Naar de toekomst - Finaleopdracht - Welcome to the new age
De knipperende, rode lichten konden onmogelijk nog heftiger aan en uit springen, maar het voelde wel alsof ze precies dat probeerden. Het breinslopende gehuil van de alarmen bleef doorgaan. Het was zo luid dat Elyan in eerste instantie niet kon horen wat Iris naar hem riep.
“Wat?” schreeuwde hij terug, al had hij al een vermoeden. Zijn hart hing in zijn maag als een brok steen.
Iris leunde dichter naar hem toe over de reeks touchscreens die tussen hen stond. “Het is te laat,” herhaalde ze. “Het gat is te groot. We moeten gaan.”
Elyan had zich alweer van haar afgewend voordat ze was uitgepraat. Hij prikte naar de letters op zijn holografische toetsenbord alsof ze hem persoonlijk iets hadden aangedaan, zelfs al wist hij dat het allemaal zijn schuld was. Een hete traan viel op het scherm, precies op een van de meters met de omgevingsfactoren, en hij moest de vlek met een puntje van zijn mouw wegvegen om de computer te overtuigen dat hij niet zijn vinger permanent op een volkomen zinloos schuifje hield. Zelfs DNA checks konden niet voorkomen dat een scherm zich onvoorspelbaar begon te gedragen als er dat soort spetters op terechtkwamen. De toestand van hun apparatuur hier beneden was deprimerend.
Wat precies de reden was dat de lichten bloedrood waren, niemand zichzelf nog kon horen denken en Iris om de computer heen was gelopen om aan zijn arm te trekken.
“Nee,” zei hij nog, zelfs terwijl hij zich liet meeslepen.
Iris sleurde hem de controlekamer uit, scheldend en met een ijzeren greep op zijn hand. “Ik heb geen tijd om je psycholoog te spelen, asshole. De radiatieniveaus zijn al gevaarlijk hoog. Ze hebben de aftelklok aangezet, dus als we niet binnen nu en vijf minuten weg zijn, worden we opgesloten.”
“Is iedereen geëvacueerd?”
“Zo goed als het ging.”
Elyan veegde met zijn vrije arm over zijn natte ogen en wangen zodat hij zou kunnen zien waar ze liepen. Iris leidde hem, maar het was voor haar stukken gemakkelijker als hij op zijn voeten lette en niet voortdurend struikelde. “Wat betekent dat?”
“Er was één vrouw die zich verzette. Ze is nog in de eetzaal volgens mijn schermen.”
“Is de doorgang daar al verzegeld?”
“Nee. Je weet dat dat overal tegelijk moet gebeuren.”
Elyan trok zijn hand los en sloeg een zijgang in.
“Wat doe je?” Iris was blijven staan en gilde hem achterna. Hij wapperde een hand naar haar.
“Ga naar de dichtstbijzijnde deur! Ik neem de uitgang daar.”
Hij bleef niet wachten om te zien of ze deed wat hij zei. Er was geen tijd, zoals ze hem zelf heel goed duidelijk had gemaakt. Hij concentreerde zich op het inslaan van de juiste paden. Het complex was soms bijna een doolhof, en hoewel iedereen het na vijf jaar op zijn duimpje kende, zag het er toch spookachtig en vreemd uit in alarmmodus.
De gigantische eetzaal, die normaal gesproken vierentwintig uur per dag geopend was, was nu volkomen verlaten. Er zat één enkele vrouw op de vloer midden in het gangpad, opgekruld tot een balletje. Elyan naderde voorzichtig, want hij wilde haar niet aan het schrikken maken. Het was vergeefse moeite; haar ogen waren rood en vochtig toen ze met een ruk naar hem opkeek.
“Hallo,” schreeuwde hij. Precies op dat moment zette iemand eindelijk het alarm af. De lichten bleven knipperen, maar theoretisch had je een speld kunnen horen vallen, als er nog iemand over was wiens oren niet suisden.
“Wie ben je?”
Elyan wierp een blik op de deur, die nog geen tien meter van ze verwijderd was. Door het raampje maakte een onbekende man een paniekerig gebaar dat hij moest opschieten.
Elyan keek naar de vrouw, die nog steeds op een antwoord van hem wachtte. Hij ging naast haar zitten. Het leek een goed teken dat ze tegen hem praatte. “Ik ben Elyan,” zei hij. “Ik ben de technicus die een uur geleden het lek in de schilden op deze verdieping van de bunkers ontdekte.”
“Ah,” zei de vrouw, en dat was het. Het moment van hoop dat Elyan had durven te hebben was alweer voorbij.
Hij was niet erg geïnteresseerd in haar naam op het moment, dus hij vroeg er niet naar. Er waren belangrijkere zaken. “Zullen we gaan? Ze wachten op ons.” Dat was een leugen. Indien nodig zouden de doorgangen naar de andere verdiepingen ook worden afgesloten als zij hier nog zaten, maar het klonk vriendelijker.
“Ik wil niet.”
“Je gaat dood als je hier blijft.”
“Precies.”
Elyan ademde uit. Het klonk als een aantrekkelijk vooruitzicht op het moment, moest hij toegeven. Deze vrouw had echter niet pas anderhalf uur na begin van haar werktijd gemerkt dat een aantal waarden die ze beter in de gaten had moeten houden kritische niveaus benaderden. Zij had niet zijn excuus. “Waarom?”
“Ik wil hier niet meer zijn.” Ze haalde bijna onmerkbaar haar schouders op. “Het voelt als een gevangenis. Ik dacht altijd dat we de lucht in zouden gaan, of naar een andere planeet, zoals onze voorouders hoopten. Als je kijkt naar hun sci-fi - Star Trek, Star Wars, overal sterren. En nu? Nu zitten we hier vast, zonder ramen, in een grafkist voor een miljoen mensen.”
“Star Trek is honderdvijftig jaar oud. Dingen veranderen.”
“Maar het was zo goed, en nu niet meer.”
Elyan twijfelde over het eerste deel van die uitspraak, want iedereen wist dat de nucleaire bom die ze hierheen had gedwongen niet uit het niets was gekomen. Ze hadden het zelfs zo ver van tevoren zien aankomen dat ze de tijd hadden gehad om een gigantisch complex te bouwen aan de verkeerde kant van de aardoppervlakte. Hij had vijfentwintig jaar onder de blote zon geleefd voor hij hier kwam en kon zich geen tijd herinneren dat hij niet bang was.
“Mijn dochter zal nooit sterren zien, of een bloem, of een regendruppel die niet uit een douchekop komt.”
Dat was iets waar hij misschien eindelijk wat mee kon. “Je hebt kinderen?” vroeg hij. Hij was oprecht verbaasd, want ze leek nog zo jong. Ze moest een tiener zijn geweest toen de bom viel.
De vrouw zei niets, maar sloeg haar armen nog wat steviger om haar eigen torso.
“Je bent zwanger.” Hij vatte de stilte op als een bevestiging. Hij kon voelen dat er alweer tranen opwelden in zijn ogen, dus hij veegde ze ruw aan de kant. “Als je hier blijft, zul je nooit je baby zien.”
“Misschien is het beter zo. Hier kinderen opvoeden? Het is inhumaan.”
Er liep een stroom volkomen stille tranen over de wangen van de vrouw. Elyan merkte ze nu pas op. “Het leven hier is best wel goed,” probeerde hij. Hij kon zichzelf niet eens overtuigen.
“Maar voor hoelang nog? We hebben onszelf dit aangedaan. Het is onze eigen schuld, maar moeten onze kinderen daaronder lijden?”
“Dus je wilt hier blijven? Dit is een vreselijke manier om dood te gaan.”
Voor het eerst had ze geen antwoord meer klaarliggen.
“Je kent de verhalen. Moe en misselijk en diarree en interne bloedingen, is dat hoe je het wilt eindigen?”
“Het is de enige manier.”
Elyan haalde diep en huiverig adem. Aan de andere kant van de deur zwaaide Iris met haar armen, maar hij zag haar niet echt. “Nee, dat is het niet. Ik kan toegang krijgen tot pillen. Als je er te veel in één keer slikt, is het alsof je gaat slapen en nooit meer wakker wordt.”
Ze staarde hem aan voor wat voelde als een eeuwigheid. Hij kon niet terugkijken, en hij had geen idee wat ze zag. Achter het raampje in de deur hield Iris met een erg bezorgd gezicht één vinger omhoog. Dit was hun laatste minuut. Over zestig seconden zouden alle uitgangen gesloten worden om schade aan de dieper gelegen delen van dit ondergrondse bolwerk te voorkomen.
“Oké.”
Het woord echode door Elyans hoofd voordat hij er een betekenis uit kon halen. Hij veerde omhoog en bood haar twee handen aan. Ze liet zich overeind helpen en naar de deur brengen, die vlak voor hen open gleed en direct weer achter hen dichtsloeg. De paniekerige man van eerder stond bij het bedieningspaneel in de muur en toetste als een gek codes in. Niet zo vreemd, want ze waren allemaal een beetje gek na een half decennium onder de grond.
Hun zesde jaar begon nog dieper. De klimaatcontrole werkte perfect, maar Elyan huiverde desondanks.
Er haastten zich twee mensen in volkomen witte kleding op ze af. Terwijl een van hen hem scande met haar handcomputer, trok Elyan de aandacht van de andere, die hetzelfde deed bij de vrouw wiens naam hij nog steeds niet wist. Elyan hield zijn ogen strak op de dokter gericht, want hij kon de jonge vrouw opnieuw niet aankijken.
“Ze is suïcidaal,” zei hij. Hij had niet helemaal geweten wat er uit zijn mond zou komen tot hij de woorden uitsprak. “Houd een oogje op haar.”
De ogen van de vrouw boorden in zijn achterhoofd terwijl Iris hem omhelsde. Hij deed zijn best het te negeren en begroef zijn schuldgevoel, twijfels en medelijden ergens diep, heel diep, waar hij ze niet meer kon vinden. Daar zouden mensen nog erg goed in moeten worden de komende paar duizend jaar.
Er zijn nog geen reacties.