De dagen gingen langzaam voorbij. En dagen werden weken. Met de hulp van mijn vader had ik een tweede Horcrux weten te maken. Het was aan mij om hem te bewaren, had Voldemort gezegd. Ik staarde er naar. Het kleine gouden beeldje lag in mijn handen. Ik hoorde er zacht gefluister van af komen. 'Sarah,' zei iemand en ik kwam uit mijn trance. Ik keek op in het gezicht van Voldemort. 'Verberg het.' Ik knikte en ik pakte mijn toverstok in mijn handen. Daarna Verdwijnselde ik.

Met mijn voeten landen ik op het zachte mos. De avondzon scheen zwakjes door de bomen heen. Doordat het al vroeg donker werd, had ik behoefte aan meer licht. 'Lumos,' zei ik en een lichtstraal ontstond uit mijn toverstok. Terwijl ik over het zachte mos liep, vervolgende ik mijn weg. In de schemer liep ik naar het kleine, verwoeste huisje. Hier hadden mijn ouders vroeger geleefd. Wist ik. Het huis was kapot. Alleen omdat ik wist dat het een huis was, wist ik wat het ooit was geweest. Nu was het slechts een ruïne. Ik liep door, om het huis heen. En ik herkende de boom die achter het huis stond. Een glimlach ontstond op mijn gezicht. Mijn naam stond in de boom gegraveerd. Dat had ik gedaan toen ik nog klein was. 'Sarah', stond er met hoekige letters. Ik hurkte neer. Met de hulp van magie groef ik een diep gat. Ik legde het gouden beeldje erin. Met mijn hand duwde ik de grond weer erin. Met een klein zwiepje van mijn toverstok leek het net alsof er nooit iemand was geweest.

Ik had besloten om een wandeling door het bos te maken. Al anderhalf uur liep ik nu door het besneeuwde bos. Het was inmiddels donker. En het enige wat het bos verlichtte waren de maan en mijn toverstaf. Het bracht mij tot rust. De stilte van het bos. Echter toen ik een takje hoorde kraken stond ik abrupt stil. 'Nox,' fluisterde ik en het licht dat uit mijn toverstok kwam doofde. Ik tuurde in het duister. Er was niks meer te horen. Ik wilde doorlopen, totdat ik stemmen hoorde. Ik herkende de stem van Fenrir Greyback. De werewolf. En kort daarna hoorde ik de stem van Scabior. Vlak bij mijn oor. 'Hallo daar,' zei hij, 'lekkere parfum heb je op.' Vervolgens voelde ik hoe zijn koude handen mijn arm vastgrepen. Echter was ik sneller. 'Crucio,' riep ik. Een rood schijnsel verlichtte het bos. Scabior viel creperend van de pijn op de grond. Na enkele seconden hief ik de curse op. En hurkte ik bij hem neer. Scabior keek mij vol schrik aan. Hij besefte wie ik was. 'Waag het niet om mij ooit nog aan te raken,' siste ik in zijn oor. Daarna stond ik op en wierp ik een blik op de Snatchers. Die in een halve cirkel om ons heen stonden. Ik liet mijn blik rusten op Fenrir Greyback. Greyback vernauwde zijn ogen. Ik hoorde achtermij hoe Scabior op was gestaan. Met een enkele beweging draaide ik naar hem toe. Toen hij dit zag boog hij nederig zijn hoofd. 'The Dark Lord krijgt hier over te horen,' zei ik voordat ik Verdwijnselde.

Ik wist niet dat op dat moment Harry Potter en Hermione Granger mee stond te kijken. Vlak achter de beschermde spreuken.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen