Proloog

Een meisje komt rond middernacht het schoolplein van het St. Carlos College op. Twee jongens wachten op haar. Zelf weet ze ook wel dat ze nooit had moeten gaan, maar ze heeft geen keus. De jongens wenken haar. Het meisje loopt zenuwachtig naar ze toe en vraagt wat ze moet doen. De jongens geven haar een grote fles en een doosje. Ze weet niet wat haar te wachten staat. Zonder wat te zeggen wijst een van de jongens naar de ingang van de school. Wat zou er gaan gebeuren? Ze vertellen haar om de fles voor de ingang leeg te gooien.
Ze loopt bang naar de ingang en opent de fles. Ze kiepert hem leeg boven de stenen voor de ingang van de school. De jongens drukken planken in haar handen en gebaren naar de plas vloeistof waarmee het meisje net de stenen vervuild had. Wat bijt dat spul aan die stenen! Dat is echt geen gewoon water. Ze gooit al het hout op de vloeistof. Een van de jongens geeft haar het doosje. Ze opent het en ziet houten stokjes met bloedrode zwavel eraan. Moet ze de boel in de fik steken? Ze piekert er niet over. Maar ze denkt aan wat ze haar hebben gezegd. Als ze het nu niet doet, zal haar leven nooit meer hetzelfde zijn. Dat gaat ze zichzelf nooit vergeven. En als ze het nooit zal doen, wat dan? Zouden ze dan haar leven kapotmaken? Dat gaat sowieso gebeuren. Hier komt ze nooit mee weg. Maar ze doet het toch. Wie weet laten ze haar met rust. Ze strijkt de lucifer langs het doosje. Het lukt niet meteen. Zodra hij brandt sluit ze haar ogen en fluistert: “Het spijt me.” En ze gooit hem op de grond. Snel rent ze weg. Een zee van vlammen komt haar achterna. De jongens grijnzen naar elkaar. Ze hebben in ieder geval wat ze wilden hebben. Ze krijgt tranen in haar ogen. Snel veegt ze ze weg. Ze kan hier niet ter plekke gaan huilen. Dat doet ze maar als ze is gevlucht.. Als het brandalarm afgaat rennen de jongens met een flink tempo weg. Het meisje rent ze achterna, maar te zijn te snel. Van verwarring valt ze op de grond. Haar broek is gescheurd, maar dat hindert haar nu niet. Waarom is het zo snel gegaan? Nu huilt ze tranen met tuiten. Ze wordt geschorst, dat weet ze nu al. En ze raakt al haar vriendinnen kwijt. Niemand wil iets meer met haar te maken hebben. Wat heeft ze in vredesnaam gedaan?