Over paardagen heb ik die rot kamp. Ik zit er steeds over in of ik wel of niet daar heen ga. Als ik het vraag aan me mentor of me moeder mag het toch niet. Dus wat heeft dat voor een zin. Ik moet snel alles inpakken voordat ik daar heen ga.

De dagen gaan voorbij. Vier klassen gaan fietsend naar hun bestemming. Als ze er eindelijk zijn, zetten ze gauw hun tenten op en doen al hun bagage erin.
De meeste kinderen zitten in een tent met meerdere kinderen.
Voordat Marieke alles in haar tent had gedaan kwamen haar klasgenoten eraan.
‘Oh nee men, nu even niet’ zei ze zachtjes tegen haarzelf.
‘Wat een mooi shirt heb je aan, zeker van de tweedehans winkel!’lachte Fred haar uit.
‘Nee de vuilnisbelt zie je dat dan niet? De tweedehans winkel is nog te duur voor haar.’
‘Kleuters! Kunnen jullie niet wat beters doen?’
‘Wat jij een kleuter noemt, kijk daar ligt je baby pyjama.’
‘Kristine, wat heb je veel fantasie!’
‘Ik heb tenminste fantasie, jij bent fantasieloos.’
‘Ooooooooooowh!’ riepen de kinderen die erbij stonden.
‘Wil je nu weg gaan? Of moet ik het doen.’
‘Kan je niet.’
‘Inderdaad, met je kippenbotjes.’
‘Ga weg!’
‘Doe zelf.’
‘Het is mijn tent.’
‘Ik dacht dat hij niet van jou was.’
‘Hij komt toch uit de vuilnisbak?’
‘Ey ja, dat heb ik zelf gezien met Michel’
‘Oeeeeeeeeeeh’ riepen de kinderen die erbij stonden.
‘Krengen’
‘De enige kreng dat hier is ben jij’
‘Marieke, weet je wel wat een kreng is?’
‘Hmm.. volgens mij niet’
‘Meiden, hou op wij zijn gewoon te goed voor haar om mee te praten’
‘Sandra heeft gelijk, ze moet wel heel blij zijn dat wij nog met haar praten, vind je niet?’
‘Jaan, Sandra heeft wel gelijk hoor we gaan okay?’
‘Wat jij wilt.’
Ze liepen weg en ik keek nog even achter om. Ik snap eigenlijks zelf niet eens waarom ze mij zo pesten ze kennen mij niet eens alleen dat ik bruin haar heb en bruine ogen?
Echte arrogante mensen zijn dat zeg, dik vooroordelen op mij.

In de avond gingen ze een spel doen in het bos, in elke groep zijn 10 kinderen. Iedereen krijgt een kaartje waarop staat wat voor dier je bent en wie je kan verslaan. Wie het meeste kaartjes heeft, heeft gewonnen. Ook staat erop wat voor kleur je bent,dus je kan kijken bij hoeveel verschillende teams hoeveel kaartjes je hebt. Als iemand je hebt verslagen moet je al je kaartjes inleveren die je bij hoeveel verschillende teams hoeveel kaartjes je hebt. Als iemand je hebt verslagen moet je al je kaartjes inleveren die je bij je hebt.

Iedereen kan de kip en vlieg verslaan.

Vos – Verslaat de konijn en beer.
2. Aap – Verslaat de slang en konijn.
3. Konijn – Verslaat de aap.
4. Beer - Verslaat alle dieren. Behalve de vos.
5. Slang – Verslaat konijn en vos.
6. Kip – Kan niemand verslaan maar kan alle kaartjes pakken van een team.
7. Mier - Verslaat de vlieg.
8. Kalkoen – Verslaat de mier, vlinder.
9. Vlieg – Heeft de zelfde functie als een Kip.
10. Vlinder – Kan de Vos en aap verslaan.

Na het spel gingen ze terug naar de camping en konden wat gaan rondhangen.
Marieke bleef in haar tent zitten, niemand die haar kon zien en pesten.
Ze zuchtte maar en was hele tijd alleen. Best eenzaam dacht ze, maar ze had toch geen vrienden om mee te praten. Een tijdje later kwam haar mentor binnen.
‘Marieke, wat zit je hier alleen’
‘Ja ik weet het’ zei ik zachtjes’
‘Als er iets is moet je het echt zeggen hoor, er is toch niks te verbergen?’
Ik knikte hard, maar ik wist dat het een grote leugen is, het liefst zou ik alles willen vertellen
aan haar maar dat kon niet. Ze zou het natuurlijk door gaan vertellen aan
de andere docenten en misschien ook leerlingen, dat zou echt een ramp zijn.
‘Vind je het erg dat ik iemand mee heb genomen?’
Ik schudde me hoofd, me mentor ging eruit en een jongen kwam binnen.
‘Eh hoi…’ zei hij verlegen en hij keek rond in me tent.
‘Hoi’
Ik herkende hem ergens van maar ik weet niet waar van, hij zit niet in me klas dat weet ik zeker. Na een lange tijd naar elkaar staren begonnen we echt te praten, als een gesprek.
‘Ik heet trouwens Lucas.’
‘En ik Marieke.’
‘Waarom kwam mevrouw de bloem eigenlijks met jou?’
Het was weer eventjes stil.
‘Nou eh, ze zag dat ik alleen in me tent zat net als jou, dus ze bracht me naar jou toe.’
‘Ze bemoeit zich ook overal mee he?’ lach ik, stiekem zag ik dat hij even glimlachte.
‘Heb je een leuke klas?’ vroeg ik, gelijk had ik spijt wat ik had gezegd want ik zag dat hij het niet zo erg leuk vond wat ik daarnet vroeg.
‘Oke, Lucas ik begin wel…’ Ik twijfelde of ik wel doorging met me zin. Het gevoel van hem en zijn blik geeft me vertrouwen.
‘Weetje ik moet echt iets kwijt, Mijn klas is een hel ze pesten me al weet ik niet waarom ze dat doen. Ik denk omdat ik geen vrienden heb, of dat ik er niet goed uit zie. Alsof hun zo goed zijn weetje. Ze sluiten me telkens buiten en halen allemaal grappen uit met mij, het zijn echt helemaal geen leuke grappen weetje.’ Ik moest bijna huilen. En ik zag dat Lucas snikte.
‘Sorry dat ik zonet ging snikken, ik moet wat bekennen. Ik heb hetzelfde probleem als jou en…’ zei hij. En hij keekte mij aan alsof hij mij echt nodig had. Voordat hij zijn zin kon af maken hoorde ik stemmen dichterbij komen. Snel duikte ik onder me slaapzak en gaf een teken dat Lucas dat open gaan.
‘Aaaaawh zo schattig stelletje zie ik daar, meiden kom es kijken wie hier zitten!
riep Kimberley voor de opening van me tent. Ineens kwamen er allemaal kinderen bij de opening te kijken wat er aan de hand was, nog steeds zaten we onder mijn slaapzak.
‘Kijk wie we daar hebben’
‘De saaiste domkoppen van deze vier klassen’
‘Volgens mij de hele school’
‘Echt een lief stelletje he?’
‘Aaaaaaaawh’ zei de hele groep voor de opening.
Stiekem had ik achter in me tent nog een ingang snel deden we de rits open en gingen uit de tent. Opgelucht zaten we daar in het gras bij struiken en bomen.
Hier konden we weer rustig gaan praten maar ook niet al te hard.
Stiekem vond ik het wel leuk om met iemand weer zo te praten. Maar het is geen meisje maar een jongen. Dit is de derde persoon met wie ik heel goed kan opschieten in me leven.
Ik zat zo in me gedachte dat ik niet hoorde dat Lucas tegen me praatte.
‘Marieke? Ben je er nog, hallo?’ zei Lucas zachtjes’
‘Eh… ja?’
‘Waar was je met je gedachte?’
‘Nergens hoor’
‘Oke dan’
‘Volgens mij zijn ze weg’
‘Nee, ik denk van niet hoor’
‘Geloof me nou maar’
‘Wat jij wilt, maar nog steeds ik denk van niet’
‘Pffff...’
‘Hoor ik ze nou zoenen?’
‘Dat kunnen ze toch niet?’
‘Ik geloof dat ze aan gehandicapt-zoenen doen’
‘Hahahahahahaha!’
‘Die is goed!’
‘Kom, we gaan kijken wat het stelletje daar doen. ‘
‘Waar zijn ze dan?’
‘Dat kan je toch horen, trut’
‘Hee! Ga niet ruzie maken ofzo, dat doe je toch alleen bij Marieke.’
‘Houd je bek.’
‘Ga je het nu opnemen voor die bitch?’
‘Wat lul jij.’
‘Stil! Volgens mij hoor ik ze.’
‘Nee man, dat zijn de vogels.’
‘Hou op, dit is nutteloos!’
‘Ik ga dan wel!’
‘Pfff… kut kind dat ze is, ik dacht dat ze een vriendin was’

‘Hoor ik die meiden nou ruzie maken?’ Fluisterde ik tegen Lucas.
‘Het zal wel niet, we moeten hier weg komen voordat hun weer hier zijn.’
‘Ik weet het niet hoor.’
‘Jawel, kom hier kunnen we weg sluipen.’
‘JONGENS EN MEISJES IEDEREEN NU HIER KOMEN!’ riep een docent luid.
Iedereen ging in het gras zitten en naar de docent luisteren.
‘We verdelen de kinderen in groepen, met die groepen gaan we een wandel tocht doen. Daarna hebben we een verassing, over 5 minuten moet de eerste groep gaan wandelen, en dan steeds maar door meneer van gootten noemt de groepen straks op.’
Meneer van gootten noemde de groepen op. Marieke zat niet bij Lucas in het groepje.
Marieke liep alleen bij de wandeling.
‘Hoi Marieke.’ Zei Rosalinde.
‘Zeg je niks meer?’
‘Hallo, ik zeg tegen Rosalinde dat ze aardig moet doen tegen jou, en wat doe je terug? Je negeert haar ook lekker aardig hoor van je.’
Ik negeerde ze en liep snel voor uit.
Hmm… ik voel me echt alleen want voor me zie ik allenmaal groepjes die samen lopen.
Ik zie echt dat ze bij elkaar horen. Ook zag ik dat daar een klasgenoot van me liep, snel rende Rosalinde en haar vriendin bij diezelfde groep. Ik zag dat ze lol hadden.
Ik kreeg een steek in me maag. O my god, ik heb echt geen zin meer om verder te gaan lopen.
Ineens liep me docent naast me, dat heb ik zeker nodig. NOT!
‘Ik zag je steeds alleen lopen.’
‘Dat kan.’
‘Loop je vaker alleen?’
‘Misschien…’
‘Ik zie dat je ergens pijn hebt.’
‘Het is Claire, niet?’
‘Hmmm.. kan’ En ik zuchtte diep.
‘Ik zie het wel tijdens de lessen, de andere docenten zien het ook.’
Waar bemoeit die gast zich mee, het is mijn leven en ik doe wat ik wil.
Die ouwe man kan de pot op met zijn gezeik, hoezo gaat hij op kamp wel aardig doen en in lessen kan ik naar de hel. Like o my god! Ik snap die docenten echt niet van tegenwoordig.

Na de wandeling was ik dood moe, me benen doen echt heel zeer ik ging gelijk naar me tent toe.
Ik haalde me mobiel uit me zak en pakte me schrift en me etui.
Gelijk ging ik in me schrift schrijven als een gek.

20 juni ’09

Lief dag boekje,

Sorry dat ik nu niet op de computer zit, daar schrijf ik echt alles.
Maar nu kan het niet anders, ik kan geen laptop of computer meenemen op kamp toch?
Ik heb je echt heel veel dingen te vertellen dagboek.
We zijn hier om ongeveer half 2 aangekomen en we moesten alles uitpakken en die zooi.
Later kwam me mentor binnen met een jongen. Hij heet Lucas, hij heeft ongeveer hetzelfde probleem als mij. Geen vrienden, slaapt alleen in de tent echt helemaal niks.
Dus ik vind dat hij wel op me lijkt, me klasgenoten en de andere 4 klassen kwamen ons storen toen we midden in een gesprek waren, echt heel vervelend en irritant.
Ik ben net terug van een hele lange wandeling het was echt oersaai en ik ben echt moe!
Me benen kunnen bijna niet meer bewegen zo pijn doet het.

Hmmm… oke ik overdrijf een beetje maar het doet wel pijn moet ik eerlijk toegeven.
Die wandeling was echt dom het sloeg nergens op en ik zag voor me mensen lopen in groepjes die lol hadden. Gewoon vrienden voor altijd.
Ohhh, een docent roept ons ik schrijf je zo weer!

Bye!


‘Oké kinderen, de limonade tank ik gevuld je kan nu rustig drinken halen en voor iedereen is hier een appel! Heerlijk gezond voor iedereen.’
‘Ja kom we pakken eentje.’
‘Weeyoo, vreetzak!’
‘We gooien die in tenten.’
‘Dat durf je niet, wedde?’
‘Gooi die in Marieke’s tent!’
‘Nee, dat is zielig.’
‘Zij is zielig, oke?’
‘Dus je doet het?’
‘Ahw misschien.’


Ik pakte een appel en ging in het gras zitten, en staren naar mensen die iets doen.
Het gras was vochtig maar ik bleef zitten.
Stelletjes zag ik en groepjes meisjes die goed bevriend waren met elkaar.
Ineens zag ik Rosaline en nog haar vriendin met nog wat meisjes bij mijn tent.
Ze zaten aan me tent, wat doen ze daar nou…
Ik liep op hun af, me hart bonkte als een gek.
‘Waarom zit je aan me tent?’
‘Ik doet het niet!’
‘Jaja, en wat zag ik dan he?’
‘Ik deed het echt niet!’
‘Pfff…’
‘Dan geloof je het maar niet he?’
De andere meisjes keken me strak aan en zeiden niks, gewoon dikke meelopers.
Ik kende paar van de basis school, ik dacht dat ze een beetje aardig waren maar nee hoor.
Ze liepen ineens weg en ik keek ze nog na.
Ik dacht ineens aan Lucas, waar zou die nou zijn? Oh ja hij is nu natuurlijk een wandeling aan het maken. Wat is het saai zeg hier op kamp. Gewoon de saaiste ever…
Ik ging weer naar me tent toe en me mobiel trilde ineens in me broek zak.
‘Hallo?’ zei ik.
‘Hallo? Met wie spreek ik.’
‘Hallo wie bent u?’
‘Ohh! Ben jij ehm Only? Van die chatbox waar je soms op zit?’
‘Ehm ja dat ben ik ja. Hoe weet je me nummer.’
‘Heb ik gevraagd.’ Zegt ze geheimzinnig.
‘En wie ben jij dan?’
‘Sorry ik ben Sandra, noem me mar gewoon San het maakt niet uit hoe je me noemt.’
‘Ik moet nog even wennen met je stem.’
‘Ik ook met jouwe.’
‘Lol.’
‘Wat ben je nu aan het doen eh San?’
‘Op de chatbox.’
‘Zit je daar altijd achter ofzo?’
‘Ja, en wat doe jij dan?’
‘Ik ben nu op kamp, het is echt zó saai hoor…’
‘Ik vond kamp altijd vet gezellig, zit je in een leuk groepje bij je tent?’
‘Ehm ik zit alleen in me tent.’
‘Ahw zo zielig jij.’
‘Valt wel mee, ik zit altijd alleen…’
‘Zo, dat is niet best hoor!’
‘Wuahuahahah.’
‘Dat meen ik sirieus.’
‘Me mobiel word straks ingenomen dus ik ga ophangen, is dat goed?’
‘Oke is goed, bye!’
‘Bye!’
‘Have fun hè?’
‘Bedankt, ik zie je nog wel op de chatbox ofzo.’
En ik hing op. Soms zag ik schaduwen voor me tent.
Ik deed me rits van me tent open, en jahoor daar staat Rosalinde stiekem.
Snel ging ze weg lopen toen ik haar zag, echt kinderachtig, gaat ze me afluisteren ofzo?
Zeker voor haar ‘vriendin’ Pffff…. Hoe bestaan zulke mensen en dan ook nog op deze leeftijd…

‘Iedereen moet nu naar hun tenten, jullie hebben een kwartier om te tandenpoetsen!’ riep onze mentor.’
Leerlingen renden door elkaar, van tenten heen en weer.
Later zat iedereen in hun eigen tent, soms komen er docenten met zaklampen lang hun tenten.
Want je mag geen geluid maken anders moet je in de straf tent.
Ik zat op me luchtbed met een zaklamp, dood stil was het als de docenten langslopen was ik echt bang dat ik gesnapt werd. Al praatte ik niet ik was bang dat ze hier in mijn tent komen.
Ik kreeg rillingen over me lijf heen. Ik zat steeds stil en soms hoorde ik wat meisjes kletsen over jongens, kleding, make-up en al die zooi. Pff… ik zuchtte.
Ineens hoorde ik iets, het kwam steeds dichterbij. Ik dacht dat het een docent was die zonder zaklamp naar mijn tent heen liep. Ik lag stokstijf in me tent.
‘Wie is daar.’ Zei ik zachtjes.
De tent rits ging open. Het was te donker om te zien wie het was, ik zat nog steeds stok stijf.
‘Hey, ik ben het.’
Ik herkende de stem.
‘Lucas!’ riep ik.
‘Sttt.. niet zo hard straks horen ze ons, dat mag niet he…’
‘Ja ik weet het wel, maar hoezo kom je hier ineens. Ik schrok me kapot.’
‘Je riep wel me naam he?’
‘Goh.. wat zou jij doen als ik ineens bij jou in de tent kwam.’
‘Doe je toch niet.’
‘Hehe.’
‘Maargoed, hoezo kom je hier heen dan?’
‘Ik heb niks te doen in me tent, en wij zijn allebij alleen dus ik kom even langs.’
‘En werd je niet gesnapt ofzo..?‘
‘Ik ben veel te snel om betrapt te worden.’ En hij knipoogde naar me.
‘Je neemt wel heel veel risico.’
‘Valt wel mee, ik ben de snelste van de klas.’
‘Aha, dik eigendunk.’
‘Ik meen het sirieus hoor.’
‘Oké, oké ander onderwerp graag.’ Lachte ik.
‘Wat gaan we morgen doen denk je?’

We zaten heel lang in een gesprek dat we de tijd vergaten.
Het werd laat.
‘En wanneer ga je terug naar je tent?’
‘Hmm… ik weet het niet, ik ben nog niet moe.’
‘Wuahahahha.‘
‘Maar je moet wel terug gaan he? Je kan niet de heletijd in mijn tent blijven.’
‘Oke, ehm ik ga zo wel als de docenten slapen.’
‘Je moet wel echt uitkijken hoor, straks slapen de docenten niet eens en dan word jij gesnapt en dat is echt mijn schuld hoor.’
‘Je moet niet zo over nadenken ik word echt niet gesnapt door die docenten.’
‘En daar ben jij zo zeker van?’
‘Denk het wel.’
‘Jeetje!’
‘Wat is er…’
‘Het is al 4 uur!’
‘Wow men, wat gaat de tijd snel.’
‘Omdat het té gezellig is.’ Lach ik.
‘Té gezellig?’
‘Wacht niet zo hard praten, straks worden we gesnapt…’
‘Tuurlijk niet, we zijn zo braaf.’
‘Oke nu is het niet meer grappig, ik meen het echt straks moet jij of ik weg…’
‘Als jij wilt dat ik weg ga ga ik weg hoor.’
‘Nee dat bedoel ik niet.’
‘Ik wil niet dat we gesnapt worden weetje. En je kan niet in mijn tent slapen want ik heb maar 1 luchtbed.’
‘Ik ga dan wel…’
‘Slaaplekker.’
‘Jij ook, en niet gesnapt worden eh!’
En ik deed de rits van de tent weer dicht, door een geheim gaatje keek ik wat er gebeurde.
Hij ging netjes terug naar zijn tent zonder dat hij gesnapt werd.

De volgende morgen moesten we vroeg wakker worden, het was de tweede dag dat ze daar waren op de camping. De docenten gingen langs iedere tent de rits open doen en hun wakker maken. Snel ging iedereen zich klaarmaken voor de dag die kwam.
‘Vandaag word tegek!’ werd er geroepen.
‘Zullen wij samen dan?’
‘Zooo lullig, Emmy ging toch met jou?’
‘Nee man, dat is verleden tijd ik ga toch met Kim.’
‘Huh ik snap het niet meer hoor.’
‘Ik ging toch met jou! Jezus!’
‘Shit!’
‘Wuahauhahaha.’
De leerlingen konden broodjes smeren voor op het eiland waar ze naar toe gingen.
Natuurlijk gingen ze er sportief naar toe. Een uur ging voorbij, de docenten zeiden dat ze met dezelfde groepen gingen als de wandeling. Natuurlijk was het heel erg vervelend voor mensen die in een stomme groep zitten. Zoals bij Marieke en Lucas.
De eerste groep ging met de kano naar het eilandje, de tweedegroep ging met de roeiboot. De derde groep gingen met de fluisterboot en de vierde groep ging zeilend.
Marieke moest uitendelijk met de kano erheen.
Snel ging ze kanoën naar het eilandje. Opeens kwam er 2 kano’s op haar af, en BAM!!!! Marieke viel om en snel gingen de andere 2 kano’s gewoon door kanoën.
Ze wist niet meer wie het waren want er waren zoveel kinderen in haar groepje die vlakbij haar waren. Vermoeiend klom ze weer in haar kano en ging weer verder.
Drijfnat kwam ze bijna bij het eilandje.
‘Hey daar is het lelijk eendje!’
Paar groepsgenoten maakte Marieke nog meer nat.
‘Waarom doen jullie dat steeds!’
‘Gewoon.’
‘Hou op!’
Ze hielden op met het nat maken van Marieke want ze waren bijna bij het eilandje gekomen.
Ze zetten hun kano’s rustig op het zand in de verte zagen we nog wat boten heen en weer varen.
‘Hey duw me niet!’
‘WAT? IK DUW JE NIET.’
‘Wat lieg je , Marieke!’
‘Jezus, doe een keer normaal ofzo!’
‘Niet voor jou, jij bent anders.’
Door die woorden kon Marieke alles niks meer horen en zien.
Die zin herhaalde en herhaalde in haar hoofd.
Andere kano’s knalde bijna tegen haar op als Lucas naar haar toe rent.
‘MARIEKE!!’ riep hij vanuit de verte en kwam op haar af.
‘KIJK UIT!’ Gilde hij.
Het was al te laat en de kano knalde tegen Marieke op, waardoor ze viel.
Het maakte haar niet meer uit dat ze viel want haar kleding was al nat.
Maar nu plakte al dat zand op haar kleding.
Haar kleding was zwaar en langzaam liep ze naar het gras en pakte een handdoek uit haar tas.
Gelukkig was haar tas waterdicht. Anders was haar handdoek ook helemaal nat.
Ze pakte haar handdoek en legde het op het gras neer.
Lucas ging naast haar zitten.
‘Oehhh!! De tortelduifjes!’ Riep Emmy.
‘Wat schattig!’
‘Loser+Loser.’
‘JA!! Loser+Loser.’
‘Loser+Loser.’ Riep een groep tegenlijk.
De docenten zeiden er niks van dat ze hun pestten. Ze praten alleen maar tegen elkaar en maken zelf lol, ze letten niet eens op de leerlingen. Dacht Marieke.
‘En hoe was de kano-tocht?’ Vroeg Lucas.
‘Gewoon fan-tas-tisch als gewoonlijk.’
‘Het zal wel weer…’
‘Tjah het leven is hard.’

Na een tijd was iedereen bij het eilandje aangekomen.
‘Oké kinderen, nu jullie hier zijn aangekomen mag je hier een snoepje uit deze snoep bak halen ook mag je je brood eten en hier is ook limonade verkrijgbaar!’
Kinderen stormen op de docent af en pakte limonade en een snoepje.
Later gingen ze met snoep gooien en met hun brood.
Het eilandje werd vies, overal lag stukjes snoep en brood.
‘Au! Ga niet op mij gooien!’ Riep Marieke.
‘Kom iedereen gooi op Marieke!’
Kinderen gingen om haar staan en ze gooide alles wat ze konden pakken naar haar toe.
‘Marieke ga daar weg!’ riep Lucas nog.
Nadat hij dat had gezegt gooide de kinderen ook naar hem.
‘BOEEEEH!!’ Werd er geroepen.
Lucas sleurde Marieke mee achter de bosjes. Het ging heel snel dus ze konden hun niet meer zien.
‘Oke stil blijven we moeten niet teveel geluid maken oke?’
‘Dat snap ik maar waarom hier?’
‘Anders zien ze ons en gaan op ons gooien.’
‘Hoezo doen ze dit allemaal zo doelloos hun…’
‘Echt he?! Ik weet het ook niet hoor.’
‘Het zou me niks verbazen als ze dit over 20 jaar nog doen.’
‘Dan is het heel kinderachtig vind je niet?’
‘Wuahauhaha, ze zijn nu al kinderachtig of niet soms.’
Stappen kwamen dichterbij.
‘Ze moeten hier ergens zijn.’
‘Zeker aan het zoenen.’
‘EEEEEUWHH!! IK WIL GEEN LOSERS ZIEN ZOENEN.’
‘Wie wel.’
Een groepje ging weg en deden weer wat anders.
‘Kom hier misschien zijn ze hier wel.’
Ze gingen weer ergens anders zoeken.
Met een diepe zucht zakte Marieke door haar benen en viel achterover op de grond.
Haar shirt werd nog bruiner dan hij al was.

‘Voorzichtig zijn he? Ze kunnen zo weer komen.’
‘Ja weet ik …’
‘Maar ehm.’
‘Vertel.’
‘Hoe moeten we hier weg? De docenten willen ons ook niet helpen…’
‘Ik weet het niet. Ik denk dat ik weg ga lopen.’
‘Ben je helemaal gek geworden? We zijn hier op een eilandje!’
‘Dat weet ik ook wel maar als we weer op die camping zijn.’
‘Zeker alles meenemen midden in de middag je tent weg halen, opruimen en die zooi.’
‘Nee ik neem niks mee, alleen wat eten en drinken denk ik.’
‘Pff… avonturier worden?’
‘Wuahahaha nee! Ben je mal.’
‘Lach niet zo hard anders worden we echt nog betrapt door jou!’
Wow wat is hij ineens pissig geworden ik dacht dat hij anders was dan andere jongens, dacht Marieke.

Ze waren aangekomen op de camping iedereen mocht doen wat je wou.
De einde van de dag was bijna aangebroken.
Niemand had in de gaten dat Marieke en Lucas wouden weglopen.
Ze pakten hun tassen in en ging bij de ingang staan en wachten op elkaar. Onopgemerkt gaan ze weg van de camping. Ze kunnen maar 2 dagen weg blijven want die dag gaan ze dan weer weg.

Na een eind lopen zagen ze een soort van schuurtje.
Ze liepen er naar toe, het was leeg en schoon.
‘Zullen we hier gaan overnachten?’
‘Ik vind het een prima plek.’
‘Ik ook, een betere kunnen we niet wensen denk ik.’
‘Heb je een zaklamp bij je?’
‘Check.’
‘Wat nog meer?’
‘Dit heb ik bij me en jij dan?’
‘Oeh dat is lekker!’
‘En dat vind ik ook.’

Ze zaten gezellig te kletsen met elkaar en het werd snel donker.
Precies konden er 2 mensen in liggen.
‘Best wel leuk hier met z’n twëen.’ En Marieke bloosde.
‘Zal ik maar de zaklamp aan doen?’
‘Is goed, het word al snel donker zo te zien.’
‘Marieke..’
‘Ehm ja wat is er?’
‘Nou ik moet je echt wat vertellen. Maar ik weet niet of jij er ook zo over denkt.’ En hij bloosde.
‘Vertel het me nou, ik word zenuwachtig.’
‘Ik weet niet hoe je het precies uit moet leggen.’
‘Want ik vind je echt heel leuk…’ Hij werd rood en keek naar de houten planken.
‘Vertel het maar…’
‘Wil je met me verkering..?’
Het was even stil en ze keken naar elkaar.
Ze kwamen steeds dichterbij.
Smak! Ze zaten te zoenen.
Even stopte Marieke.
En ze fluisterde: ‘Ja dol graag.’
‘Dus we hebben nu officeel met elkaar?’
‘Ik denk het wel.’ En ze gaf een zoen op zijn wang en bloosde eventjes.
‘Ik wil het wel geheim houden want de anderen hoeven het toch niet te weten. Gewoon doen hoe we eerst ook deden?’ zei Marieke gauw.
‘Denk het…’
‘Ik ben nu wel moe, zullen we gaan slapen?’
‘Is goed.’
Hij deed zijn zaklamp uit en ze kropen dicht bij elkaar.
‘Het is best koud.’
‘Ik warm je wel op.’ En hij gaf haar een knuffel.

De volgende morgen werd Lucas vroeg wakker.
Hij maakte zijn ‘bed’ op en pakte wat boterhammen en wat drinken.
Hij zette een picknick klaar en voorzichtig ging hij weer naar het schuurtje.
Lucas keek hoe ze sliep.
‘Zo cute.’ Zei hij heel zachtjes tegen zichzelf.
‘He wat?’ zei Marieke slaperig.
‘Niks hoor…’
‘Oke, hoelaat is het nu?’
‘Het is half 8.’
‘Moeten we niet allang opstaan we zijn telaat!’
En ze sprong overeind. Meteen was ze klaarwakker.
‘Nee, nee we zijn weg gelopen weet je nog?’
‘Oh ja, en het nadeel is dat je hier geen toilet hebt of kraan.’
‘Klopt, kleed je je maar snel aan, anders vat je nog kou.’
‘Als ik jou zie krijg ik het warm, dus ik heb het nooit koud.’
Hij gaf haar een lange zoen.
‘Je bent echt lief.’ Fluisterde hij in Marieke’s oor.
‘Jij nog liever.’
‘Hier is een picknick voor jou en mij.’ En glimlachte.
‘Wow! Zo lief ben je.’

Ze zaten samen te eten, het was heel gezellig met z’n twëen.
‘Hoe zou het eigenlijk bij de camping nu zijn.’
‘Ik weet niet.’
‘Gaan ze op zoek naar ons denk je..’
‘Daar heb ik helemaal niet aan gedacht.’
‘Straks vinden ze ons, en dan?’
‘Ik weet niet Lucas, we kunnen hier niet 2 volle dagen blijven of wel.’
‘De tent moeten we ook nog opruimen.’
‘Straks schakelen ze de politie nog in!’

Ze aten de laatste resten op en ruimde het op, ze pakten hun tassen opnieuw in en gingen lopen.
Ook al wisten ze niet waar ze naar toe gaan.
Na een tijdje lopen waren ze bij het centrum aangekomen.
Het was een beetje rustig, later werd het wel wat drukker.
Een paar uurtjes rondhangen in de stad herkende ze paar kinderen dichterbij komen.
‘Volgens mij horen ze bij de camping.’
‘Ik herken die jongen.’
‘Wie is het …’
‘Volgens mij is het me klasgenoot.’
‘Wacht.’
‘We moeten ons verstoppen!’
‘Snel hier heen.’
Ze gingen achter een paar struiken staan.
Het waren inderdaad kinderen van hun school die eraan kwamen.
‘Moeten we nou moeite doen voor die LOSERS?’
‘Straks zijn ze vermist!’
‘Ze hebben hun ontvoerd.’
‘Jaja op de camping waar docenten heel goed opletten.’
‘Daarom ben je ook gister avond naar Wen gegaan he?’
‘Kan ik er wat aan doen dat ze niet op letten.’
‘Oke ophouden we moeten nu zoeken.’

‘Zie je wel dat ze ons zoeken.’
‘Niet goed plan, weg lopen…’
‘Stel je voor als ze ons zien, ze konden ons net toch ook zien.’
‘Straks gaan ze raar denken.’
‘Hoe denken.’
‘Je weet misschien wel.’
Marieke voelde zich onzeker.
Ze dacht na waarom ze ‘Ja’ antwoordde op Lucas vraag gister avond.
Ze kent hem maar 1 dag en dan gelijk verkering. Dat had ze nooit van zichzelf verwacht.
Claire was wel zo’n type ze kon iedereen krijgen.
Op een 1 of andere manier mis ik haar, maar ik wou niet aan haar denken.
Ik heb lang niet meer met haar gesproken.
Twee maanden kan wel, ik weet het ook niet meer.
Op een gegeven moment riepde Lucas haar.
‘Marieke, niet zo vaak dag dromen!’
‘Sorry, ik was even aan het denken.’
‘Aan een andere jongen zeker.’ Pestte Lucas haar.
‘Tsssss.. en trouwens waarom…’
Ze kon haar zin niet af maken want Lucas hand ging op Marieke’s mond.
‘Stil, niet hard praten ze zien ons zo… Gauw, bukken!’
‘Sorry…’
‘Oke nu stil.’

Ik schrok toen hij zo bazig tegen me deed.
Soms kan hij lief zijn soms niet, ik weet het allemaal niet meer.
Had ik maar iemand om mee te praten.
Met Lucas kan het helemaal niet meer, het gaat over hem laat staan dat ik over hemzelf ga praten. Ik zuchtte en Lucas is zo eigenwijs had ik maar een vriendin hier.
Ik keek op me horloge, het was al 4 uur.
Ze hebben veel gelopen en gehangen in de stad.

De kinderen gingen weer terug naar de camping.
Na een tijd hebben de docenten de politie ingeschakeld.
‘We hebben geen andere oplossing.’
‘Oh men, allemaal tijdverspillen aan die losers.’
‘Echt he.’
‘We konden beter wat anders doen, inplaats van die losers zoeken.’
‘Pffff…’ zuchtte Kim.
‘Voortaan moeten we extra toezicht hebben op de kinderen.’ Zei een docent.
‘Zeker.’
‘Ik hoop dat de kinderen al gevonden zijn.’
De politie zocht nog op de camping, maar ze konden niks vinden .
Ook hebben ze in de stad gezocht.
Maar nog geen een spoor hebben ze gevonden…
‘Shit! Ik zie de politie!’
‘We hebben toch niks gedaan?’
‘Snap je het dan niet?’
‘Ze hebben de politie ingeschakeld dombo!’ zei Marieke net iets te hard. En ze rende weg.
‘Uitkijken Marieke!...’

Het was al te laat, Marieke gilde en ze kwam onder een auto.
Ze was bewusteloos.
‘NEE!! MARIEKE!!’ riep Lucas half huilend.
‘Wat is er, Ohh nee! Sorry sorry sorry! Het spijt me echt zó erg…’
‘Ik bel de ambulance wel.’
Lucas wist niet wat hij meer moest doen, straks heeft ze het niet gehaald.
Hij kon er nu echt niet aan denken.
Hij moest dit aan haar moeder doorvertellen, maar hij wist het niet zeker of het van Marieke mag.
Tenslotte het was wel mijn fout! Ik ben kwaad, kwaad op mezelf.
Ik moest beter gaan opletten…
En op haar en op de auto. Hij zuchtte een keer en de automobilist was net klaar met bellen.
Gelijk kwamen er ambulances eraan om Marieke op te halen.
En brengen naar een ziekenhuis in de buurt.
‘Naar welk ziekenhuis gaan jullie?’
‘De vogel vlucht.’
‘Yes.’ Dacht Lucas, want die ziekenhuis is in hun stad.
‘Mag ik dan mee rijden meneer?’
‘Sorry kleintje.’
‘Ahw…’
‘Wuhaha! Grapje, kom er maar in.’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen