The other planet
Ze staarde naar het toestel dat voor haar stond, nog een paar uur en dan zou zij ermee vertrekken. Ze pakte haar tas en keek nog een keer of alles erin zat: tandenborstel, kleding voor een week, en het belangrijkste haar smartwatch om de tijd bij te houden, maar ook om aantekeningen in te maken. Ze had zich maanden op deze reis voorbereid, eigenlijk al sinds het moment dat dit project bekend was geworden. Een jaar geleden waren er in een oud boek aantekeningen aangetroffen van ene professor de Groot waarin stond dat wij niet de enige planeet waren waarop leven mogelijk was, maar dat er een parallel universum zou bestaan waar ook mensen leefden, maar dan in een andere tijdsperiode. Doordat wij aan de andere kant van het zwarte gat woonden zou de tijd hier sneller gaan waardoor we hier al in de tweeëntwintigste eeuw zaten terwijl de mensen op die andere planeet nog in de eenentwintigste eeuw zaten, stond er. Om te kijken of de aantekeningen van de professor klopten gingen we nu met ons nieuwste ruimteschip het zwarte gat door om die planeet te vinden. Het kon natuurlijk ook zijn dat er niets was, maar in dat geval konden we wat nieuwe experimenten uitvoeren om te kijken hoe de tijd precies in dat deel van het universum verliep. Jaren geleden konden mensen niet zonder ruimtepakken de ruimte in, maar tegenwoordig waren die niet meer nodig en was een kleine chip, die er voor zorgt dat je geen last hebt van de effecten van de ruimte, genoeg. 'Nog een uur tot vertrek' werd er omgeroepen en ze begon toch een beetje zenuwachtig te worden. Ze begreep niet waarom aangezien dit al haar zeventiende ruimtereis was en ze ook al vijf keer door het zwarte gat was gegaan, maar ondanks dat voelde het deze keer anders. Dit kwam waarschijnlijk omdat ze naar een planeet zou gaan waar nog niemand kennis over had, en die alleen in een aantekening was genoemd. Ze zou deze reis met twee collega's, en ook naar beste vriendinnen, maken en wist dat het hierdoor nog beter zou gaan. Ymke en Sarah waren twee van de meest ervaren astronauten en konden, doordat ze een apparaatje hadden uitgevonden hiervoor, elke taal verstaan waardoor ze gemakkelijk met de mensen van de nieuwe planeet konden communiceren. 'Nog vijf minuten tot vertrek.' Ze gaf haar broertje en haar ouders een knuffel en liep vervolgens op het ruimteschip af. Nog iets wat in de loop der jaren was veranderd, de raketten waren geen enorme bouwwerken meer, maar kleine vliegtuigjes die licht en stevig waren en enorm zuinig met energie omgingen. Ze stapte in en liep naar haar deel van het toestel terwijl ze Sarah al aan het stuur zag zitten, zij zou het eerste deel van de vlucht voor zich nemen. Ze ging op haar bed liggen en viel al snel in slaap.
'Wakker worden slaapkop!' Ze keek versuft om zich heen en zag door het raampje langs haar bed dat het donker was buiten, ze had het vertrek gemist. 'Hoe lang heb ik liggen slapen?' 'In ieder geval lang genoeg om het vertrek en het avondeten te missen', antwoordde Ymke. Ze keek op haar smartwatch, het was al elf uur. Het vliegtuig was om vijf uur vertrokken wat betekende dat ze zes uur had geslapen. Ze stond op, rekte zich uit en volgde Ymke richting de cockpit, waar Sarah nog druk bezig was. 'Hey', zei Sarah die opkeek van haar bezigheden. 'Hoi', antwoordden ze. Sarah glimlachte naar hen en liep toen de cabine uit terwijl zij ging zitten. 'Waar zijn we nu?' 'Ongeveer 1,5 dag van het zwarte gat vandaan'. Ze knikte terwijl ook Ymke de cabine verliet, nu moest zij de komende zes uur het ruimteschip besturen.
'Zijn we er al bijna?' Vroeg ze aan Ymke die koers zette richting een blauwgroene planeet. Ze had al veel ruimtereizen gemaakt, maar die duurde hooguit drie dagen terwijl ze nu al vijf dagen aan het vliegen waren. 'Ja', antwoordde Ymke, als het goed is is dit de planeet aarde. Ze knikte terwijl ze nadacht over die planeet. Ze vroeg zich af of de mensen erg anders waren dan zij, Milvianen, inwoners van de planeet Milvia. Aan haar was verteld dat de mensen op die planeet in een zelfde soort wereld leefden als zij honderd jaar geleden hadden gehad. Dit zou wel betekenen dat de vrede die zij hadden er waarschijnlijk niet was omdat die pas was gekomen na de rampzalige gebeurtenissen van de eenentwintigste eeuw, waar de mensen van de aarde nu inzaten. Deze gedachte verontrustte haar aangezien ze geen leven kende in een gebied waar oorlog was. In de eenentwintigste eeuw waren er veel oorlogen gweest, en dit had miljoenen mensen het leven gekost. Toen de regering de rebellen hadden opgepakt werd afgesproken dat iedereen voortaan honderd procent gelijk zou zijn om toekomstig geweld te voorkomen. Dit was al eerder geprobeerd door het communisme, maar toen had nog wel een iemand voor een lange tijd alle macht en verdienden de leiders nog steeds veel meer geld. Tegenwoordig verdiende iedereen op de hele wereld hetzelfde, ook de leiders, waardoor er geen ongelijkheid maar was. Die leiders werden nu jaarlijks gekozen zodat een leider niet te veel macht kon krijgen. Dit systeem werd tweeduizend jaar geleden gebruikt in het Civiliaanse rijk voordat dit gebied werd veroverd en een keizer kreeg. 'We gaan landen' zei Ymke en ze schrok op uit haar gedachten. Nog een paar minuten en ze zouden op die planeet zijn.
Ze gingen door de atmosfeer en het eerste wat ze zag was water, veel water, ze zaten waarschijnlijk boven een oceaan. Ze zetten koers richting het oosten waar ze op een gegeven moment land zag. Ze begonnen te dalen en de oceaan verdween terwijl het land steeds duidelijker zichtbaar werd. Ze zag gebouwen die leken op de huizen uit de vorige eeuw, huizen die je tegenkwam in gebieden met veel ouderen. Uiteindelijk kwamen ze neer op een grasvlakte. 'We zijn geland' riep Ymke. Ze klonk geschrokken, dit kwam waarschijnlijk omdat ze niet had verwacht dat de aantekeningen waarheid waren, maar eerder dat die planeet niet bestond en dat ze alleen wat proefjes hoefden te doen. 'Zal ik Sarah wakker gaan maken?' Vroeg ze. 'Is goed, we kunnen onszelf beter nu bekend maken dan dat de inwoners van deze planeet straks ons ruimtetoestel komen binnenvallen', antwoordde Ymke.
'Sarah, we zijn geland'. Sarah keek haar half slapend aan met een even verbaasde blik als Ymke had gehad. Ze zei echter niks, maar stond op en kleedde zich aan. 'Dan gaan we maar kennismaken met de bewoners van de aarde'. Zei Sarah, terwijl ze naar de uitgang van het ruimteschip liep. Ze wierp een vlugge blik op Ymke die zo te zien ook klaar was om uit te stappen.
Ze waren net twee seconden buiten toen ze de eerste persoon zagen, een man van in de dertig die redelijk kwaad keek, wat waarschijnlijk kwam doordat ze op zijn terrein waren geland. De man stopte op een paar meter afstand en begon in een vreemde taal te schreeuwen, en ze had het idee dat het niet echt complimentjes waren. Ze had nog nooit een andere taal gehoord dan Milviaans, wat sinds de bestuurswijziging de enige taal was om communicatie te versoepelen. Sarah pakte haar vertaalapparaatje hoewel het al redelijk duidelijk was wat de man zei, namelijk wie zijn jullie wat doet dat ruimteschip op mijn terrein en wegwezen. Niet per se in die volgorde. 'Hij zei dat we moeten weggaan of dat hij anders de politie belt'. 'Wat is politie? Is dat een soort beveiliging?' Vroeg ze. 'Ik denk het wel', antwoordde Sarah. 'Misschien kan de politie ons meer vertellen over deze planeet aangezien die man ons waarschijnlijk niet gaat helpen.' Ze knikten beide terwijl Sarah iets zei tegen de man door middel van het apparaatje.'Hij wil ons naar de politie brengen antwoordde ze op hun vragende blikken, maar alleen als we ons ruimteschip meenemen en hier daarna nooit meer komen. 'Zeg maar tegen hem dat dit oké is', zei ze terwijl ze een afstandsbediening uit haar tas haalde. Dit ruimteschip was de enige die kon krimpen tot broekzakformaat door middel van een afstandsbediening. De man gebaarde hen hem te volgen naar het huis. Ze keken nog even om zich heen voor ze hem volgden.
Er zijn nog geen reacties.