte hij samenzweerderig.
‘Misschien… Zijn er mogelijkheden hier in de buurt om nog wat inkopen te doen?’
‘Persoonlijke bedoel je? Want ik kan morgen de inkopenlijst voor je lessen met je doornemen. En vergeet de inrichting van lokaal en leefruimte niet,’ zijn ogen twinkelde lichtjes bij die woorden.
‘Dat wordt door de school vergoed?’ vroeg ze ongelovig.
Albus haalde zijn schouders op.
‘Het is belangrijk voor de school dat zijn docenten zich goed voelen. Maakt het onderwijs beter’.
‘Een beetje Franse stijl naar Zweinstein brengen kan geen kwaad denk ik,’ glimlachte ze en fantaseerde over het Franse meubilair uit 1920 waar haar ouderlijk huis mee was ingericht.
‘Dat kan zeker geen kwaad,’ stemde Albus in en hij pakte een schaal chocoladepudding en schepte op voor zichzelf.
‘Misschien kun je vragen of Malik mee gaat,’ stelde Albus voor.
‘Malik?’
‘Malik Wolfskers, onze nieuwe collega,’ verduidelijkte Albus en hij gaf een knikje naar zijn kant van de tafel.
Keira’s blik gleed naar de andere kersverse collega. Het was een zeer aantrekkelijke man. Zijn huid had een zachte mokkatint. Zijn donkere haren waren netjes in model gebracht en gaven een contrast met het stoppelbaardje van enkele dagen.
‘Ik kan jullie straks aan elkaar voorstellen. Het is altijd prettig een lotgenoot te hebben om mee te praten,’ merkte Albus op.
‘Een lotgenoot?’ vroeg Keira verrast.
‘Een nieuwe uitdaging voor de hogerejaars om op de kast te jagen’ vulde Albus zijn eerdere statement aan.
‘Aha… juist ja’.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen