34.2: Koude
"Hij mag me nog niet zien!" Lot kruist angstvallig haar armen in een poging om de grote jurk onzichtbaar te maken. Hars lippen maken een strikte lijn, hij weet meer. Als hij opent en er twee kerels die ik vaag herken staan voel ik mijn bloed kort koken. Dit is bewaking, voor mij en hem. Is dat in een boerengat dorp als hier nu echt nodig?! Ik voel verslagen mijn kaken rood worden en zet me dan maar neer op een of andere kl.testoel. Dat mijn dure kleding vuil kan worden interesseert me niet, ik moet mezelf eerst kalm houden. Magie golft door mijn hoofd. Het bonst en kronkelt en wil me doen handelen, maar ik wil niet handelen. Als de deur gesloten is en Harry zich met tegenzin en een zwaar gelaat omdraait buig ik mijn hoofd naar beneden.
"Sorry, Lot."
"Het is niks." Haar stem is zwak en kan maar met de stilte doorsnijden. Har zegt niets, opent de deur en gaat naar buiten, vast even gefrustreerd als mij.
"Louis moet je niet-"
"Ik moet niks mam. Daar komt alleen maar heisa van." Ik brom koppig nog wat. Hoe voorzichtig ze het ook probeerde te brengen, het kalmeert me niet.
"Het wordt toch nog steeds super leuk?" Ik slik en probeer te knikken naar Daisy, het is verpest. Alles zal niet meer om haar draaien, maar om mij, Harry en de entourage.
"Ik had niet moeten komen sorry." Ze zeggen van alles maar mijn hoofd draait als een misselijkmakend mengsel door te veel magie. Mijn benen leiden me naar buiten. Harry staat strak in zijn pak en draait heel lichtjes zijn hoofd in mijn richting. Ik kan net het groen in zijn ogen zien, wel, het was ooit groen. Nu is het eerder somber grijs en donker.
"Dit is mijn schuld." De woorden komen luchtig aan door mijn mentale afwezigheid, iets wat hem doet fronsen en zijn lichaam naar me tor doet draaien. "Adem in, adem uit. Als je die energie kwijt wilt, geef het aan mij, maar stop met jezelf zo'n vreselijk lekkere prooi te maken voor ons en onbekenden." Ik zucht en neem met tegenzin zijn handen vast. De spreuk komt er vlot uit terwijl het drukkende gewicht op mijn borstkas lichter wordt, energie doorgevend aan Beer, zogezegd voeding en leven. Als ik mijn ogen open neemt hij mijn handen kort vast, opzoek naar oogcontact. "Ik wou je graag de kans geven om te komen, maar dit loopt slechter af dan ik dacht." Het klinkt onschuldig maar ik kan hem ondanks die lekkere diepe heesheid niet vergeven.
"Het zijn er meer dan twee, niet?" Zonder dat ik het zelf ga uitzoeken zie ik hem kort knikken. Ik probeer mezelf zo ongevoelig mogelijk te houden en dat weer Harry ooi verdomd goed.
"Ze zijn enorm blij dat je er bent, weet je dat?" Ik zeg niks, draai enkel mijn hoofd traag naar hem toe; waar wilt hij heen?
"Je weet niet wat de aanwezigheid van ons en al die andere mensen doet in een klein roddeldorp als dit. Ze zullen sowieso al te veel onverdiende commentaar krijgen, maar nu." Ik trek mijn wenkbrauwen op.
"Ik kan ook het vanaf een afstandje bekijken." Zijn stem klinkt even dik als de mijne aanvoelt door het doorslikken van emoties. Ik frons.
"Jij bent familie, je blijft. De rest daarentegen..." Als ik hem aankijk merk ik dat een licht gewijzigde vorm van zijn oorspronkelijke plan niet slecht zou zijn, en dat hij het met me eens is.
"Ik laat ze wel onzichtbaar patrouilleren, voor jou en je gezin..." Hij draait zijn hoofd net terug vooruit als ik zijn hand vastgrijp en de palm voorzichtig kus.
"Dat apprecieer ik ten zeerste keizer."
“Ik ben zenuwachtig.” Mijn hoofd is even wit uitgeslagen als een van mijn hemden wanneer ik naar Lot kijk. Ze is minstens even nerveus als ik terwijl we naar de grote dichte deur staren. Ik draag simpelere kleding om de bruid te doen schitteren, iets wat gelukt is.
“Moet jij veel zeggen.” Het komt er bitsig en fel uit door haar trillende stembanden, maar ik weet dat dat louter tijdelijk zal zijn. Het hele dorp wacht op ons, en ik moet mijn zus aan een vreemdeling af staan, voor goed, onder de ogen van iedereen. Mijn maag ligt in een twist, alsof ik braakneigingen krijg. Harry’s bewakers staan buiten, onopvallend op ons te letten. Wel, ik denk dat Har ze eerder gevraagd heeft voor mij dan voor zichzelf. God ik ben zo nerveus, dit is echt niet normaal. Mijn handen zweten krampachtig als ik mijn arm in die van Lot haak en we elkaar als twee bange lammetjes aankijken. "Ben je er klaar voor, zus?" Even pinkt ze een paar keer tegen de emoties waarna ze op haar onderlip bijt en zelfzeker knikt. "Je ziet er geweldig uit." Ik fluister het haar bemoedigend toe maar zwijg al snel als we plotseling aan het wandelen zijn. Ik ben de man, moet ik niet leiden? Ze zal er snel vanaf willen zijn, vermoed ik. Ik zucht en probeer zo alles uit mijn gedachten te verdrijven maar slaag er niet in als de deur open gaat en we binnen wandelen. Haar man, die ik voor het eerst zie, kijkt recht naar Lot. Alle ogen staan extreem curieus en niet altijd even blij op ons gericht. Ik wandel netjes tot vooraan in de kerk en laat haar bruidegom dan zijn arm in de hare haken. Ik slik en moet alle moeite doen om Lot ook daadwerkelijk af te staan aan hem, bij het altaar. Het is mijn moeders blik die mij, als oudste man in de familie, overtuigt om de plicht te vervullen. Mooier als haar is hij niet, rijker wel. Zwijgend zet ik me bij mijn familie. Har stuurt op een of andere manier energie naar me, ik kijk niet naar hem maar glimlach wel kort. Het kalmeert me. De priester spreekt een hele rede uit. Har is er niet bij met zijn gedachte. Zijn ijzersterke en onmenselijke houding vertrouw ik niet helemaal. Hij doet niets anders dan fronsen en in het lege staren. De priester vertelt net een verhaal als mijn hartslag plotseling omhoog gaat. Hars hand die ontspannen op mijn dijbeen lag verstrakt even plotseling, hij zit stokstijf stil, ogen die met andere dingen bezig zijn. Opgejaagd door het onbekende zoek ik naar redenen. Mijn mond valt open als Har me zo hard knijpt dat ik niets meer voel. Zijn ogen staren me geschrokken aan als hij ermee stopt, mijn arm vast neemt en alles wazig wordt.
“We moeten gaan.” Het klinkt zo monotoon en dwingend dat mijn hart nog sneller begint te kloppen van angst. Zonder dat ik het besef zit ik op Hars rug en voel ik de koude schrale wind langs mijn wangen af gaan. Ik verstevig mijn greep en verberg mezelf achter zijn rug.
“Wat is dit?!” Mijn stem tiert boven alles uit. “Dat was mijn zus haar bruiloft!” Hars regelmatige ademhaling zegt genoeg: hij gaat niet antwoorden, enkel zorgen dat we weg zijn van hier.
Reageer (2)
Oh
7 jaar geledenHarry heeft een beetje haast. ;-;
Oh oh, dat klinkt niet best ^^
7 jaar geleden(Zijn ze nou zojuist awkward de ceremonie van een bruiloft uit gerend op super snelheid?)
(Dat lijkt me ongemakkelijk haha)