Foto bij Het meisje dat bleef leven.

Bladzijde 2

Ze zagen geen van allen een grote, geelbruine uil langs het raam fladderen.
Om halfnegen pakte meneer Duffeling zijn koffertje, gaf mevrouw Duffeling een kus op haar wang er probeerde Dianna ook een zoentje te geven, maar dat mislukte omdat Dianna net een woedeaanval had en haar cornflakes tegen de muur smeet. 'Kleine deugniet,' grinnikte meneer Duffeling. Hij stapte in zijn auto en reed achteruit de straat op. Pas om de hoek van de straat zag hij voor het eerst iets vreemds - een kat die op een plattegrond keek. Even drong dat niet tot meneer Duffeling door - toen draaide hij zich met een ruk om en keek nog eens goed. Er stond inderdaad een cyperse kat op de hoek van de Ligusterlaan, maar die plattegrond was nergens te bekennen. Wat vebeelde hij zich allemaal? Het was natuurlijk gezichtsbedrog geweest. Meneer Duffeling knipperde met zijn ogen en staarde naar de kat. De kat staarde terug. Terwijl meneer Duffeling de straat uitreed, keek hij in stijn spiegeltje. Nu las dat beest het bordje met Ligusterlaan - of liever gezegd, ze keek ernaar; katten konden niet lezen, of het nou bordjes waren of plattegronden. Meneer Duffeling schudde zijn hoofd en zette de kat uit zijn gedachten. Op weg naar zijn werk dacht hij alleen nog aan boormachines en de grote order die hij binnen hoopte te halen, maar aan de rand van de stad werden zijn prettige mijmeringen wreed verstoord. Toen hij vasrzat in de gebruikelijke file, viel het hem op dat er een hoop vreemdgeklede mensen rondliepen. Mensen met mantels aan. Meneer Duffeling had een bloedhekel aan mensen met rare kleren - de idiote dingen die je die jongeren van tegenwoordig zag dragen! Dit was vast ook weer zo'n stomme modegril. Hij trommelde met zijn vingers op het stuur en keek naar een zootje halvegaren dat vlak naast hem stond. Ze fluisterden opgewonden en meneer Duffeling merkte tot zijn worden dat een paar helemaal niet zo jong waren: die man daar, met die smaragdgroene mantel, wat toch zeker ouder dan hij! Je moest het maar durven! Plotseling besefte meneer Duffeling dat het natuurlijk een of andere idiote stunt was - waarschijnlijk zamelden ze geld in voor een goed doel. Ja, dat moest het zijn. Het verkeerd begon weer te rijden en een paar minuten later parkeerde meneer Duffeling op het terrein van Drillings, met alleen nog boormachines aan zijn hoofd.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen