Foto bij 1. Honger.

"Bert?"
"Ja?"
"Wordt het niet eens tijd voor een baan?"

Bert zuchtte geïrriteerd. Was het nu alweer zover? Er was nog geen dag voorbij gegaan waarop Ernie hem niet wees op zijn werkeloosheid. Ja, oké, Ernie betaalde de huur, de boodschappen, zelfs Bert's bezoekjes aan de kapper. Maar daar waren ze toch vrienden voor? Of misschien waren ze wel meer dan vrienden. Bert wist het niet zeker. Hij wist alleen dat hij het prettig vond om bij zijn oranje metgezel te wonen en dat hij nog lang niet toe was aan het zoeken naar een baan. Bij iedere sollicitatie eindigde het gesprek in het typische 'niet terug gebeld worden'. Het was hatelijk. Waarom waren bedrijf tegenwoordig nog zo afkeurend jegens gele hoofden? Hadden mensen een angst voor zijn unibrow? Waar lag het aan?
Wederom geteisterd door de omstandigheden, tikte hij met zijn pen op tafel. Misschien moest hij maar even zijn gevoelens uiten in een gedicht, en niet op Ernie. Ernie kon er ook niets aan doen. En zo begon hij met schrijven....



Ik wilde een gedicht maken
over liefde en depressie
over wat er in mij speelt
over rust en mijn agressie
ik wilde anderen helpen
rust geven of ontwaken
maar ik kreeg nogal trek
dus ik ga gewoon ff broodje pindakaas maken.

Reageer (12)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen