Chapter 16
We zijn weer terug in het fort. Ik geef de Scrolls aan Dexion Avicus. 'Kunt u dit ontcijferen?' vraag ik hem. Hij zucht. 'Zo makkelijk is het niet, maar ik kan het proberen.' Voorzichtig rolt hij ze open. 'Ik wil dat iedereen een paar stappen naar achter zet. Wat ik nu ga doen is heel gevaarlijk. Ik ga de Scroll activeren. Laten we hopen dat ik niet blind word.' Hij raakt de Scrolls aan. Meteen wordt de kamer verlicht. Ik hoor Dexion kreunen. Ik sluit mijn ogen voor het felle licht. Opeens is het weg. Ik open mijn ogen weer. Ik zie Dexion staan. 'Heeft u iets kunnen zien,' vraagt Isran. Hij knikt. 'Ja, en wonder boven wonder ben ik niet blind. Het is een profetie. Het gaat over het vervagen van de zon. Duizenden jaren geleden is er een voorspelling gemaakt. Door middel van het bloed van een dochter van Coldharbour en de boog van Auri-El, zou de wereld worden ondergedompeld in eeuwige duisternis.' 'En kunnen vampiers doen en laten wat ze willen,' vervolgt Isran. Dexion knikt. 'Ja, inderdaad.' 'Nou, waar kunnen we die boog vinden?' vraag ik hem. 'Een dochter van Coldharbour hebben we al, met wat overredingskracht.' 'De Scrolls noemen de plek Forgotten Vale. De enige aanwijzing die ik je kan geven, is dat het vlak bij de grens met High Rock is, in de regio Haafingar. Verder zeggen de Scrolls niets.' Ik kijk Isran aan. 'Klinkt ook maar iets enigszins bekend?' Isran schudt zijn hoofd. 'Nee, ik heb er nog nooit van gehoord. Ik heb zelfs nog nooit van de Forgotton Vale gehoord.' Ik zucht. Dit wordt moeilijk. Er zijn zoveel plaatsen langs de grens van High Rock. Dan maar eerst Serana ophalen, en kijken of Vaerel in orde is. 'Oké. Dan moeten we eerst Serana ophalen. Misschien dat zij ons verder kan helpen.' Ik draai me om. 'Dexion, hier ben je veilig. Geen corrupt dievengilde om je te verraden.' Ik loop naar de uitgang. 'Gaan we weer met Odahviing?' vraagt Bokul. Ik kan de afkeuring in zijn stem horen. 'Nee, deze keer niet. Ik wil niet teveel aandacht trekken. Die vampieren zitten overal, en een draak is groot. Het is misschien sneller, maar we zitten in een gevaarlijke situatie. Hoe minder we opvallen, des te beter.' Shakari knikt. 'Daar is Shakari het mee eens. En het is goed om Odahviing wat rust te gunnen.' Bokul stopt nog een paar kogels voor zijn kruisboog in zijn tas. 'Ik vind het prima. Wat aarde onder onze voeten zal ons goed doen. Misschien komen we nog wat aanwijzingen tegen over deze Forgotten Vale. Zou het van de Dwemer zijn, denk je?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee, dat betwijfel ik ten strengste. De naam is niet in het Dwemeris. En een profetie over de zon? Met Auri-el? De Dwemer geloofden niet eens in Aurie-el. Ze leefden ondergronds, en hadden geen behoefte om bovengronds te komen.' 'Maar als het duizenden jaren geleden is, dan moet het wel van een elfenras zijn,' zegt Shakari. 'Mensen waren toen nog maar net in Skyrim aanbeland. Akatosh bestond toen helemaal niet.' 'Aurie-el is hetzelfde als Akatosh, Shakari,' zeg ik. 'Maar je hebt wel gelijk. Het moet van een elfenras afkomstig zijn, als het om de boog van Aurie-el gaat.' 'Maar Aurie-el is de god van de zon,' zegt Bokul. 'En daarom klinkt het inderdaad niet logisch. Een wapen of artefact van Aurie-el zou zijn invloed juist moeten vergroten, niet verzwakken. Maar ik denk dat daar die dochter van Coldharbour erbij komt.' 'Het bloed van een dochter van Coldharbour,' merkt Shakari op. Ik knik. 'Ja, inderdaad. Maar dan zie ik nog de connectie niet met de boog.' We komen aan bij de doorgang. 'Nou, laten we eerst maar kijken hoe het met Vaerel gaat,' zegt Bokul. 'En hopen dat Serana een beetje afgekoeld is.' We lopen naar buiten. Ik kijk even om me heen of we niet gevolgd worden. In de verte zie ik de grenspoort naar Morrowind liggen. 'Dat blijft een mysterieuze plek,' zegt Bokul. 'Al eens geweest?' vraagt Shakari. Hij schudt zijn hoofd. 'Nee, en ik kan niet zeggen dat ik dat jammer vind.' Ik kijk naar de grenspoort. 'Ja..Misschien komen we er nog een keer, als mensen me weer nodig hebben.' 'Zolang we niet weer naar de Soul Cairn moeten, of een levensgevaarlijke ruïne in moeten...Denk ik dat ik wel met je mee ga.' Ik kijk Bokul aan. 'Dat is je geraden.'
Er zijn nog geen reacties.