Foto bij Hoofdstuk 10.5

Luke

‘Pas op, een klopgeest.’ Angelo staart weer met een uitdrukkingloos gezicht naar het apparaat in zijn handen als ik de deur ontgrendel. Ik trek hem open en kijk: daar staat Meadow.
‘Oh, daar is deze kast dus voor, Jack!’
Jacqueline zit hoofdschuddend in kleermakerszit op een van de bedden. Ik stap ongevraagd hun kamer binnen. In een snelle oogopslag zie ik dat deze kamer precies hetzelfde is als de onze, maar dan in spiegelbeeld. Meadow betreedt de jongenskamer en ik sta in die van de meisjes.
‘Cool, zo’n deur in de muur,’ hoor ik Jacqueline.
‘Luxe, twee tweepersoonsbedden.’ Ik neem plaats op hetzelfde bed waar zij op zit, ruimte genoeg. ‘Wij moeten de twee bedden delen.’
‘Er is een slaapbank.’
‘Dan zullen wij waarschijnlijk ook wel zo’n ding hebben.’
Op dat moment klinkt een van de vervelende stemmetjes van de figuurtjes van South Park. Angelo heeft kennelijk uitgevonden hoe de afstandsbediening werkt.
Ik ga met mijn rug op het bed liggen en slaak een vermoeide zucht. ‘Ik ben moe,’ is mijn conclusie.
‘Ik ook. Van het autorijden.’ Jacqueline kruipt over het bed en buigt zich voorover om de infomap van het tafeltje te pakken. Ik sluit mijn ogen. De South Park-geluiden duw ik naar de achtergrond terwijl ik naar de binnenkant van mijn gesloten oogleden staar. ‘Ze hebben hier een fitnessruimte. En een zwembad. Sorry, dat laatste is geen goed plan.’
‘Ssh,’ sis ik zonder mijn ogen te openen.
‘Oh, en morgen hebben ze Taco Tuesday beneden in het stadje.’
‘Taco’s?’
‘Taco’s.’
‘Oké.’
Het blijft eventjes stil. ‘Hoezo? Lust je dat niet?’
‘Jawel, hoor.’
‘Maar?’
‘Maar niks.’
‘Oké.’
Ik hoor mezelf grinniken, wat me een por in mijn zij doet opleveren. ‘Sorry.’
‘Wat?’
‘Dat ik het woord taco’s zei.’
Het enige dat ik terugkrijg is een instemmend geluid. Ik steek mijn arm uit voor een por terug,maar raak slechts haar knie. Jacqueline lacht me uit.
Plots staat Dan voor ons. ‘Mensen, heeft iemand eten?’
‘Nee,’ reageer ik.
‘Ja,’ zegt Jacqueline tegelijkertijd. Ze laat een glimlach aan me zien voordat ze van het bed springt en voor de tas van Meadow gaat staan. Het fantastische gekraak van een zak Mexicaanse tortillachips klinkt als muziek in mijn oren. Ook Dan reageert hebberig. Extra fijn dat er twee zakken chips zijn. Dan neemt de ene zak mee, wij houden de andere.
‘Ik ben nog steeds moe.’ Ik laat mijn ogen weer dichtvallen als ik een chipje in mijn mond stop.
‘Kom bij mij logeren. Ik heb een groot bed, je zult slapen als een roosje.’
Mijn ogen springen open en verbaasd kijk ik haar aan. Ze kijkt terug naar mij. ‘Echt?’
‘Waarom niet? Het slaapt lekkerder dan de slaapbank.’
‘Echt?’
‘Nee, natuurlijk niet. Grapje.’
Ik trek een teleurgesteld gezicht. ‘Zeg dat dan.’
‘Dat zei ik, toch?’
Ik sluit mijn ogen weer, maar krijg dan een handje vol chips tegen mijn lippen gedrukt. Ik schrik en sputter tegen, maar kan niet voorkomen dat meer dan de helft van de chipjes, dat inmiddels geplet door mijn gesloten lippen, in mijn mond belandt.
En Jacqueline zit maar te lachen, hier naast me op het bed. Ze lacht haar witte tanden vloot en in haar mondhoek ligt een chipskruimeltje. Haar schouders bewegen mee op het ritme van haar lachen. Haar blik rust op ij. Ze schudt haar hoofd en veert dan op door een hik.
Dan ga ik ook stuk en liggen we allebei slap van de lach in San Diego. Wanneer ik moe ben ben ik ook echt moe, of ik word melig. Dat laatste is hier het geval.
Jacqueline hikt, wat mij nog erger doet lachen. Zelf lacht ze er ook om; de tranen rollen over haar wangen. Dit is de eerste keer dat ik Jacqueline zie huilen.
‘Hé, kan het een beetje zachter?’ klinkt het vanuit de andere kamer. ‘Het maakt me niet zo veel uit wat jullie doen, maar een beetje stiller alstublieft.’
‘Doordenken,’ volgt de stem van Dan Angelo op, die meteen stikt in zijn lach.
‘Jongens!’ Een verontwaardigde Meadow.
Ik haal diep adem en ga rechtop zitten, om dan mijn hand in de zak te steken en het gepakte chipje naar Jacquelines lippen te brengen. Braaf doet ze haar mond wagenwijd open en voeren we elkaar om de beurt chips.
Plots moet in glimlachen. Jacqueline vraagt niet waarom. Ik ben er blij mee dat we vrienden zijn. Want wie had dat nou gedacht, die eerste keer toen ik haar in de gang op school zag lopen? En toen bij de tekenles. Yogurtland. Het feestje bij Miriana. Ik ben blij dat ik dit leuke meisje ken en ik weet nu al dat het moeilijk zal worden als ik volgend schooljaar van school ben. Dan zit ik niet meer bij Jacqueline op school. En overigens ook niet meer bij Meadow. En het allerergste is dat Dan, Angelo en ik uit elkaar zullen gaan. We houden nog wel contact, dat weet ik zeker. Maar op een gegeven moment verwatert zoiets.
Volgende week heb ik mijn eerste examen al. Biologie. Ik ben natuurlijk al begonnen met leren, want je eindexamens zijn belangrijk. Die uitspraak wordt vaak genoeg naar mijn hoofd geslingerd. En dat begrijp ik ook wel, hoor. Ik heb zelfs mijn studieboeken mee in mijn rugtas, hier met mijn vrienden in San Diego.
‘Wat is er? Je kijkt zo sip?’ Jacqueline kijkt me meelevend aan en stopt zelf een chipje in haar eigen mond. Sorry, dat ik dat even vergeten ben bij haar te doen.
‘Niks. Alleen de gedachte aan de examens.’ En dat ik het niet overleven ga om al mijn vrienden volgend jaar als ik naar university ga te missen, maar dat zeg ik er niet bij.
‘Ah.’ Ze stopt twee chipjes tegelijk in mijn mond. ‘Maar wij mogen elkaar, toch?’
‘Ja?’
‘Ja.’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen