Hoofdstuk 11
~ ‘Hoe doe ik het?’ Vraag ik als de lampjes van de camera’s uit zijn gegaan. ‘Doe ik het goed?’
Om me heen wordt instemmend gemompeld. ‘Je doet het prima,’ zegt Johanna.
Ik zucht opgelucht. ‘Dit is de laatste toch?’
‘Ja,’ antwoord ze en ze glimlacht. ‘Morgen gaan we terug naar district 7.’
Ik knik en haal nog even diep adem. In de laatste twee dagen zijn er drie interviews afgenomen en die van vandaag is de laatste. Ik zal blij zijn als ik er eindelijk vanaf ben, wat een ellende. Het eerste interview was de gene waarin ze de beelden lieten zien. In het tweede interview gingen ze er nog dieper op in, terwijl ze korte actie fragmenten lieten zien. Hierdoor moest ik voor de derde keer mee maken hoe ik de jongen uit 12 vermoordde. Het was nog even erg als de eerste keer. In dit derde interview komen er live vragen uit het capitool. De ene vraag nog afschuwelijker dan de ander. Ze willen weten wat ik voelde toen de brand uit brak, een gedetailleerde versie van de mutilant beren en weten hoe ik zo goed heb leren om gaan met een bijl. Er zijn ook genoeg mensen die alleen even wilden vertellen hoe trots ze op me zijn en dat ik het zo goed gedaan heb. Er was zelfs een man bij die me ten huwelijk vroeg. Ik weet me er nog aardig door heen te slaan, maar dan komt de allerlaatste vraag en ik heb er geen antwoord op. Er verschijnt een vrouw in beeld met groen, krullend haar. Ze draagt een jurk in dezelfde kleur groen als haar haar met een hoge kraag. Haar capitoolaccent is even irritant als die van alle anderen hier. ‘Lieve Christina,’ zegt ze. Momenteel voel ik mezelf helemaal niet zo lief. Ik heb vreselijke dingen gedaan. ‘Ik wilde graag weten wat je gaat doen als je thuis komt. Wat zijn je toekomstplannen nu je geen houthakker meer hoeft te zijn?’
Ik kuch ongemakkelijk en slik even. Ik werp een snelle, wanhopige blik op Johanna, maar die haalt echter alleen haar schouders op. Zij weet het ook niet. ‘Ehm,’ stamel ik. ‘Ik… Ik… Ik denk dat het eerste wat ik ga doen is mijn ouders omhelzen. Ik heb ze heel erg gemist. Verder hoop ik dat ik opnieuw kan beginnen. Een nieuwe frisse start. Het zal allemaal een stuk makkelijker zijn nu we een nieuw huis krijgen en meer geld hebben. Daarna wil ik me zo goed mogelijk voorbereiden op het mentorschap. Ik hoop dat ik mijn toekomstige tributen zo goed kan helpen als mijn mentor mij heeft geholpen.’ Ik richt mijn blik op Johanna. ‘Ik heb het je nooit echt gezegd, maar ik waardeer alles wat je voor me gedaan hebt enorm. Ik had me geen betere mentor kunnen wensen. Dank je wel.’
De camera richt op Johanna, waardoor ik vlug wat tranen uit mijn ogen kan vegen. Een glimlachje weet zich door Johanna’s stalen ik-ben-op-tv-masker te breken. De camera’s weten die nog net op te vangen en richten zich dan weer op mij en Caesar. Gelukkig is het dan voorbij en sluit Caesar het laatste interview af. Opgelucht laat ik me achterover in mijn troon zakken. ‘Ik haat interviews,’ merk ik op. ‘Het ligt niet aan jou Caesar.’
Hij lacht even. ‘Gelukkig maar.’ En dan is hij weg. Misschien heb ik hem toch lichtelijk beledigd. Johanna gaat in zijn stoel zitten en kijkt me aan.
‘Dat was erg aardig van je om te zeggen.’
Ik haal mijn schouders op. ‘Het is de waarheid.’
Ze glimlacht. ‘Dank je wel. Dat was gelukkig wel de laatste, nu is het tijd om naar huis te gaan.’
‘Ja, tijd om naar huis te gaan.’~
Er zijn nog geen reacties.