Hoofdstuk 2
*PIEP,PIEP,PIEP* Ah, stomme wekker. Kan dat ding niet stoppen met piepen zodat ik nog even kan slapen? Ik haat het om vroeg op te moeten staan. Maar tja, het is niet anders, ik zou toch echt naar school moeten. Aan de ene kant heb ik daar helemaal geen zin in. Want ik bedoel, wie heeft er nou zin om naar school te gaan? Niemand toch? Maar aan de andere kant zie ik mijn vriendinnen wel weer. Vandaag gaan we vast en zeker weer wat meligs beleven. Ik zie het nu al voor me, Caroline en Yasmine die weer op de grond liggen van het lachen. En wij lachen met hun mee omdat zij zo’n aanstekelijke lach hebben, terwijl we niet begrijpen waarom hun lachen. Wat is het leven op die momenten toch mooi. Je hebt geen zorgen aan je hoofd, en alles wat je kan doen is lachen. Nergens aan denken en gewoon even helemaal gek doen. Ik kijk weer op de wekker. “Sh*t” zeg ik. Ik moet nu opschieten anders ben ik nog te laat ook. Van dagdromen, in dit geval ochtenddromen, gaat de tijd veel te snel voorbij. Ik spring uit mijn bed, en trek mijn kast open. Nu moet ik nog bedenken wat ik aan moet doen. Ik pak de eerste broek die ik in de kast zie hangen en zoek er een bijpassend shirtje bij. Het wordt een baggy broek met een rood shirtje. Niet geweldig leuk, maar het kan er mee door.
Daarna maak ik me verder klaar, ontbijt snel en spring op mijn fiets. Op naar school. Eenmaal fietsend merk ik dat het erg koud is, zelfs met mijn dikke winterjas aan. Had ik maar een dikkere trui aangedaan. Ik probeer alvast te bedenken wat ik op school kan verwachten. Mijn gedachten dwalen af naar die leuke jongen bij Caroline en mij in de klas. Hij is best wel verlegen, en Caroline vindt hem niks. Volgens mij vindt ze hem een sul. Ach wat maakt het toch uit wat zij van hem vind.
Ik vind hem heel leuk, en daar gaat het toch om? Langzamerhand begin ik het al wat warmer te krijgen. Ik weet niet of dat komt omdat ik aan hem denk, of omdat ik nu al een tijdje fiets. Maar ik vind het allemaal wel goed zo.
Eenmaal aangekomen op school merk ik dat de bel al is gegaan. Ik moet me dus haasten om nog op tijd te komen. Snel ren ik de school door naar het lokaal waar we les hebben. Ik trek snel de deur open en zet een stap naar binnen. Dan gaat de 2de bel. Dat scheelde niets, gelukkig ben ik nog net op tijd. Iedereen draait zich om en kijkt me aan met een blik van ‘heb-je-haar-ook-weer-hoor’. Ik merk dat ik rood begin te worden en kijk snel naar beneden, ik schaam me dood. Snel ga ik zitten op een vrije plek. “Goed mensen, nu we er allemaal zijn kunnen we beginnen met de les.” Zegt meneer Anderson. En hij kijkt me heel verwijtend aan. Caroline zit aan de andere kant van de klas en zit gekke gebaren naar me te maken. Ik heb geen idee wat ze aan het doen is. Totdat ze wat opschrijft op een papier. En die omhoog houd. Er staat op: Kijk voor je.
Waarom moet ik perse voor me kijken? Ik draai me om, en pas nu heb ik door dat ik recht achter hem zit. De leuke jongen. Alweer begin ik rood te worden. Waarom moet hij nou voor me zitten, straks kan ik me niet meer concentreren. En ja hoor, meteen als Meneer Anderson met de les begint dwalen mijn gedachten al af. Ik kijk nog even naar Caroline, zij let nooit op en nu dus ook niet. Ze ziet dat ik kijk en maakt nu een hartje met haar vingers. Ik steek mijn tong uit. Wacht maar tot ze zelf verliefd is!
Omdat ik me nu toch niet kan concentreren besluit ik maar dat ik beter helemaal niks kan doen.
Ik draai mijn pen een beetje rond tussen mijn vingers. Steeds sneller, en sneller.
Dan gaat het fout en valt mijn pen uit mijn handen op de grond. Ik buk naar beneden om hem op te pakken, maar in een keer krijg ik iets hards tegen mijn hoofd aan. Een pijnscheut schiet in mijn hoofd.
Ik vraag me af wat ik tegen mijn hoofd heb aangekregen.
Reageer (3)
meike houd je mond!!
1 decennium geledenmuwhahaah ik kan het wel raden en snel verder
1 decennium geledenLEUK!!
1 decennium geledenen "caroline" doet idd nooit wat op school