Foto bij Hoofdstuk 6

TADAAA

~Die volgende morgen komt mijn voorbereidingsteam. Er is echter weinig voor ze om te doen. Ze inspecteren me echter nog een keer, verwijderen wat vergeten haartjes en aanbeden mijn nieuwe schoonheid. Blijkbaar ruik ik lekkerder dan toen ik kwam voor de spelen, bedankt, en hebben ze mijn huid een oppoetsbeurt gegeven, waar ze erg over te spreken zijn. Als ik naar mezelf in de spiegel kijk en hun op al mijn schoonheden wijzen, zie ik alleen maar het uitgehongerde meisje dat de Spelen heeft overleefd. Ik kan mijn ribben tellen en mijn bh, die ik paste voordat ik naar de Spelen ging is nu te groot, en valt steeds van mijn schouders af, waardoor Lydia een nieuwe voor me moet gaan zoeken die wel past. Marith lakt zowel mijn teennagels als die van mijn handen en Lenn borstelt mijn haren. Ik kan mijn ogen echter niet van mezelf afhouden, terwijl hun over de Spelen keuvelen. Ze praten niet over de mensen die ik vermoord heb. Ze praten alleen maar over waar ze waren en wat ze ervan vonden, alsof de genen die verloren hebben nu gewoon thuis bij hun ouder zijn en kijken hoe ik mijn overwinning krijg. Maar de verliezers zijn niet naar huis, de verliezer heeft een groot offer moeten brengen en dat realiseren ze zich niet. Ik durf in eerste instantie niet naar mijn ogen te kijken, bang om de verwilderde versie weer te zien. Uiteindelijk kijk ik mezelf aan en zie ik mijn weer rechtgezette neus. Mijn bruine ogen staan niet meer zo woest als eerst, alsof de storm in mij langzaam is gaan liggen, maar ze zijn nog steeds onrustig. Ze schieten nog steeds alle kanten op en laten zien dat de storm nog lang niet over is, als deze überhaupt ooit over zal gaan. Je kunt nog steeds het bange meisje zien, als een konijn dat vlucht voor de beer. Ze lijkt ze niet te realiseren dat ze beer allang gedood heeft, of ze realiseert het zich wel en is daarom bang voor zichzelf. Ze is dodelijk. Dat woord komt hard aan: Ik ben dodelijk. Dodelijk. Dan is mijn voorbereidingsteam klaar en is er geen tijd meer om er over na te denken. Max binnen met mijn kleding in een zwarte hoes. Mijn voorbereidingteam gooit alleen nog een deken over mijn spiegel heen en vertrekt dan. Ze voorkomen dat ik mezelf nog kan zien. Max opent zijn hoes en ik kan zien dat er een groene jurk in zit, dezelfde kleur als zijn nagellak en dezelfde kleur als mijn kostuum van de parade. Op de parade droegen Luvik, mijn districtgenoot , en ik groene bodysuits in dezelfde kleur als de jurk. We zijn het district van papier en bomen en wij moesten de groene schittering voorstellen die je ziet als de ochtend zon door een bos schijnt. Net zoals in de bodysuit zitten er in de jurk verschillende kleuren groen en doet het me inderdaad denken aan de groene schittering van bomen in de ochtend zon. Het doet me denken aan thuis.
‘Hij is prachtig,’ zeg ik, dit keer niet eens gelogen. Op die bodysuits hadden ze ook bladeren bevestigd zodat we echt op een bos leken. Het was niet heel lelijk, maar ook niet echt een daveren succes.
‘Gelukkig maar,’ zegt hij, ‘kom, dan passen we hem eens.’
De jurk is overduidelijk gemaakt op mijn vroege figuur, want hij slobbert aan alle kanten. Hij heeft een lengte tot op mijn kuiten. Het bovenlijfje hoort strak te zitten, maar dat zit het niet. De rok plooit uit en de mouwtjes horen strak rond halverwege bij mijn bovenarmen te steken. Ze zijn zo groot dat ze omlaag vallen tot aan mijn ellebogen. Max heeft minstens een uur nodig om hem zo bij te stellen dat hij pas en niet meer afzakt. Als dat hem is gelukt trekt hij me nog korte, lichtbruine laarsjes aan. Hij steekt de ene helft van mijn haar op en werkt de make-up van het voorbereidingsteam nog een beetje bij. Mijn ogenleden zijn ook groen opgemaakt en laten mijn bruine ogen mooi uitkomen. Aan mijn lippen doet hij niets en dan ben ik klaar. Tenminste fysiek ben ik klaar, mentaal niet. Max vertrekt en maakt plaats voor Johanna om nog de laatste dingen met me te bespreken.
‘Goed,’ zegt ze, ‘het enige wat ik je nog wil vertellen is dat ze je spelen gaan terug bekijken. Ik weet dat je het al weet, maar ik wil dat je weet dat dat best wel heftig kan zijn. Kijk gewoon weg als je het niet wilt zien. Je hebt het allemaal al een keer beleefd, je weet genoeg om Caesars vragen te kunnen beantwoorden. Blijf vooral gewoon jezelf. Ik denk dat het dan goed moet komen.’
Ik knik en ze klopt nog een keer op mijn schouders. Dan neemt ze me mee naar de plek onder het podium waar ik omhoog gebracht zal worden.
‘Geniet er van,’ zegt ze nog voordat ze weggaat. ‘Zoals de capitoolmensen zouden zeggen: je hebt het verdient.’~

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen