Foto bij Geheim 20

De week vorderde en het werd Neptunus. Nina stond die dag gewoon op als op alle andere dagen en net zoals de vorige dagen ging ze eens kijken bij Nicola om te zien of hij nog steeds leefde. Dit klonk misschien gemeen, maar hij was wel in levensgevaar. Ze naderde zijn kamer en klopte uit respect nog op de deur, ook al wist ze dat er geen antwoord zou komen. “Binnen”, klonk het tot haar verbazing en ze opende de deur.

Sarah zat naast Nicola op zijn bed en ze zat met haar rug naar Nina toe. Het was warm in de kamer, te warm voor Nina, voor wie de kamer op een sauna leek. Sarah leek er echter geen last van te hebben. Dit kwam doordat Nicola als draak graag warmte had, evenals hij een mens was. Vandaar dat de kamer zo warm was. Nicola, wie wakker was, keek verzwakt en wantrouwig naar Sarah en naar wat ze aan het doen was. Ze legde namelijk net een groep bladeren op één van Nicola’s ontstoken wonden. Het leek alsof de bladeren stengels en wortels kregen, want ze kropen in Nicola’s lichaam en Nina slaakte een kreet van afschuw. “Ssst”, zei Sarah geïrriteerd en richtte zich terug op haar werk. Nu verschenen ook op de andere wonden zulke bladergroepen en zag Nicola er bijna als een plant uit. Hijzelf leek er precies geen last van te hebben.

Nina voelde dat hier vreemde dingen aan het gebeuren waren en probeerde zich zo stil mogelijk uit de voeten te maken, maar toen ze net haar hand op de warme deurklink legde, klonk de stem van Sarah door de kamer. “Waarom ga je weg? Help me liever”, zei ze zonder Nina aan te kijken. Nina voelde zich ergens verplicht om haar te gehoorzamen en dat maakte dan weer dat ze zich bevolen voelde, wat niet zo’n leuk gevoel was. Toch deed ze wat Sarah vroeg en ze kwam naar haar toe. “Nina, kan je dat kommetje water aangeven?” vroeg Sarah en ze wees naar de hoek van de kamer, waar een kom water stond. Al die tijd keek ze Nina niet aan, enkel naar de bladeren op Nicola’s lichaam. Nina’s trots was toch wat gekrenkt hierdoor, maar toch ging ze het kommetje halen. Het was warm, maar dat was alles wat in deze kamer stond. Ze gaf hem aan Sarah en even maakten hun handen contact. De hare waren koud, terwijl die van Nina aan het zweten waren. Verbaasd keek Nina naar Sarah, maar die negeerde haar en zette de kom op haar benen, om dan uit precies het niets een paar doeken te pakken en ze in het water te dopen.

Nicola’s hoofd was aan het zweten, wat wou zeggen dat hij koorts kreeg. Sarah doopte de doeken nog een laatste keer in het water en wrong ze toen uit, om dan daarmee het voorhoofd van Nicola te deppen. Het verbaasde Nina dat Sarah überhaupt Nicola aan het helpen was, laat staan dat ze zo vriendelijk deed tegen hem. Wat was er toch aan de hand?

Na wat een eeuwigheid leek te duren, legde Sarah uiteindelijk haar ene hand op één van de groepen bladeren en het leek wel of alle andere bladergroepen zich terugtrokken, zonder ook maar één wonde of litteken achter te laten. Uiteindelijk nam Sarah het overige groepje bladeren van Nicola’s lichaam, wat er nu ongeschonden uitzag. De bladeren verdorden in Sarahs hand, om dan in as te veranderen en als een hoopje tussen Sarahs vingers te glijden en op de grond terecht te komen. Dan pakte Sarah de doeken en de kom en verliet zonder een woord uitleg te kamer. “W… wat is er gebeurd?” vroeg Nicola verbijsterd en Nina haalde haar schouders ook verbaasd op. Wie zou dat kunnen zeggen? Sarah misschien, maar waarschijnlijk liet zij geen woord los…

Sarah liep de trappen af met de kom water en doeken, om dan meteen rechts af te slaan, recht haar laboratorium in. Ja, haar laboratorium, zoals ze het mocht noemen van Nina. Ze sloot met haar elleboog de deur en zette blindelings de kom en doeken neer op de tafel in het midden. Dan liep ze naar de wand en knipte het licht aan. Ze draaide zich om en… kreeg bijna een hartaanval. Aan de overkant van de ruimte lag een groot lijk. En niet zomaar een lijk, maar het lijk van een Ak-baba, één van de drie die ze had neergeschoten. Hoe kwam die hier binnen? Die paste toch niet zomaar door de deur? Sarah snapte er niets van, maar liep er wantrouwig naar toe. Ze hurkte neer bij de kop en legde haar vingers in de nek, om te voelen of er nog een hartslag was. Het leek misschien belachelijk, maar ze had een vreemd voorgevoel dat deze wezens niet echt dood waren. Ze voelde niets, dus ging ze weg van het wezen en ging via de trap de sikkelachtige verdieping op, om daar dan een boek uit de kast te pakken. Titel: Hoe Wezens Te Doden. Ze las voor de zekerheid het hoofdstuk over de Ak-baba’s, maar opeens viel een schaduw over haar heen. Met een ruk draaide ze zich om, om dan in de gruwelijke ogen van het wezen te kijken.

Reageer (1)

  • DeNaamIsGideon

    Je gaat verder!
    en jesus is schrok daar van.

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen