0.9
'Laat me', smeekte ik. Hew keek me aan. 'Wat denk je wel niet? De toekomstige koningin loslaten?'
Ik dacht er even over na het te vertellen over Gaby, maar dan zouden ze haar achterna gaan en dat zou ik haar nooit gunnen.
'Hew', fluisterde ik. 'alsjeblieft, geloof me! Waarom ben je zo snel veranderd? Je was eerst een vriend...'
Hew leek te twijfelen over zijn woorden. Dat haatte ik vanaf het begin al aan hem, ook toen hij nog mijn vriend was en zelfs toen ik hem voor het eerst zag.
"Kan ik dit wel zeggen?" of iets anders, dacht hij dan. Ik zei altijd het gene wat het eerst in mij opkwam, en dat antwoord kwam dan misschien ruw over, maar het was het eerlijkst en het spontaanst. Als hij nog langer zo door ging leek het wel alsof hij altijd loog.
'Ik ben groot geworden', zei Hew. 'Jij ook. Maar ik ben groter geworden. Volwassener, slimmer.'
Ik voelde me zeer zeker beledigd. Hoe durfde hij te zeggen dat hij slimmer was dan mij?
'Je weet het nooit', zei ik. 'Alle Nobeën die jij naar ons kasteel gebracht hebt, heb ik vermoord. Met de hand, messen, bogen en zwaarden. Met alle wapens die je je maar kan bedenken. Jij bent niet slimmer, vuile No-' Ik zweeg en wachtte voor een woede-uitbarsting. Dat ik zijn soortgenoten vermoord had en dat ik niet slimmer was en dat ik hem "vuile Nobei" wilde noemen. Maar er kwam niks.
Hij staarde me veelbetekenend aan. Het was een blik van angst, kwaadheid, verdriet, verwarring, maar bovenal was het een blik die ik niet snel zou vergeten.
En zeker niet het moment dat er daarna gebeurde. Zijn blik keek recht langs me heen, en veranderde meteen zodra de opening open ging en er een gestalte verscheen. Een gestalte die ik goed herkende. Goed herkende als Aster. Hij droeg mijn boog en pijlen. Zachtjes streek hij over de krasjes waarmee er "Mia Fordan" stond. Hij glimlachte naar me. Daarna pakte hij een pijl en brak hem doormidden. 'Mia Fordan', zei hij smalend. 'Ik ben Aster Wernivitz, geboren in Nobei.'
Ik haalde diep adem en sloot mijn ogen voor een paar seconden. Hew, Aster, Nobel? Ik moest alles op een rijtje zetten, maar daar had ik geen tijd voor. 'Aster?', vroeg ik, harder dan ik gehoopt had. 'Correct.'
Ik kon er niet bij met mijn hoofd. Waarom had hij twee ervoor, bij mijn afscheidsdiner, de Nobeën neergeschoten? Of had hij dat eigenlijk wel gedaan? En waarom had me zo goed boogschieten geleerd.
'Wat willen jullie van me?', vroeg ik, huiverend. Ik had verwacht dat Aster zou antwoorden, maar het was Hew, ook al was hij minstens 30 jaar jonger dan Aster.
'Ik heb je nodig', zei Hew.
Ik fronste mijn wenkbrauwen. 'Waarbij?'
'Niet bij koningin zijn, in ieder geval', antwoordde Hew. Zijn gezicht verstrakte, alsof er een ongewenste herinnering werd opgehaald. Maar hij herpakte zichzelf vlug, en focuste zich weer op mij. 'Ik heb je nodig om te krijgen wat ik wil.'
Ik zag weer hoe Lana op de grond zakte, en zei: 'Denk je nou echt dat ik je ga helpen na dit? Of zijn je hersencellen gestopt met groeien sinds ik je voor de laatste keer zag?'
Hij lachte zelfingenomen. 'Mia Fordan. Ik weet niet of je door hebt hoe deze situatie in elkaar zit, maar mijn mannen zijn met 40'en, en zodra ik ze het bevel geef je vriendin, -Laura, was het niet?- te vermoorden, doen ze dat. Zij luisteren naar me. En jij ook.' Blijkbaar hadden ze Gaby toch te pakken gekregen. Nee, alsof de situatie nog niet naar genoeg was, hadden ze ook nog eens mijn beste vriendin.
Gekweld beet ik op mijn lip en mompelde 'Gaby'.
Hew keek van Aster naar mij. 'Ik geloof dat jullie wel even moeten bijpraten.' Nadat hij me nog één van zijn ondertussen welbekende grijnzen toe wierp, verliet hij de koets. Aster, die nog al die tijd in de deuropening stond, nam plaats op de plek tegenover, waar Hew had gezeten.
'Waarom?', was het enige woord wat ik kon uitbrengen.
'Ik eer mijn land', was Asters enige antwoord. Goh, fijn, de zweverige versie van Asters was weer terug. Ik had die kant van hem nooit echt leuk gevonden, al was ik ook niet bepaald dol op zijn nieuwe "verrader" kant.
Ik wist niet waar ik moest beginnen. In mijn hoofd zaten eindeloze vragen, alleen mijn mond kon ze niet uitspreken.
Dus ik keek hem aan. En ik bleef maar kijken. Na een paar minuten begon hij te praten. '15 jaar ben je nu. 15 al. Ik was ook 15, trouwens. Toen ik naar Senous kwam.'
Mijn mond leek eindelijk weer te weten hoe hij moest praten. 'Waarom kwam je naar Senous, als je zoveel van Nobei hield?'
Aster hield zijn ogen een paar seconden langer dicht en glimlachte. 'Omdat ik op rondreis was, Mia Fordan. Samen met de koning van Nobei, koning David Nobei. We waren beste vrienden. Maar toen ontmoette ik je vader. Ik moet je zeggen, ook al was hij 2 jaar jonger, hij was geen vriendelijk persoon. Maar koning Nobei en ik hadden geen geld meer, en toen er ons een baan als stalhulp werd aangeboden, namen we die aan. Al gauw bleek koning Nobei van mening over de rondreis door ons buurland heen veranderd te zijn. Hij wilde terug. Maar er was maar geld genoeg voor één persoon. Dus, ik gaf hem mijn geld, en ik bleef. Ik was 15, en mijn ouders waren allebei al overleden aan ziektes. Ik had niks te verliezen, in tegenstelling tot koning Nobei, wiens lot was om over ons land te gaan regeren. Ik bleef achter, leerde mezelf boogschieten en ondertussen hielden koning Nobei en ik contact doordat hij regelmatig op bezoek kwam. 15 jaar nadat ik voor het eerst in Senous was aangekomen, kwam er een soldaat van koning Nobei naar me toe. Hij vertelde me dat Hew was geboren. Ik reisde onmiddellijk terug naar Nobei. Daar hebben de koning en ik een belofte gedaan: dat ik Hew altijd zou beschermen, ook tijdens zijn bezoeken in Senous. Toen hij elf jaar na die dag in Verané aankwam, hebben we die belofte samen besproken. En toen werd ik zijn "spion".'Aster maakte aanhalingstekens in de lucht. 'En toevallig was dat ook het moment waarop jouw boogschut lessen begonnen, hé?'
Ik fronste mijn wenkbrauwen en dezelfde vraag spookte weer door mijn hoofd. Waarom had hij me leren boogschieten?
Er zijn nog geen reacties.