Life Changer 12.
Wanneer zou dit ophouden? Ik kon maar niet gewoon worden aan de pijn. Ik kon hier nu al jaren liggen, waarom vermoorden ze me niet? Ik had nog maar pas die gedachte gedacht en opeens voelde ik geen vuur meer in mijn vingertoppen en tenen. Eindelijk was het bijna gedaan. Het vuur trok zich terug, maar het vuur bij mijn hart leek warmer te worden, hoe kon dit? ‘Carlisle? Ik geloof dat er iets verandert.’ De stem van Edward klonk mijlenver, maar ik kon hem tenminste horen. ‘Ja, het is bijna afgelopen.’ Zei hij. Er zuchtten enkelen opgelucht. Mijn armen en benen waren vrij van het vuur, opgelucht probeerde ik ze te bewegen. ‘Brooke? Het is bijna voorbij.’ Fluisterde Edward in mijn oor. Ik hoorde niet alleen zijn stem maar ook zoveel meer; iemand die op de bovenverdieping zich verplaatste, een auto dat voorbij reed, het ruisen van de wind door de bomen, … Waarom kon ik dit allemaal horen? De autoweg was zeker 500 meter van me verwijderd. Het vuur in mijn hart werd warmer en warmer, maar mijn hart kon het niet lang meer volhouden, het klopte minder regelmatig. Met ingehouden adem luisterde ik naar de afnemende kloppen van mijn hart. Het vuur… Ik had de kracht niet om mijn lippen te blijven verzegelen. Een gil ontglipte. Ik voelde dat iemand –waarschijnlijk Edward- in mijn hand kneep. Ik merkte dat die hand niet meer koud voelde maar zelfs… warm. Het vuur had zijn hoogste punt bereikt en begon nu af te nemen. Nu merkte ik dat ik geen adem haalde, snel nam ik een grote teug lucht. Maar ik voelde geen opluchting, mijn longen hadden dit niet nodig. Maar nu drongen er wel verschillende zoete geuren door mijn neus naar binnen. De geur dichts bij mij herkende ik als die van Edward. ‘Brooke? Binnen enkele seconden is het voorbij.’ Hoorde ik Alice zeggen, ook dichtbij. Ze had gelijk, de kloppen van mijn hart waren geteld. Opgelucht bewoog ik mijn vingers en tenen. En eindelijk was het vuur gedoofd, ondertussen sloeg mijn hart voor de laatste keer. Het bleef stil, voor zover het stil kon zijn , althans. Ik maak me klaar om mijn ogen open te doen. Nu pas merkte ik dat er nog wat vuur in mijn keel was achtergebleven, maar ik spendeerde er geen aandacht aan. Met mijn ogen was er ook iets gebeurd, ik zag…àlles. Ik was zo gefascineerd van de stofjes in de lucht, dat ik opschrok toen Edward in mijn hand kneep. Ik ademde nog eens in en zette me recht in de bank. Mijn mond viel werkelijk open toen ik Edward zag. Ik had het gevoel dat ik blind was geweest, maar nu zag ik hem écht. Hij was zo mooi. Een lieve glimlach speelt er om zijn lippen, maar zijn ogen stonden schuld bewust. Mijn ogen gleden door de kamer naar de rest van de Cullens. Ik zag alles, net alsof alles was scherpgezet. Maar dan zag ik mijn spiegelbeeld in de tv. Vliegensvlug rukte ik mijn hand uit die van Edward en sprong achteruit over de bank. Een deel van mijn geest was verbaasd over het feit dat ik dat kon. Maar ik kon mijn ogen niet van het televisiescherm houden. Ik keek naar een vreemde, niet ik. Ik herkende mijn haar wel maar de rest… Mijn ogen waren het ergste. Ze waren bloedrood, sterk afstekend tegen mijn krijtwitte huid. Edward was ook recht gesprongen, Jasper kwam langzaam naar voren, Ik voelde dat er een vloed van kalmte om me heen kwam, maar ik verzette me ertegen. Wat wàs ik? ‘Wa…’ Mijn stem stokte. Ik luisterde naar de belletjes in mijn stem. Ook dit was veranderd. Opeens stond Edward voor me, zijn handen om mijn polsen. Jasper stond meteen achter hem, zijn lichaam stond gespannen. Ik begreep zijn reactie niet. ‘Edward? Wat is dit? Wat is er gebeurd? Waar is die… man?’ Mijn stem werd stiller naargelang de vragen. ‘Rustig, ik…we moeten je iets vertellen. Jij bent geen mens meer Brooke.’ Dat had ik nu wel al zelf uit gezocht. ‘Edward, wat…’ ‘Je bent een vampier, Brooke.’ Ik versteende. ‘Een vampiér?’ Mijn stem schoot enkele octaven hoger. Hij vertelde een heel verhaal over hoe dit alles in elkaar zit. ‘Drie dagen! Maar Luke… mijn ouders! Ik moet Luke spreken, hij zal gek worden zonder mij. Ik… Ik moet…’ Ik duwde Edward opzij, blij merkte ik dat kon en vervolgde mijn weg naar de voordeur. Maar Edward hield me tegen. Emmet en Jasper gingen voor de deur staan. ‘Je kunt niet gaan, je bent nog niet stabiel genoeg, heb je geen dorst?’ Toen hij me aan het brandende gevoel deed denken, kon ik er natuurlijk niet meer van weg. ‘Je kunt Luke nu niet zien, niet als je zo bent. Je wilt toch niet dat hij verwondt word?’ Zei Alice rustig. ‘Wanneer dan wel? Ik moét hem zien.’ Riep ik hysterisch. De woede borrelde in me op. Waarom dit? ‘Het is niet mijn schuld dat ik een verdomde vampier ben!’ spuwde ik boos uit. Alice ’s ogen werden groot. Ik zag uit mijn ooghoeken dat Esmée haar handen voor haar gezicht sloeg en licht begon te schokken. Maar ik was nog niet uitgeraasd. ‘Ik ben een monster! Door jullie, nu kan ik niet naar mijn familie, door jullie! Omdat ik een verdomd monster ben dat mensen…’ Het werd me te veel. Ik stormde richting de achterdeur, waar niemand voor stond. Edward wou me tegen houden maar ik duwde hem met gemak weg. ‘Laat me met rust!’ krijste ik, ondanks dat, klonk mijn stem nog altijd mooi. Maar dat wou ik niet denken, wat ik nu ben kun je niet mooi noemen. Ik rende het bos in dat het huis omgeven. Deze keer was ik toch blij dat ik deze kracht had om zo snel te gaan. De indrukwekkende kracht vloeide door mijn lichaam. Ik vloog.
Reageer (2)
GEWELDIG <3
1 decennium geledenvlug verder !!
Xx
Echt prachtig. Snel verdeer :'D
1 decennium geleden