Foto bij Chapter 4: The arrival

Hijgend en puffend stapten Zoë en Christa uit de trein. Het was erg mistig op het perron waar ze uit waren gestapt. Een zwerm aan leerlingen volgden hun voorbeeld en stapten uit de trein, om zich heen kijkend en zoekend naar wat er nu van ze verlangd werd. Het geluid van fluitjes klonk al snel door al het gejoel van de kinderen uit. ‘Verzamelen bij dezelfde begeleider van de Diagon Alley! Verzamelen bij dezelfde begeleider van de Diagon Alley!’ werd er luidkeels geroepen. Door de mist zag je amper een hand voor ogen. Zoë en Christa namen wederom afscheid van elkaar. ‘Ik zie je nu écht daar hè, doe voorzichtig!’ Christa knuffelde Zoë en baande zich een weg door de mist. Enkel silhouetten zichtbaar van mensen die zich in groepjes bij elkaar leken te rapen. Zoë keek zoekend om zich heen en zag dat Draco, van de drukke groepen wegliep. Aangezien ze bij hem in het groepje zat dat naar de Diagon Alley ging besloot ze om hem achterna te lopen. Hij bleef staan en Zoë kwam dichterbij. Hij stond bij een man met een zwarte hoed, ze herkende hem van de tour langs de Diagon Alley. ‘Wat een vage mist man! Hoe moet je hier nu ooit doorheen. Je ziet geen steek voor ogen!’ Draco sloeg om zich heen om beter te kunnen zien maar het haalde geen resultaat. ‘Het is inderdaad erg mistig hier. Ik adviseer jullie dan ook om dicht bij elkaar te blijven. Zeker als we zometeen de boten instappen.’ ‘Boten?!’ riep Draco. ‘Ik zie het al gebeuren dat de helft in het water valt.’ Niemand van de gevormde groep lachte. Draco zette de kraag recht van zijn jas en liep achter de rest aan. Zoë volgde de groep en vertrouwde blindelings op de begeleider dat ze in de goeie richting liepen. Sjouwend met haar bagage pufte Zoë achter de groep aan. Een lange haven strekte zich uit. Meeuwen hoorde ze kraaien boven hun nesten. Het beetje zicht wat ze al hadden werd verspert door een groot en breed gedaante dat druk in de weer was om de knopen van de boten langzaam los te maken. Zoë keek toe en zag hoe de grote man zich huffend en puffend omdraaide. ‘Welkom allemaal! Hagrid is de naam. Ik zal jullie samen met de andere begeleiders vervoeren op de boten. Het is nog even varen en dan komen we aan op Hogwarts.’ Hagrid maakte een uitnodigend gebaar naar één van de boten. Draco liep als eerste op een van de boten af en stapte aan boord. De boot gammelde wat heen en weer. Twijfelend keek hij naar Hagrid. ‘Kom kom, het is veilig. Ik pas er zelf in!’ Hij stapte in één van de andere boten. De boot hield zich na het omhoog klotsen van water aan weerszijde goed staande. Giechelend stapten wat meisjes van Zoë’s groepje aan boord van de boot waar Malfdus inzat. Zoë stapte in de boot bij Draco en al snel vulden alle boten zich op met leerlingen. De knopen werden losgekoppeld en daar gingen ze dan, op weg naar hun nieuwe school. Terwijl ze steeds verder dreven klaarde de mist beetje bij beetje op. Zoë zag dat er van weerskanten meer bootjes zich toevoegden aan de tocht. ‘Daar zal Christa zeker bij zitten’ dacht ze bij zichzelf. In de verte zagen ze het grote kasteel liggen, verlicht door vele lampjes. Doordat het al donker was leek het nog magischer, vond Zoë. Iedereen keek vol smacht en verwachting naar de contouren van het kasteel die steeds duidelijker zichtbaar werden. De bootjes dreven rustig voort en naderden de haven daar. Verrukt stapte iedereen uit de bootjes, waardoor de bootjes weer druk in de weer waren om overeind te blijven. Zoë keek omhoog en zag de torens met grote kracht en elegantie daar staan, ze kon niet wachten om daar zelf in te zitten en om alle magische dingen mee te maken. Enthousiast hobbelde ze achter de rest van de groep aan. Er strekte zich een grote brede deur uit voor alle leerlingen. ‘Een lange smalle vrouw in een groen gewaad stond voor de deur. ‘Hallo allemaal, mijn naam is professor Anderling. Het schoolhoofd wacht op jullie in de grote zaal, laat jullie bagage maar hier staan, daar wordt voor gezorgd!’ werd meerdere malen geroepen door verschillende begeleiders. ‘Mr. Filch zal hiervoor zorgen.’ Een man met lang bruin haar dat als een verzopen kat langs zijn hoofd hing keek met een nors gezicht naar de koffers die zich steeds meer opstapelden voor zijn voeten. Een kat had zich tussen zijn benen ingenesteld. Zoë voelde een por in haar zij. ‘Daar ben je!’ Christa pakte haar hand en sleurde haar mee naar binnen samen met de andere leerlingen. En voordat ze het wisten stonden ze oog in oog met de grote zaal.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen