Romi's schrijfwedstrijd finale opdracht
Was ik maar met haar meegegaan. Dan was ik hier nu niet alleen.
Dan staarde ik niet eindeloos naar dit schilderij tot de dag voorbij was.
Het was zo erg nog niet. Het schilderij had echt fantastische kleuren, dat goed bij de omgeving paste. Zwart, grijs, simpel gezegd was het gewoon grauw van kleur.
Een getik op de achtergrond doorbrak de stilte, een klok die eindeloos tikken kon. Het enige geluid dat er was.
Ik lachte kort, het idee dat je eten nodig had, dat er simpelweg niet was.
De oorlog had alles kapot gemaakt, uiteindelijk kwam het op hetzelfde antwoord dat iedereen al wist.
De grote steden waren verwoest, de kleine dorpen geplunderd, de mensen die nog leefde moesten het doen met een korreltje rijst als voedsel.
Ik stond op uit mijn eeuwige waas, er was iets, iets wat ik niet herkende.
Wat was dat?
Stond er een meubel verkeerd? Nee, ik was alleen. Ik had het geweten als er iets verkeerd stond.
Ik wist zeker dat er wat verkeerds was.
Geluid... Er was wat aan het geluid, geluid van... Geluid van wat? Ik herkende het niet, maar toch wel. Iets aan het geluid voelde oud en vertrouwd, alsof het altijd al bij mij was.
Een voertuig, het was een voertuig, iets op wielen. Nu wist ik weer waar ik het eerder had gehoord.
Als klein kind droomde ik ervan om in zo'n voertuig te mogen gaan zitten. Niemand had echt een auto, alleen de militairen hadden zo'n ding. Mijn droom brokkelde af na wat die mensen ermee deden. Ze gebruikte het gewoon als moord wapen. Letterlijk mensen overrijden. Kannonen dat gemonteerd stonden op zo'n wagen, en ze schoten...
Mijn droom werd daardoor echt verwoest.
Kort voelde ik een sprankje hoop, hoop dat het geen wapen was. Het geluid werd harder, maar het klonk niet als iets zwaars. Het geluid klonk zacht en vriendelijk. Iets wat je bij zo'n bakbeest niet verwachten kon.
Na een korte tijd genoten te hebben van het geluid, verdween het. Het was kort, zo stil als het normaal ook was. Het geluid van de klok overstemde alles. En ik keek naar het grauwe schilderij dat ooit bekend stond als kunst.
Er werd aan de deur geklopt. Verrassend, ik kende niemand die zomaar naar mij toe kwam.
Ik wandelde naar de deur, en deed de deur voorzichtig open zonder ook maar te kijken wie het was. Dat had ik sowieso niet gekunt. Alle ramen waren afgedekt met hout. Er was geen glas.
Enige licht dat ik in mijn kamer had was van een kaars, die genoeg verlichting gaf om te staren naar het schilderij.
"Goedemiddag meneer, bent u als enige thuis? We willen een opruiming doen omdat er mogelijk bommen zijn hier in de omgeving." Het klonk redelijk geloofwaardig. Er waren er genoeg afgestoken, een wonder dat dit huis überhaupt nog overeind stond.
"Wat wil je dat ik doe? Ik wil best helpen." Hij lachte naar mij, wat lichtelijk bespottelijk klonk. Ik gaf er niet veel aandacht aan uit, maar ik kreeg ineens een hekel aan deze gast.
"We willen dat u meegaat, zodat wij het huis kunnen doorzoeken zodat er geen illegale wapens zijn." Zijn stem had alweer iets bespottelijks. Hij vertrouwde mij niet. Dat was zeker.
Hij wilde dus dat ik dit huis verlaat? Mijn vertrouwde plekje?
"Waarom zou ik? Ik heb nergens om naar toe te gaan. Ik blijf liever hier in dit huis," zei ik met een rustige stem.
"Meneer, we begrijpen uw mening, maar heb begrip voor ons. Wij zijn incapabel u te straffen, dus heb geen zorgen. Wij brengen u naar een tijdelijk verblijf, waar u gevoed kunt worden. U krijgt zelfs de mogelijkheid uzelf te wassen." Dat klonk erg aanlokkelijk, en ondanks de haat die hijzelf gecreëerd had, leek hij nu ineens vriendelijk.
Na een korte bedenktijd, had ik besloten mee te gaan.
Ik liep met hem mee naar het voertuig. Ik kon mijn ogen niet geloven, de auto was prachtig rood, een normale auto.
Niet die auto's waarmee ze mensen overreden. Niet de auto's met wapens, waarmee ze mensen hun hoofden mee afschoten. Hij deed de deur voor mij open en ik wandelde voorzichtig de auto binnen, ieder geval dat was de planning... Ik stootte eerst mijn hoofd drie keer voor ik er uiteindelijk in de auto zat.
Ik wreef wat over mijn hoofd, door de pijn die ikzelf had veroorzaakt.
"Gaat het meneer?" Ik knikte met een bevestigend geluid, dat het goed ging.
Hij sloot de deur naast mij dicht, en later stapte hij zelf in op de stoel achter het stuur. Ik was zo trots dat ik wist hoe zo iets heette, dat ik mijzelf moest inhouden. Hoe raar was het voor hem, als er iemand als een fanboy zegt: kijk, kijk, kijk, dat is een stuur! Een stuur!
Ik moest kort lachen om die gedachte, maar hij reageerde daar niet op.
"Het is niet ver rijden, ik geloof een halfuurtje."
Ik knikte opnieuw met een bevestigend geluid, dat ik het begrepen had, ik was nerveus. Wie zou niet nerveus zijn om voor het eerst in een auto te gaan zitten?
Hij reed voorzichtig de omgeving uit.
Het was echt prachtig. Ondanks dat er stukken verwoest waren, waren andere stukken weer gekleurd, gras en zelfs bloemen waren te vinden, zo snel ik het zien kon.
Ik voelde mij echt gelukkig. Ik dacht dat ik al gelukkig was met het kijken naar het schilderij, het was een hobby, maar dat was geen echte blijdschap, dit wel. Ik kon mij echt niet herinneren dat de wereld zo vol met kleuren zat. Dat betekend dat de wereld hiervan op kan knappen toch? Eindelijk af van alle oorlogen, en pijn.
Het was toch mogelijk te leven zonder ruzie en andere economische problemen? Waarom deed men dat dan niet? Was de macht zucht van mensen zo groot, dat ze een soort monopoly aan bepaalde rijkdommen wilden bezitten?
Het deed echt pijn als ik nadacht over wat de mensen allemaal hadden aangericht.
Zoveel mensen waren er denk ik niet meer op deze wereld, na zoveel geweld...
Uiteindelijk waren we gestopt voor een redelijk vriendelijk uitziend gebouw.
"We zijn er," zei hij kort.
Hij deed opnieuw de deur voor mij open waarbij ik tijdens het uitstappen mijn hoofd weer stootte. Serieus? Moest dit?
Ik stapte uit en observeerde het gebouw.
Een schot werd gelost, en ik zag hij mijn zicht opeens langzaam om begon te vallen.
Was ik geraakt? Ik voelde geen pijn.
Ik verstond de klap nog dat ik de grond had bereikt.
Ik stierf daar, op de grond zonder dat ik wist waarom.
Dachten jullie dat het leven eerlijk was? Dat er altijd van alles werd uitgelegd voor je sterft? Fout! Leer er maar mee leven!
Er zijn nog geen reacties.