HS 2 Dana

we stappen naar binnen en zien een fel licht. Dan zegt Arrie:'volgen mij is het hier zonnig!'. het was even stil en toen begonnen we keihard te lachen. het licht werd minder fel en we zagen wat er voor ons was. het waren mooie hoge bergen met watervallen die naar beneden liepen. we keken naar rechts en zagen een mooi groot grasveld met allemaal mooie bloemen erin. Arrie liep erheen en plofte neer op een doek dat er lag. ik ging naast haar zitten en samen keken we naar de lucht. een paar minuten later begon ik wat rond te kijken op het doek. het was een doek met rood met witte ruitjes. er lag een briefje op, en er stond op: Als jullie dit lezen zijn jullie bij het tweede onderdeel. als jullie achter e kijken zien jullie een groot kasteel. ga daar naartoe en zeg de poortwachters dat je met de koningin moet spreken. ben je eenmaal bij de koningin en ze vraagt wat jullie komen doen zeg je dat je door A bent gestuurd. zij helpt jullie verder. Groeten -A-

we kijken achter ons en zien inderdaad een heel groot mooi kasteel. het was niet te omschrijven!!! het leek wel van ijs zo mooi waren de kristallen. 'We moeten er naartoe!!!'roept Arrie en rent er naartoe. ik ren natuurlijk achter haar aan. als we bij de poort zijn ziet een van de bewakers ons en houd ons tegen. 'en wat denken jullie hier te gaan doen?' vraagt hij. 'wij willen met de koningin praten graag' zegt hij en loopt naar de anderen poortwachter. hij komt terug en zegt: 'jullie mogen erin. we lopen naar binnen en het is er enorm. er lopen duizenden mensen en vraag aan Arrie: 'hoe vinden we nu de koningin?'. ze loopt van me weg, naar een meneer toe en vraagt aan hem waar we de koningin kunnen vinden. ze komt terug en zegt: 'we moeten de kant op' en wijst naar een grote deur. we lopen in de richting van de deur en zien dat hij op een kiertje staat. we lopen naar binnen, maar ik heb een slecht voorgevoel. dan zien we iemand voorbij rennen. we beginnen te rennen naar de kamer van de koningin. we beginnen te roepen en zien een muur verschuiven. er komt een arm uit en trekt ons naar binnen. 'wie zijn jullie en wat doen jullie hier?' vraagt de koningin aan ons. 'we zijn gestuurd door A'. de koningin keek geschrokken. 'jullie zijn de mensen die hij heeft gestuurd, maar jullie zijn kinderen!!!'. 'mevrouw, we weten niet eens wat we hier doen en door wie we zijn gestuurd'. de koningin komt dichterbij en zegt: 'nou, jullie zijn hier omdat.......