Hoofdstuk 3

Moon' s POV

Inmiddels was ik al in de grote zaal. Het was prachtig! Ik was hier natuurlijk nog nooit geweest. Toen kwam professor anderling naar me toe gelopen.
Ze zei dat ik samen met de eerstejaars gesorteerd moest worden. Ik was nu al zenuwachtig. Toen keek ik even rond. Ooooooohhh.
Er waren zo veel kinderen in alle leeftijden. En heel veel daarvan staarde naar mij. Zeker omdat ik de enige oudere was die gesorteerd moest worden.
Toen stonden alle kinderen stil. Ik ging ook stil staan. Toen zei professor anderling: als ik jullie naam zeg, mogen jullie naar voren komen.
Ik kreeg nog meer de zenuwen. Alex, detels. Hmmm HUFFELPUF! De tafel van Huffelpuf klapte. Melissa, struinder. Hmmmm GRIFFOENDOR!
Die tafel klapte ook. Moon, dragie. Ik werdt nog zenuwachtiger ik wist niet dat dat kon. Ik stapte naar voren, en ging op het krukje zitten. Ik zag duizenden blikken die me aanstaarde. Professor anderling zette de hoed op mijn hoofd. Hmmm je hebt veel moed maar bent ook heel sluw, en je wordt snel jaloers.
Ik twijfel......GRIFFOENDOR! De griffoendortafel juichte. Ik keek even naar de Zwadderich tafel, daar zag ik die ene jongen zitten. Ik vond het ergens ook wel jammer dat ik niet in Zwadderich zat. Kwam dat door die jongen? Maar Moon je kent zijn naam nog geen eens! En nu al heb je een soort van gevoelens.
Ik gaf mezelf een klap. Harry zag het, waar was dat nou weer voor nodig? Hij moest lachen. Nee niks.... en toen moest ik ook lachen. Ik ging zitten.
Ik zat naast Harry. Er werden nog een paar andere eerstejaars gesorteerd, en toen was het klaar. Perkamentus zei: eet smakelijk. En toen stond er op eens eten!
Ik begon te eten. Harry stelde me voor aan ron en hermelien, die leken me erg aardig. Het eten was echt heerlijk! Maar uiteindelijk kwamen er ook nog toetjes!
Ik nam chocoladepudding, met daarna nog een lolly. Hmmmm. Toen waren we uiteindelijk klaar. Ik liep mee met Harry, ron en hermelien. Ik keek nog even naar die jongen. Hij keek net naar mij. Ik wende mijn blik af. We liepen naar de leerlingenkamer, toen waren we er. Het was heel gezellig en knus. Met banken, stoelen, tafeltjes en een haardvuur! Ik zei welterusten tegen iedereen. En liep naar boven. Ik ging in mijn mooie hemelbed liggen, en ik dacht aan dat het nog geen volle maan is. Ik dacht ook aan die knappe jongen. Daarmee viel ik in slaap.