Het meisje dat bleef leven.
Het kostte hem die middag veel meer moeite om zich op boormachines te concentreren en toen hij om vijf uur naar huis ging, was hij nog steeds zo ongerust dat hij bij de uitgang pardoes tegen iemand opbotste.
'Sorry,' gromde hij, toen het piepkleine mannetje struikelde en bijna viel. Het duurde even voor het tot meneer Duffeling doordrong dat het kereltje een lila mantel droeg. Hij was kennelijk helemaal niet boos dat hij bijna van de sokken was gelopen. Integendeel, hij glimlachte breed en zei met zo'n raar piepstemmetje dat diverse voorbijgangers hem aanstaarden: 'U hoeft zich niet te verontschuldigen, waarde heer. Vandaag kan niets me kwaad maken! Wees blij, want Jeweetwel is verdwenen! Zelfs Dreuzels als u zouden deze blije, blije dag moeten vieren!'
Het mannetje sloeg zijn armen om meneer Duffelings middel, omheldse hem stevig en liep door.
Meneer Duffeling stond aan de grond genageld. Hij was geknuffeld door een wildvreemde en had ook zo'n idee dat hij was uitgescholden voor Dreuzel, wat dat ook zijn mocht. Het duizelde hem. Haastig liep hij naar zijn auto en reed naar huis, in de hoop dat hij zich het allemaal verbeeld had. Dat had hij nog nooit eerder gehoopt, want hij was tegen verbeelding.
Toen hij stopte bij nummer 4 viel zijn oog direct - en dat maakte zjn humeur er niet beter op - op de cyperse kat die hij 's ochtends ook had gezien. Nu zat ze op de tuinmuur. Hij wist zeker dat het dezelfde was ze had een opvallende tekening rond ogen.
'Ksssjt!' zei meneer Duffeling luid.
De kat verroerde zich niet, maar keek hem alleen streng aan. Was dit normaal kattengedrag, vroeg meneer Duffeling zich af? Hij haalde een paar keer diep adem en deed de deur open, nog steeds vastbesloten om niets tegen zijn vrouw te zeggen.
Mevrouw Duffeling had een leuke, doodgewone dag gehad. Tjdens het eten vertelde ze uitgebreid over de problemen die Zij Van Hiernaast methaar zoon had en dat Dianna een nieuw woordje had geleerd ('Nietes!'). Meneer Duffeling trachtte zich normaal te gedragen. Toen Dianna eindelijk sliep, was hij nog net op tijd terug in de woonkamer om het laatste stukje van het journaal te kunnen zien.
'En ten slotte melden overal vogelkenners dat de uilen in ons land zich vandaag buitengewoon vreemd gedragen. Uilen jagen meestal 's nachts en laten zich overdrag vrijwel nooit zien, maar nu zijn er sinds zonsopgang al honderden gesignaleerd, die in alle richtingen vliegen. De experts kunnen de plotselinge verandering van het slaappatroon niet verklaren.' De nieuwslezer grijnsde.'Heel mysterieus. En nu naar Jim Hagelmans met het weer. Dreigen er vannacht nog meer uilenstormen, Jim?'
'Nou, dat weet ik niet, Ted,' zei de weerman, 'maar niet alleen de uilen gedragen zich vreemd. Kijkers uit het hele land, van Kent tot aan Yorkshire en Dundee, hebben gebeld om te zeggen dat het, in de plaats van de regenbuien die ik gisteren had beloofd, alleen vallende sterren heeft geregend! Misschien hebben sommige mensen hun vuurwek te vroeg afgestoken - het is nog lang geen Oudjaar, beste kijkers! Maar ik kan wel beloven dat het een regenachtige nacht wordt.'
Er zijn nog geen reacties.