Even later zaten Coby, Anna en Sarah weer op Enders rug. Coby was het boek kwijtgeraakt in haar tas, en was nu al meer dan een uur aan het zoeken. ‘Waar is dat rotding…’ zei ze kwaad. Ze haalde een gigantisch zadel uit haar tas. ‘Dit is niet waar ik naar zocht, maar het is wel handig!’ zei ze. ‘Hoe past zo’n zadel in die tas?’ vroeg Sarah verbaasd. ‘Het is een magische tas.’ zei Anna. ‘Er zat ooit een walvis in, dus…’ ‘Ik stel geen vragen meer.’ zei Sarah. ‘Het boek MOET hier ergens zijn!’ zei Coby. ‘Oh ja!’ zei Anna. ‘Ik heb hem een uur geleden gepakt omdat ik even iets wou bekijken. Hier, hij ligt achter mijn rug!’ Ze gaf het boek terug aan Coby. ‘Dat had je wel even eerder mogen zeggen.’ zei Coby kwaad. ‘Ik wou je gewoon terugpakken.’ zei Anna. ‘Waarom dat?’ vroeg Coby. ‘De pomp!’ zei Anna kwaad. ‘O ja, dat.’ zei Coby. ‘Waarom gloeit dat boek?’ vroeg Sarah nieuwsgierig. ‘Is die ook magisch?’ ‘Er moet hier ergens een portaaldeel zijn!’ zei Coby. ‘Maar we zitten boven de oceaan!’ zei Sarah. ‘Heb je toevallig een duikboot in je tas?’ vroeg Anna. ‘Even kijken…’ zei Coby. ‘Jep!’ Ze gooide de duikboot in het water. ‘We kunnen gaan!’ zei Anna opgewonden.

Niet veel later zaten ze onder water. Ender bleef boven de oceaan rondjes vliegen. De duikboot leek misschien klein, maar vanbinnen was hij enorm. Het was donker, en niemand wist waar het portaaldeel precies was. Plotseling schoot er iets voor de duikboot langs. ‘Een dolfijn!’ zei Coby opgewonden. ‘Laten we hem volgen!’ ‘Hoezo dat?’ vroeg Anna verbaasd. ‘Ik hou van dolfijnen oké!’ zei Coby. Ze liet de duikboot in volle vaart achter de dolfijn aangaan. De dolfijn stopte opeens en begon te praten. ‘Hoi! Ik ben Spetter!’ zei hij. ‘Ik ga jullie meenemen naar de verloren stad!’ ‘Een pratende dolfijn?’ vroeg Anna. ‘Kan het nog vreemder worden?’ Sarah zag dit allemaal niet aankomen en viel flauw. ‘Oké, je kunt wel tegen een gigantische draak maar je valt flauw bij het zien van een pratende dolfijn!’ zei Anna. ‘Logica!’ ‘Welke verloren stad?’ vroeg Coby nieuwsgierig. Ze lette niet op het gedoe tussen Anna en Sarah. ‘Mooi!’ zei Spetter. ‘Kom mee, dan beginnen we met ons avontuur!’ ‘Ik zei helemaal niks over meegaan!’ zei Coby kwaad. Maar Spetter was er al vandoor gegaan. ‘We kunnen hem beter volgen.’ zei Anna. ‘Het kan ons naar het portaaldeel leiden!’ Snel volgden ze Spetter.

Ze kwamen aan bij een gezonken schip. ‘Hier ligt de eerste aanwijzing die ons naar de verloren stad gaat brengen!’ zei Spetter. ‘Maar de stad ligt letterlijk daar.’ zei Anna, en ze wees naar een gigantisch kasteel. ‘Kom, dan gaan we daarheen!’ zei Coby. ‘Spetter gaat ons niet verder helpen!’ Spetter probeerde ze nog tegen te houden, maar het was al te laat. ‘Hé!’ zei hij. ‘Jullie kunnen daar nog niet heen! Zo ver zijn jullie nog niet in het spel!’ ‘Dit is geen spel!’ zei Anna. ‘Weet wel dat jullie daar kunnen ademhalen!’ zei Spetter nog.

Het duurde niet lang voordat ze in de onderwaterstad aankwamen. Anna opende de deur van de duikboot. ‘Wat doe je?’ vroeg Coby. ‘Wil je dat we verdrinken?’ ‘Spetter schreeuwde nog dat we hier kunnen ademhalen.’ zei Anna. ‘Zie je? De duikboot zit nog niet vol met water!’ ‘Oké!’ zei Coby. Ze gingen de duikboot uit en lieten Sarah achter, die nog steeds bewusteloos was.

‘Dus jij denkt dat het portaaldeel hier ergens ligt?’ vroeg Anna. ‘Het klinkt logisch.’ zei Coby. ‘Alle portaaldelen liggen op speciale plekken.’ ‘Dat klinkt inderdaad logisch.’ zei Anna. ‘Maar waar moeten we beginnen met zoeken? Deze stad is gigantisch!’ Opeens hoorden ze een vreemd geluid. Het leek op gegrom. ‘Wat was dat?’ vroeg Anna nieuwsgierig. ‘Ik weet het niet, maar laten we erop afgaan!’ zei Coby. Ze renden in de richting van het geluid en kwamen uiteindelijk aan bij een kamer. In de kamer zat een vreemd wezen dat leek op een hand. ‘Wat is dat ding?’ vroeg Anna. ‘Dat doet er niet toe!’ zei Coby. ‘Kijk waar hij op staat! Een portaaldeel!’ ‘Maar hoe komen we hier binnen?’ vroeg Anna. ‘De kamer is afgesloten!’ ‘Oh, dat is geen probleem!’ zei Coby. Ze gebruikte haar vuur om de deur te verbranden. Het wezen keek heel blij en rende de kamer uit. ‘Nou, dat was makkelijk.’ zei Anna. Coby pakte snel het portaaldeel en stopte het in haar tas. Toen begonnen de muren te trillen en verscheen er water op de vloer. De stad was onder water aan het lopen. ‘Dit gaat fout.’ zei Anna. ‘Snel, we moeten teruggaan naar de duikboot!’

Net op tijd kwamen ze aan bij de duikboot. Tot hun verbazing zat het wezen ook binnen. ‘We kunnen dat ding niet meenemen!’ zei Anna. ‘Ik mag hem niet!’ Ze schopte het wezen uit de duikboot en sloot de deur. ‘Verdrinkt hij nu?’ vroeg Coby. ‘Nee, hij redt het wel.’ zei Anna. ‘Laten we gaan!’ ‘Mooi, ik haat water!’ zei Coby blij. Ze lieten de duikboot weer naar de oppervlakte gaan.

‘Waar zijn die meisjes gebleven?’ vroeg Spetter. Hij zocht overal, maar kon ze niet vinden. Toen zag hij dat de onderwaterstad weer was volgelopen. ‘Ze moeten het portaaldeel gevonden hebben!’ zei Spetter blij. ‘Ik heb ze goed geholpen! Nu is het de beurt aan Lance om ze te helpen…’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen