The hunt
Een opvallend grote goud/beige wolf vlucht tussen de oude bomen door. Ze rent voor haar leven, ze wordt achterna gezeten. Hoefgetrappel nadert gevaarlijk dichtbij. Ze vreest voor haar leven. De mens, en niet zomaar mensen. Ze waren ridders, volledig bekleed met ijzeren sterke harnassen. Waarom ze hier waren was haar een raadsel. Want het woud waarin ze leeft daar wonen geen mensen. Misschien waren ze op doortocht om een dorp te veroveren. Ver Ver van hier. Maar dat was een zorg voor later, ze moest hen kwijtraken. Haar naam was Ylva, en zij is een weerwolf. Ze kon in menselijke gedaante veranderen wanneer ze wil. Alleen gebruikte ze haar menselijke gedaante zelden. Haar roedel verbood haar die ook te gebruiken. Ze houden niet zo van mensen, nu kan je wel zien waarom. Ze jagen op haar omdat ze immens groot is en een prachtige vacht had. Wie wil haar nu niet dragen als jas. Ylva werd ziek van de gedachte. Ze dwong haar poten om nog sneller te lopen, het deed pijn en ze was zo moe. Maar ze moet doorbijten als ze wil overleven. Lenig sprong ze over een dikke omgevallen eik en liep tussen de hoge stuiken door. Uiteraard springen die paarden daar met gemak over. Toch merkte Ylva dat de hoefgetrappel steeds minder hoorbaar werden. Haar gelaat werd meer ontspannen. Ze zal ontsnappen. Voor haar was een steile klif. Met gemak wist ze helemaal aan de bovenkant te geraken. Tevreden keek ze naar beneden. Ze hoorde een paard naderen. Ze drukte haar pluizige oren dicht tegen haar schedel en ontblote haar scherpe witte tanden. Ze had een agressieve uiterlijk, klaar om aan te vallen moest het nodig zijn. Een ridder kwam tevoorschijn, hij had een lange blauwe tuniek met een goudachtige wolf als patroon. Zijn paard trappelde onrustig, het voelde haar aanwezigheid en wou zo snel mogelijk weg van haar. De ridder moest zijn hoofd een beetje naar beneden richten om haar goed te kunnen zien, hij had enkel een klein spleet door zijn ijzeren helm waar hij door kon kijken. Ylva staarde een tijdlang naar zijn blauw/groene ogen die haar de hele tijd aankeek.Uiteindelijk steeg de ridder van zijn nerveuze paard en stapte in de richting van Ylva. Gaat hij haar nu echt uitdagen? Hij onderschat haar kracht. Zijn hand greep naar zijn zwaard die nog in de schede zat en trok die langzaam uit. Hij hief zijn lange ijzeren zwaard in de lucht naar Ylva gericht. Tot haar grote verbazing deed hij iets wat ze totaal niet op voorbereid was. Hij stak zijn zwaard in de grond en deed een paar stappen achteruit. Haar agressieve houding nam een ontspannende en nieuwsgierige houding aan. Haar oren waren nu naar hem gericht en ze hield haar hoofd een beetje scheef. Hij liet haar gaan. Hij maakte zichzelf kwetsbaar om te laten zien dat hij geen kwade bedoelingen had met haar. Hij gooide zijn grote blauwe mantel over zijn schouder en bleef haar aankijken. Ylva deed aarzelend een stapje achteruit, ze kon het niet geloven dat hij haar zomaar liet gaan. Terwijl hij de mogelijk had om haar te doden en te gaan pronken aan zijn mensen. Uiteindelijk draaide ze zich om en verdween dieper in het woud.
Hij keek toe hoe het prachtige wezen verdween, hij was betoverd door de schoonheid van de wolf. Hij vond het zonde om zoiets moois van het leven te beroven. 'Arkin, heb jij de wolf gezien.' Arkin hoorde de paarden achter hem aankomen. Hij trok zijn zwaard uit de grond veegde hem rustig proper terwijl hij zich omdraaide. 'De wolf is allang ontsnapt, laten we terug keren naar onze missie.' Hij liet zijn zwaard in zijn schede glijden en steeg op in het zadel. Zijn paard bleef onrustig. Even keek hij achter zich. Maar zag alleen maar de ongerepte natuur. 'Is er iets Arkin?' Vroeg een ridder die naast hem kwam rijden. 'Neen, alles is in orde. Ik ben wat afgeleid door onze missie.' De ridder knikte begrijpelijk. Arkin droeg een koninklijke brief bij zich, die is voorbestemd aan een heel belangrijk edelman. Hij verzet zich al een tijdje en wil niet meewerken met de koning, de rijke edelman heeft heel wat macht en veel mannen die hem zullen beschermen. Ze zullen niet blij zijn met de brief. Arkin vreest dat hun woede wordt uitgeoefend op Arkin en de rest van de ridders.Hij spoorde zijn paard aan om te galopperen. 'Laten we gaan, we hebben al teveel tijd verspild.' Commandeerde hij. Zijn grote blauwe mantel wapperde als een vlag door de wind die ze aanmaakte door te galopperen.
Er zijn nog geen reacties.