9. To be or not to be.
Johan zit altijd in drukte
En voelt zich soms intens alleen
Hij voelt zich dan als ieder ander
Zegt; “uniek? dat is er geen.”
“Op het eerste gezicht
Zie je overal verschil
Maar je beseft al snel
Het is maar wat je geloven wil”
“Onze buitenkant is anders
Maar in de biologie
Windt men er geen doekjes om;
Iedereen is een kopie”
“Zijn we hiervoor echt bestemd?”
“Is een stem wel excentriek?”
“Zijn we open, zijn we gevangen?”
“Wat is vriendschap, is dat uniek?”
Hij blijft er maar aan denken
Vastzittend, op een kluit
Wanneer hij soms naar buiten staart
Met zijn wang tegen de ruit
Zijn rode vrienden ziet hij sterven
En peinst “zijn doden echt wel vrij?”
Tot ergernis van de rest in de jampot;
“JOHAN. SERIOUSLY. HOUD JE KLEP EENS. JE BENT GEEN FILOSOOF. JE BENT EEN AARDBEI.”
En voelt zich soms intens alleen
Hij voelt zich dan als ieder ander
Zegt; “uniek? dat is er geen.”
“Op het eerste gezicht
Zie je overal verschil
Maar je beseft al snel
Het is maar wat je geloven wil”
“Onze buitenkant is anders
Maar in de biologie
Windt men er geen doekjes om;
Iedereen is een kopie”
“Zijn we hiervoor echt bestemd?”
“Is een stem wel excentriek?”
“Zijn we open, zijn we gevangen?”
“Wat is vriendschap, is dat uniek?”
Hij blijft er maar aan denken
Vastzittend, op een kluit
Wanneer hij soms naar buiten staart
Met zijn wang tegen de ruit
Zijn rode vrienden ziet hij sterven
En peinst “zijn doden echt wel vrij?”
Tot ergernis van de rest in de jampot;
“JOHAN. SERIOUSLY. HOUD JE KLEP EENS. JE BENT GEEN FILOSOOF. JE BENT EEN AARDBEI.”
En toch, zo dacht Bert, doe ik jam op mijn boterham, en geen ham. Ernie hield wel van ham. Ernie was ook wel een beetje ham.
Reageer (17)
Hahahaha ik ga stuk
7 jaar geledenhahahaha omg, dikke haat aan die aardbei
7 jaar geleden