26/01/2017 | Een gedicht, Gedichtendag
Ik dicht gedichten alsof ik een dichter ben.
Maar en dichter was ik nooit en zal ik nooit zijn.
Een schrijver des te meer, met weinig woorden die in trage zinnen spreken en in teksten zal het eindigen.
In teksten zal ik lopen, sneller dan ooit tevoren, alsof ik gehaast ben.
Maar gehaast ben ik allerminst, kalm spreek ik want doordacht moet het zijn.
Maar het is een doolhof en alleen ik kan verdwalen.
Wijzers staan er voor iedereen maar als dichter ben ik blind, als dichter ben ik doof en als dichter zal ik zijn.
Maar dichten zal ik niet want als ik dicht moet er kunst komen uit deze pen.
Dan moeten woorden, draaien en kronkelen totdat zijn elkaar ontmoeten in een tekening ongezien en veel besproken.
En zinnen moeten zich schrijven op mijn huid maar een leeg canvas ben ik.
In mijn ogen moet het spreken maar waar geen lippen zijn, kunnen geen woorden vormen.
Ademen moet het maar het hijgt uitgeput en opgekropt.
Nee, kunst is het niet. Want een dichter dicht en een dichter ben ik niet.
Reageer (1)
Hoewel je geen dichter bent, vind ik het echt heel mooi. Heel herkenbaar van dat niet kunnen dichten, omdat je een schrijver bent. (:
7 jaar geleden