0.4
'En toen...' Gaby hield haar adem in, keek ons mysterieus aan en glimlachte. 'werd Mia dus verliefd op Hew.'
'Hew?' Ik keek haar raar aan. Ja, ze had ergens wel gelijk. Ik was elf toen de oorlog uitbrak tussen Senous, waar ik woon, en Nobei, ons buurland. Diezelfde dag nog, kwamen de koning van Nobei, zijn vrouw en zijn dochter Charly en zijn zoon Hew, die toevallig even oud was als ik, naar Verané om te praten over de net uitgebarsten strijd. Hew en ik trokken weken lang samen op, tot de koninklijke familie weer vertrok. Sindsdien heb ik hem niet meer gezien.
Ik weet niet meer wat nu waar is; zou hij nog steeds zo grappig en leuk zijn, of zou hij zijn veranderd? Is hij al getrouwd? Denkt hij nog wel eens aan mij? Vond hij me überhaupt wel bijzonder?
Allemaal vragen waar ik nooit antwoord op zou krijgen. Wat maakte het ook uit, ik moest toch trouwen met Domme Danny.
Ik grinnikte. 'Oké, ik vond Hew misschien een klein beetje leuk.' Ik keek schichtig naar vader, maar die was gelukkig druk in gesprek met onze slager. Hij zou me meteen naar mijn kamer slepen en de deur voor eeuwig op slot doen. Nobei. Dat woord waren de afgelopen maanden of niet, of juist teveel afgesproken. Nobei dit, Nobei dat. Of er werd maar gezwegen.
'Een beetje?', lachte Gaby. Nu had mijn vader het wel opgemerkt en het was even helemaal stil. Iedereen, behalve mijn vader en de slager, hadden het merkwaardige gesprek gehoord.
Na een paar seconden begon de slager weer te brullen. Vader hield me nog steeds goed in de gaten.
'En-' Gaby nam een slokje rode wijn.
Ik greep haar arm vast. 'Ja ja Gaby, genoeg zo.'
Ze leek het te begrijpen.
Toen zette ze een mysterieus glimlachje op en fluisterde wat in mijn oor.
'Wat?' Verbaasd keek ik haar aan.
Gaby giechelde. 'Dat je nooit meer verliefd mag worden op zijn blonde bloempot!'
Ik trok een wenkbrauw op. 'Ik geloof dat je iets heel anders zei.'
Gaby wou antwoord geven, maar mijn vader stond op. 'Welkom, allemaal', lachte hij. Hij keek naar over de ongeveer driehonderd mensen die aan de tafel zaten.
'Over niet al te lang trouwt Mia-' Ik stond op en knikte naar hem. 'Met onze kroonprins sir Wouds!'
Luid geklap en gejuich.
'Morgen vind haar vertrek plaats achter de stallen van Benny-' De slager wou opstaan en knikken net zoals ik, maar zijn vrouw trok hem snel naar beneden. Dat mochten alleen koninklijke mensen doen.
'En dan is hier het eten', riep vader. De dienstmeiden kwamen aangesneld.
'Stop!' Een hijgende bewaker duwde een dienstmeid aan de kant. 'Stop! Stop! Een bende valt het kasteel aan! Zorg dat je veilig bent!'
Vader liet zijn glas vallen. Ik sprong op. Iedereen begon te schreeuwen. Ik wenkte Gaby, Maria, Sammy, Lara, Noah en Victoria.
Die sprongen op en renden met me mee naar mijn kamer. Ik greep mijn boog en hing de pijlenkoker op mijn rug, De jurk zat best gemakkelijk, omdat ik hem dunner had geknipt.
'Blijf alsjeblieft hier', smeekte Victoria, de tweeling van Maria, me. 'Je verwond jezelf nog. Hoe kan je dan trouwen?'
Ik glimlachte. 'Ik snap je wel. Maar geloof me, er gebeurt niets. Gaby en Noah, blijven jullie bij Victoria en Lara? Maria, Sammy en ik gaan ze tegen houden.'
Maria en Sammy, sowieso wel de sterkste van het groepje volgden me naar de opening in de muur. Ik klom op het dak.
Sammy twijfelde niet en gleed bijna uit. Maria was iets voorzichtiger en kwam naast me klimmen. 'Zeg me Mia, waar mee moeten we ons verdedigen dan?'
Het vestje wat ik snel over het jurkje aan gedaan had, gleed open. Rijen vol met messen kwamen tevoorschijn. 'Jullie kunnen werpen.'
Maria leek te stralen. Messen waren duur.
'Kijk uit, Mia!' Sammy dook op me en een pijl schoot rakelings langs ons. 'Ze komen voor jou! Als ze straks jouw kamer in gaan...'
Ik dacht even aan mijn vrienden die beneden mijn voeten zaten te wachten. 'Daarom schieten we op.'
Nu pas zag ik dat er ongeveer twintig ruiters beneden stonden. Hopelijk zouden vier pijlen ze weg kunnen jagen; ze leken immers op vuurpijlen.
Ik deelde de messen uit en we schuilden achter de torenkamer, die boven de andere kamer uit stak. Toen zag Sammy zijn kans vrij, pakte een mes en smeet het naar de ruiters.
Raak, in zijn borst. 'Ah! Help me!', schreeuwde de man, voordat hij op zijn knieën viel. Een andere ruiter kwam naar hem toe en wilde hem overeind helpen, maar de man met de snee in zijn borst -die ongetwijfeld diep was- kon niet meer op of neer. Toen wees de gewonde man naar ons. Ik spande mijn boog en schoot.
De ruiter schoot aan de kant en de pijl boorde zich in de hals van een andere ruiter. De ruiters waren geschrokken. Onze bewakers vochten hard.
'Help!' klonk Victoria. Maria beet op haar lip en gooide allerlei messen naar beneden.
'Ga naar ze toe, Maria', riep ik. 'Help ze, bescherm ze met je messen. Wij redden het wel.'
Maria knikte en schoot naar het raam. Hulpkreten vlogen door de lucht.
Ik vond het tijd voor meer actie en probeerde mijn snelheidstactiek, die Aster en ik samen hadden uitgevonden.
Heel snel achter elkaar schieten. Eerste pijl. Eén ruiter. Tweede pijl. Nog een ruiter. En derde pijl. Ik had geluk gehad, want er liepen twee mannen naast elkaar, waardoor ik ze tegelijk afschoot.
Sammy pakte een groot mes en schreeuwde wat onverstaanbaars. De ruiter die geprobeerd had Sammy's eerste slachtoffer te helpen, keek op. Het mes landde tussen zijn ogen in.
'Sammy', zei ik. 'Dit moet je echt als werk gaan doen.'
Sammy haalde bescheiden zijn schouders op en keek weer naar beneden. Een pijl schoot op hem af. Ik herkende de pijl meteen. Mijn pijl! Waren ze mijn pijlen aan het afschieten?
Ik sprong over een langs vliegende steen heen, die ze met een katapult afschoten, en griste de pijl uit de lucht.
'Mia!' Sammy duwde me weer achter de torenkamer. Opeens begreep ik het; dit was een pijl van Aster!
Ik laadde mijn boog en kwam achter het torentje vandaan. Aster stond in een rode mantel achter de ruiters en schoot er een paar neer. Eentje keek om en liep met een bijl op hem af. Ik schoot mijn pijl uit kwaadheid bijna mis, maar alsnog in zijn nekvel. Hij viel neer. Aster glimlachte. Er waren nog ongeveer vijf ruiters. Er waren er ook ongeveer zes binnen, want iedereen was in paniek.
'Sammy!', schreeuwde ik. 'Versterk ze binnen! Help Maria en neem je messen mee!'
Sammy zei niks, gooide nog een enkel mes en pakte de messen. Ik zag dat er nog drie ruiters naar binnen waren gegaan. Ik spande mijn boog en schoot de andere twee snel neer. Veel pijlen had ik niet meer. Daarna volgde ik Sammy naar binnen. In mijn kamer was het één grote chaos. Er stonden twee ruiters, die uithaalden en naar de opening te komen. Om naar het dak te gaan en de toekomstige koningin te vermoorden.
Het was binnen veel moeilijker om raak te schieten, want het was druk en ik had geen ruimte. Victoria en Lara waren nergens te zien. Gevlucht of verstopt waarschijnlijk. Twee bewakers grepen een ruiter vast, maar hij schoot er één neer, waarna de ander wegrende om versterking te halen. Maria en Sammy waren bezig met zorgen dat de ruiters snel omkwamen, en Gaby lag doodsbleek onder het bed.
Noah probeerde de ruiters met zijn vuisten te lijf te gaan, maar met hun zwaard kon hij hen niks maken. Maria en Sammy durfden natuurlijk niet de gooien, stel dat ze iemand raak gooiden.
Ik wel. Ik schoot en raakte de ene ruiter in zijn schouder. Hij keek op, maar ik bukte achter Noah.
Toen voelde hij de pijn en zakte neer. Zijn maat probeerde hem te helpen, maar zodra de ruiters beide dichtbij de grond waren, stormden Sammy en Maria met hun messen op hun af en staken ze neer.
'Ze zijn dood!' Gaby kwam overeind. Ik wierp nog één blik naar buiten, waar Aster stond. Hij keek me aan, hief zijn hand en liet zijn pijlenkoker, met dezelfde soort pijlen als de mijne, in het hoge gras zakken. Daarna draaide hij zich om en verdween in het bos.
'Ik ben zo terug.' Haastig wurmde me ik door mijn blije vrienden heen.
Reageer (3)
Haha ik zal het verbeteren dat met die puntkomma's, ik heb eigenlijk geen idee wat ik er mee moet doen dus ik zal het linkje eens checken, bedankt voor je feedback (:
7 jaar geledenhttp://www.taalpartners.nl/taaltips/46-grammatica/255-wanneer-gebruik-je-een-puntkomma-niet Je maakt best veel gebruik van puntkomma's, echter in de meeste boeken wordt dat amper nog gebruikt. Persoonlijk zou ik hier vanaf zien, omdat je paar fouten ermee maakt. Dit is natuurlijk een eigen keuze (:
7 jaar geledenDiezelfde dag nog, kwamen de koning van Nobei, zijn vrouw en zijn dochter Charly en zijn zoon Hew, die toevallig even oud was als mij, naar Verané om te praten over de net uitgebarsten strijd.
7 jaar geledenDeze zin is iets te lang plus het is even oud als ik
Diezelfde dag kwamen de koning van Nobei, met zijn gezin. Naar Varane om te praten over de strijd die was uitgebrasten. Zijn zoon Hew was even oud als ik.
Zo zou ik het doen (: Misschien een tip, vraag een beta-reader aan! Tevens kun je ook vragen of ze uitleg willen geven over wat je fout doet. Erg handig! Probeer ook de zinnen door te laten lopen, dit leest fijner. Dat is voor de lezer fijner.
Ze leek het te begrijpen.
Toen zette ze een mysterieus glimlachje op en fluisterde wat in mijn oor.
Ze leek het te begrijpen. Toen zette ze een mysterieus glimlachje op en fluisterde wat in mijn oor.
Dit doe je trouwens wel vaker, maar andere keren doe je het gewoon mooi aan elkaar. Vond het wel grappig!
Verder blijf doorgaan!!