Ik ging en weg.

De vrouw begon tegen met te praten en ik luisterde geboeid. Terwijl ze tegen mij sprak nam ik haar goed op. De vragen flitsten door mijn hoofd.


Is ze te vertrouwen. Is ze een heks . Wat doet ze hier.

De vrouw riep me wakker uit mijn gedachten en zei dat we terug gingen omdat ze nu ik had toegestemd dat ik naar Zwijstein wou gaan zou ze het vertellen aan mijn moeder. Mijn moeder was zo druk bezig met haar werk dat ze gewoon op alles ja zei. Dus ging ik eigenlijk met een wildvreemde weg met mijn kostbaarste spullen mijn kleren en mijn ketting maar die heb ik aangedaan. Het is een gouden ketting en het is versierd met druppels water in goud. Er zit ook in het midden een zwart kristal. Elke keer dat ik het om doe word het kristal helder blauw. De vrouw keek er gefascineerd naar en vroeg hoe het kwam. Ik antwoordde dat ik het niet wist en dat het altijd zo ging. En toe kwam er een rare bus aan. We stapten in en in de bus zat het vol bedden. De vrouw betaalde met rare munten. En de bus vertrok ik had het gevoel dat we met 1000 km/uur gingen want in 5 minuten waren we op onze bestemming en ik had de vrouw horen zeggen dar het ongeveer 110 km ver was. We kwamen aan bij een kroeg.De Lekke Ketel maar liepen gewoon door tot dat we op een plek kwamen waar vuilbakken stonden. Ze riep een toverspreuk en in de muur kwam een klein gaatje en dat werd groter en groter. Tot dat het een grote poort was. We liepen door de poort en poef het was weer dicht.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen