Chapter 17
We komen aan bij de kust van Solitude. In de verte ligt het kasteel. 'En hoe wil je precies Serana naar buiten halen?' vraagt Bokul. 'Bokul heeft een punt, Arwen. Shakari is er zeker van dat we nu niet zomaar binnenkomen. We zullen alles behalve welkom zijn.' Ik ga in de boot zitten. 'Ik heb met Vaerel afgesproken bij de haven. We kunnen zo ongemerkt binnenkomen.' Bokul en Shakari komen bij me zitten. 'Weet je zeker dat ze ons niet zien?' vraagt Shakari. Ik knik. 'Ja, dat weet ik zeker. Ze verwachten een draak te zien landen op de kust. Die hebben ze nu niet gezien.' Samen met Bokul begin ik te roeien. Shakari zit voor op de uitkijk. Opeens zie ik haar gezicht vertrekken. 'Wat is er? Zie je iemand?' vraag ik haar. 'Arwen...Shakari weet niet hoe ze dit moet zeggen...' We meren aan. Ik ren de pier op. Abrupt blijf ik staan. Voor zie ik een elf. Hij is gespietst op een paal. Ik hoor Bokul naar adem snakken. Langzaam loop ik er naar toe. Ik kan het niet geloven. Dit kan niet waar zijn! 'V-Vaerel...' zeg ik zachtjes. Met trillende hand raak ik hem aan. Er is bijna niks meer van hem over. 'W-wat hebben ze met je gedaan?' 'Ze hadden ons door.' Ik draai me om. Serana komt aangelopen. Zo te zien heeft ze gehuild. 'W-wat? Maar hoe?' vraagt Shakari. 'Vader werd ongeduldig toen ik hem de Scroll niet wilde geven. Ik zei dat ik hem kwijt was, maar hij geloofde me niet. Hij is naar Vaerel gegaan. Vaerel weigerde iets te zeggen, alleen dat hij van niets wist. Vader heeft hem zijn krachten ontnomen. Zei dat hij het niet waard was om hem of Molag Bal te dienen. Ik wilde hem helpen! Hij werd in een kooi gegooid met hongerige Death hounds. Ik wilde hem helpen... Maar ik kon me niet meer bewegen.' 'Wanneer is dit gebeurd?' vraagt Bokul. 'G-gisteren. Ze hebben hem vanmorgen hier gespietst. Om indringers af te schrikken. Arwen, het spijt me zo...Dit is allemaal mijn schuld.' Ik schud mijn hoofd. Mijn benen beginnen te trillen. Dit kan niet. Hij kan niet weg zijn. Dit is niet echt. Dit is NIET echt. Ik zak door mijn benen en grijp naar mijn hoofd. Wat moet ik doen? Hij is weg...En het is allemaal mijn schuld! 'Vaerel...' Shakari knielt bij me neer. 'Hoe zit het met jou?' vraagt Bokul. 'Ik ben verbannen. Ik ben nu ook niet meer dan een prooi. Jullie kunnen hier niet te lang blijven...' 'Jij ook niet,' zegt Bokul. Hij trekt me overeind. 'Arwen, we moeten gaan. We kunnen hier niet blijven.' Ik schud mijn hoofd. 'Maar Vaerel...' 'We kunnen niks meer voor hem doen, Arwen. We moeten die boog zien te vinden.' Ik pak Vaerels hand vast. Hij voelt koud en stijf aan. Hij zit onder het bloed, en mist stukken vlees. En zijn gezicht...Is half weggevreten. 'Is het snel gegaan?' vraag ik aan Serana. 'Redelijk,' zegt ze. 'Death Hounds zijn redelijk snel, zeker als het een roedel is.' Ik tril nog steeds. Shakari trekt me voorzichtig achteruit. Ik hoor haar snikken. 'K-kom Arwen. We moeten gaan. Serana gaat met ons mee. Naar de Forgotton Vale.' 'We kunnen hem niet hier laten...' zeg ik snikkend. De tranen lopen nu volop over mijn gezicht. Hij is weg! En niks kan hem nog terug brengen. Harkon heeft hem vermoord. Ik haal zwaar adem. Shakari begeleidt me naar de boot. 'K-kom, we komen later terug voor zijn lichaam. Maar we moeten nu echt gaan!' Ik blijf staan. 'Harkon heeft dit gedaan...Harkon heeft hem vermoord!' Shakari en Bokul kijken elkaar aan. Ik voel de draak in me grommen. Ik heb dit nog nooit gevoeld, maar het deert me niet. 'Hij heeft hem vermoord, en nu is hij weg!' Het wordt wit voor mijn ogen...
Er zijn nog geen reacties.