Foto bij Hoofdstuk 6

Draco malfidus p.o.v.

Ik stap binnen bij Verweer tegen de zwarte kunsten, er zijn al aardig wat plekken bezet. Maar toch is er nog genoeg keus. Ik neem plaats langs Hermelien, ze kijkt me verbaasd aan. 'Heyy Griffel' zeg ik, en ik probeer zelfverzekerd over te komen, en dat lukt me volgens mij want ze lacht naar me. Professor Dwaaloog komt de klas binnen, hij vertelt wat maar ik luister niet echt. Ik wil Hermelien niet uitschelden of pijn doen, en ook haar vrienden en familie niet. ik wil alleen mijn vader trots maken. hij... hij vind... hij vind dat bloedverraders en modderbloedjes niet thuis horen op Zweinstein. Hij zegt altijd dat hij teleurgesteld is in me... . en dat de manier om hem trots te maken..is... door andere families uit te schelden die niet... die geen tovenaarsbloed hebben, of die ons bloed... zo zegt hij... verraden. Maar hij wil mij zo ook laten zijn... of in ieder geval me zo laten overkomen... want mijn innerlijk kan hij niet veranderen.. alleen de buitenkant. Daarom houd hij me altijd tegen als ik in zijn bij zijn Hermelien of degene waarvan ze houdt uitscheld, dan is het net alsof alles vanuit mij komt in plaats van dat ik door hem gedwongen word, maar ik ben zo niet. ik wil zo niet zijn. Eerst was ik zo ja, maar deze school heeft mijn kijk op het leven veranderd, en dat bedoel ik positief. 'Met de zwarte kunsten, geloof ik in een praktische aanpak, maar eerst, wie kan mij vertellen hoeveel onvergeeflijke vloeken er zijn?' Hierdoor krijgt Dolleman pas mijn aandacht. 'Drie meneer.' Zegt Hermelien. Haar stem is zo zacht. Zo liefdevol. 'En waarom heten ze zo?' Zegt hij direct na haar antwoord. ik zie haar twijfelen of ze door moet gaan, dit is niet haar favoriete onderwerp, het doet haar wat. Ze is gefrustreerd. 'Omdat ze onvergefelijk zijn.' Een kleine snik volgt. 'Het gebruik van een van deze spreuken is..' En nog voor ze haar zin kan afmaken maakt Dolleman hem af, 'Genoeg voor een reis naar Azkaban!' 'Correct, het ministerie vind jullie te jong voor deze vervloekingen, Ik zie dat anders! Je moet weten wat je kunt verwachten! ' Hij draait zich om naar het krijtbord en schrijft verder. 'Je moet voorbereid zijn, en je moet een andere plek zoeken voor je kauwgom als onder je tafel Simon.' 'Dat meen je niet! Die oude gek heeft ogen in zijn achterhoofd.' Fluistert Simon naar zijn buur. Professor dolleman gooit het krijtje naar zijn hoofd en zegt 'EN JE MOET ALLES KUNNEN HOREN!' Hij komt weer wat tot rust. 'goed, met wat voor een vloek gaan we beginnen? WEMEL.' Ron schrikt op en zegt met trillende stem 'ja..a' 'STA' zegt de professor. Ron kijkt angstig naar hem. 'Noem is één onvergefelijke vloek.' 'Nou, ik weet er wel een van mijn vader,' zegt hij. 'De imperiusvloek,' stottert Ron. 'Ja, je vader weet er alles van, hè. Het ministerie heeft er een paar jaar geleden goed last van gehad. Een venijnige vloek dat is waar.' Hij pakt een grote spin uit een pot. En gebruikt de imperiusvloek. Hij laat de spin over onze hoofden vliegen, bij een paar leerlingen laat hij hem op ze komen. Ik lach hard. Had ik dat maar niet gedaan, want Dolleman laat de spin op mijn voorhoofd rusten. Ik zie Hermelien naar me kijken, ze is nog steeds zo verafschuwend als ze toen net ook al deed, ze vind dit echt niks. 'Als ze bijt, is ze dodelijk. Wat zal ik haar nu laten doen? Uit het raam laten springen? Verdrinken?' Hij legt de spin terug in zijn hand. hij laat Marcel de volgende vloek noemen, de cruciatusvloek zegt hij. Hij neemt hem mee maar de tafel. Hij spreekt de vloek uit op de spin, die begint te piepen en te krijsen, het doet Marcel pijn, dat kun je goed zien. Opeens schreeuwt Hermelien door het lokaal. 'Stoppen! Kun je niet zien dat het hem pijn doet! Hou op!' Dolleman stopt. Marcel blijft verbluft voor zich uit staren. 'Misschien kunt u mij de laatste vloek vertellen, Mevrouw Griffel?' Zegt Dolleman. Hermelien schud met haar hoofd. Ze draait zich weg, de vloek des doods word uitgesproken en de spin word gedood, ik kijk naar Hermelien ze doet moeite om haar tranen in te houden.
Hermelien loopt de klas uit, ik loop achter haar aan. 'Gaat het wel Griffel?' vraag ik bezorgd. ik kan het zelf bijna niet geloven, maar ik geef om haar. Ze schud haar hoofd en de tranen rollen over haar wangen, ze rent op mij af en omhelst me. Eerst schrik ik een beetje, maar daarna sla ik mijn armen troostend om haar heen. het voelt goed en vertrouwd, het mag voor mij een eeuwigheid duren. ik hoor Harry's stem, de les is afgelopen, snel laat ze mij los. 'Dankjewel' zegt ze nog, en dan loopt ze snel naar de deur van ons lokaal.

ik mis haar, maar ik weet dat ik die gedachten van me af moet zetten, we hebben allebei onze redenen om elkaar niet leuk te vinden. Mijn vader, Ginny, Ron, Korzel, Kwast en nog wat mensen. En toch is er iets wat aan mij knaagt. iets dat zegt dat ik niet zonder haar kan. Wat andere ook zeggen of denken.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen