Ik kneep mijn ogen tot spleetjes, richtte, opende mijn ogen en de liet de pijl los. In de roos.
Mijn leermeester, meester Aster, was niet zo gul in complimentjes. Maar omdat dat mijn laatste les was, denk ik dat hij expres zei; 'Goed zo, Mia. Ik merk wel dat je talent hebt. Hopelijk blijf je het verder ontwikkelen.'
Ik zweeg. Dat kan niet. Natuurlijk niet. Ik trok een pijl uit mijn koker, legde hem op de pees en spande de boog. Ik probeerde zo nonchalant te blijven staan, dat moet ook als je iemand besluipt. Dan kan je ook niet met je been naar voren en je ellebogen naar achteren gaan staan. Dat valt te veel op.
Ik wilde wat nieuws proberen in mijn laatste les. Morgen zou ik vertrekken. Ik moest er het beste van maken. Ik draaide een rondje en mikte de pijl binnen een halve seconden. Net naast de roos.
Aster legde zijn hand op mijn schouder. 'Je interesseert me. Ga verder.'
Ik besloot het nu anders aan te pakken. Ik pakte mijn pijlen van het schietbord af en liep weg. Ondertussen, met mijn rug naar het schietbord toe, spande ik mijn boog. Ik draaide me met een ruk om en schoot. In de roos.
Asters ogen schitterden van plezier. 'Mia, wat een talent! Maar je hebt meer uitdaging nodig. Schiet die vogel daar.'
Hij wees naar een zenuwachtig fladderende mus. 'Maar... Nee', zei ik vastbesloten. 'Ik ga voor meer uitdaging geen onschuldige mussen doden.'
Aster glimlachte. 'Dat had ik verwacht van je, goed zo. Maar dat bedoelde ik eigenlijk niet. Ik bedoelde de stenen raaf op de zijkant van de kasteelpoort.'
Ik keek naar de raar, die van dun steen was. Eén pijl zou hem kapot kunnen maken.
Morgen zou ik voor de laatste keer in jaren hier zijn; ik mocht heus wel wat herinnering van mezelf achterlaten.
Ik draaide me naar de vogel, en schoot. Op zijn snaveltje. Het kopje barstte kapot, maar het lichaampje bleef heel.
Ik stond er nog geen twee seconden bij stil.
Ik pakte een nieuwe pijl en schoot. Het lichaam was nu ook kapot. Zonder op een opmerking van Aster af te wachten schoot ik de andere raaf in één keer kapot.
Aster bleef stil. Hij trok mijn boog uit mijn handen. Hij trok een pijl uit de koker en richtte. Toen liet hij zijn hand los. De pijl vloog weg. Ik zag niet waarop hij had gericht.
'Waarom...', begon ik. De pijl was niet meer te zien. Verdwenen in de lucht. 'deed je dat? Nu heb je een pijl minder.'
'Soms moet je risico's nemen', zei Aster. 'Stel je voor... Er had een onzichtbare draak in de lucht gezeten. Dan wist jij dat hij er zat.'
'Maar er bestaan helemaal geen onzichtbare draken', zei ik. Ik keek een beetje verontwaardigd.
Aster glimlachte. 'Als je die pijlen nooit afschiet, kom je het ook nooit te weten.'
Ik wilde zuchtten, maar bedacht net op tijd dat Aster daar niet van gediend was. Hij had gelijk. Tenminste, dat vond hij. Iedereen dacht dat Aster een oude wijze man was, maar ik wist wel beter. Hij verzon allemaal spreuken en mooie zinnetjes, maar alles was onzin. Niks oude wijze man.
Nou ja, dat is dan misschien een nadeel aan Aster. Voor de rest was hij snel, in nadenken en in handelen, slim en vooral vooruit denkend.
Hij heeft zonder twijfel die pijl afgeschoten met de gedachte; er is niemand in de buurt, het kan. Ik had hem gewoon afgeschoten zonder te denken dat ik misschien iemand kon raken.
Aster zegt dan ook dat dat juist een goede eigenschap is. Ik heb niks met mensen die zo gevoelig zijn dat ze zelfs als hun hele familie doodgeschoten is nog het idee hebben, van, kom, ik ben geen moordenaar, ik ga niemand vermoorden. Als iemand mij bedreigde zou ik zonder moeite durven te schieten. Als ik diegene niet ken, natuurlijk.
Ik wist wel dat mijn vader dat ook dacht, toen hij zei dat hij Lana sterk genoeg was om ons te beschermen. Lana was misschien sterk, en Gaby ook een beetje, maar ik was genadeloos.
En daar ben ik trots op.
'Dat maakt toch niet uit', zei Aster. 'Je weet het wel. Iets meer fantasie is gewenst, Mia.'
Fantasie. Gaby en Lana beweerden dat ik het teveel had en Aster dat ik er een gebrek aan had.
'Mia', zei Aster. Ik schrok op. Blijkbaar was ik de hele tijd al aan het staren naar hem. 'Oh, sorry.'
'Mia', zei Aster weer. 'Ja?' Ik moest een glimlachje lachen om te voorkomen dat ik mijn lippen stijf op elkaar perste en spottend keek.
'Je hebt een betere boog nodig.'
Ik fronste mijn wenkbrauwen. Ik had misschien een oude zelfgemaakte, maar die was toch prima?'
'Je krijgt de mijne.' Aster deed zijn boog af. 'Wat?', stamelde ik.
Asters boog was de duurste van het hele land. Van zwart sterk hout, met een precies goede afmeting en een afwerking die tot in de puntjes verzorgd was.
Aster legde zijn boog op de bosgrond. We waren nu aan de rand van het bos, dicht bij het kasteel. Verder mochten we nooit van vader.
Dat was te gevaarlijk, beweerde hij. Al had ik die regel al duizenden malen overtreden.
Ik keek toe hoe Aster zijn mes uit zijn gordel pakte en er in sierlijke letters "Mia Fordan" in kerfde. Ik wilde even zeggen dat als ik koning was vast geen boog mocht hebben met de naam "Fordan" erop.
Toch besloot ik mijn mond te houden en te blijven kijken. Toen hij klaar was met de boog pakte hij zijn pijlen en kerfde er in elke ook nog mijn eerste letter van mijn voornaam en de eerste letter van mijn achternaam.
'Pak een stukje rode steen', beviel Aster me. Ik zocht en na een tijdje vond ik een stukje.
Aster pakte het uit mijn handen.
Hij liep met in zijn ene hand de boog en in de andere hand het stukje steen naar een klein beekje toe. Daar maakte hij het steentje nat en begon de boog te versieren.
Het oranje rode kleurtje stak prachtig af tegen over het zwarte hout. Zijn pijlen waren van hetzelfde hout als zijn boog. 'Hij wordt prachtig. En niemand zal je meer durven aanvallen', zei hij. 'De rode versieringen lijken net op vuur, van ver af. als je de pijlen schiet lijken de ze in brand te staan. Dat ziet er gevaarlijk, en vooral angstaanjagend uit.'
Hij pakte een pijl en tekende een lange sliert met rondjes en krullen.
Nadat hij alle pijlen had gedaan en ook mijn pijlenkoker had gedaan ging hij vermoeid op een omgevallen boomstam zitten. Ik wilde mijn boog en pijlen pakken, maar hij hield me tegen. 'Het is belangrijk om het nu goed te laten drogen', vertelde hij me. 'Anders verliest het zijn kleur.'
Ik pakte mijn oude pijl en boog en schoot een pijl af, zomaar. Zonder te richten. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes en stelde me voor hoe het er uit zou zien als er rode versieringen op stonden. Geen bruin stokje wat door de lucht vliegt, maar een brandend gevaarte. En niemand zou meer denken; dat is een pijl, ik ga me verstoppen zodat hij me niet meer kan vragen. Hij zou blijven staan kijken. En dan zou mijn pijl hem raken.
'Er zit toch nog wat fantasie in je', zei Aster. Ik draaide me om en zag hoe hij naar me keek. 'Wou je kijken of er een onzichtbaar paard zat, dat je zo geconcentreerd keek?'
Ik kon een klein lachje niet verbergen. 'Sorry Aster, niet echt.'


Reageer (2)

  • Moonwaves

    Oké, thanks, goede tip. Daar heb ik veel aan (:

    7 jaar geleden
  • WenseKronik

    Probeer ipv wou wilde te schrijven. Wou is spreektaal en probeer spreektaal zoveel mogelijk te vermijden (:

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen