Opdracht #4 [Kirara's Schrijfwedstrijd]
Zucht, waarom lijkt het alsof ik steeds meer problemen krijg met het schrijven. Maarja, ik heb even twee ideeën door elkaar heen gedaan.
Zucht, echt geen zin in spellingscontrole. Pech ik lever het zo in.
En een random plaatje erbij...
Een fris windje baande zich een weg door het kantoor. Zijn hoofd lag te rusten op zijn hand en zijn blauwe kijkers staarde doelloos naar de computer voor hem. statige letters, cijfers en vormen stonden nu al een half uur voor hem zonder te veranderen en hij moest nog zo veel doen. De klok tikte langzaam door en nog steeds was hij niet vooruit gekomen met zijn enige taak. Knikkebollend steunend op zijn hoofd zorgde hij er voor dat zijn slaperige hoofd zijn computer niet liet crashen. Zijn oogleden verborgen onder een dos bruin haar en een nerdchtige bril sloten zich en met een klap kwam hij op zijn toetsenbord terecht.
Door ruw geschud werd hij wakker gemaakt en hij keek recht in het gezicht van zijn kwade baas.
"Als dit nog een keer gebeurd Paul! Dan ben je ontslagen!" Na die woorden stormde de baas woedend het kantoor uit, nagekeken door alle keurige mensen die wel grondig aan het werk waren. Paul stond op en liep van zijn kantoor plek weg, naar de badkamer. Daar keek hij zichzelf eens goed aan en gooide water in zijn gezicht.
"Luister eens een keer. Waarom kan je niet gewoon wakker blijven." zei hij tegen zichzelf gevolgd door een diepe zucht.
Hij keek moedeloos naar zichzelf in de spiegel. Zijn haar zat te slordig en ook de bril stond hem stom waren zijn gedachtes. Hij deed een poging om zijn haar glad te strijken en keek nog eens diep in de spiegel. Hij hoopte dat de tijd snel voorbij ging zodat hij naar huis kon. Oh wat hoopte hij dat erg. Hij liep terug naar zijn werkplek, klaar voor een nog lange middag achter een bureau.
Het was al wat later in de middag, Paul zat nog steeds verstrikt in zijn werk terwijl er buiten hele andere dingen aan de gang gingen.
"Je durft niet, lafaard. Kom zo eng is het toch niet?"
De zwart harige 17 jarige jongen keek het blonde meisje uitdagend aan. Ze stond met haar armen over elkaar te kijken naar de waaghals die op het dak van de blauwe container geklommen was.
"Ik ben niet bang, ik heb alleen geen zin om gesnapt te worden door de politie."
Haar gezicht stond rebels wat erg afweek van de rest van haar uiterlijk. Ze was gekleed in het nette uniform van haar school en er was ook geen spoor van make-up te herkennen, al vertoonden haar wimpers tekens van regelmatig mascara gebruik.
"Ah, kom nou. Je hebt hier echt een heel mooi uitzicht." De jongen keek haar smekend aan. Ze rolde met haar ogen en gaf toe aan al dat gezeur. De jongen keek opgelucht toen hij haar zag komen.
Ze klom met een beetje moeite de blauwe container op en pakte zijn hand aan om haar om hoog te hijsen.
"Nou, Sam, waar gaan we heen?" ze keek uit over het dak van het gebouw waar de container tegenaan stond.
"Als we daarlangs klimmen kunnen we met een beetje moeite daarachter komen." hij wees de route aan en ze knikte instemmend.
Ze liep stoer voorop langs de rand van het gebouw en ze strekte haar armen om een balancerend mens na te doen. Er fietste mensen jongere kinderen langs en die keken hen na, smachtend om hetzelfde te doen.
"Ik wilde je eigenlijk wat laten zien, Natas." zei Sam toen ze op het punt stond het gebouw in te klimmen.
Ze stapte van de vensterbank af, die ze net wilde gaan gebruiken om op te klimmen en ze keek hem verwachtingsvol aan.
"Wat is er dan?"
"Nou weet je nog dat we laatst onze spaanse posters mooier moesten maken?"
"Ja, we moesten ze veel meer versieren om een hoger cijfer te krijgen. En?"
"Nou ik kwam er achter dat ik daar best goed in ben." hij keek een beetje verlegen voor zich uit en het zag er naar uit alsof hij veel moeite had om de juiste woorden te vinden.
"Maar wat wilde je dan laten zien?" ze had door dat haar vriend het lastig vond om dit toe te geven.
Hij liep naar de andere kant van het gebouw en ging een hoekje om. Nu kwamen ze bij een stuk muur wat je niet kon zien vanaf de straat en zelf had ze deze muur nog nooit bekeken.
"Wat mooi!", floepte ze er uit.
Haar ogen waren groot van verwondering en ze sloot snel haar mond die open was gegaan. Ze zette een stapje naar achter en keek haar ogen uit. De hele muur was beschilderd met kleurijke vormen en schilderingen. Op de grond lagen lege graffitiflessen die zelf ook gehuld waren in gelekte verf, ooit witte doekjes en hier en daar zag je een sjabloon. Natas bleef even stil en Sam keek tevreden naar zijn werk.
"Heb je dit allemaal zelf gemaakt?"
Hij knikte."Ja, alles, ik vond de muur toch al zo lelijk."
Ze glimlachte van oor tot oor en vloog hem om de hals.
"Sam, je bent een echte kunstenaar!"
Van een afstand had Paul de reactie kunnen zien van het meisje en hij glimlachte. De jongen had het goed gedaan. Van zo'n afstand kon hij hun gezichten niet goed zien, maar hij durfde te wedden dat ze nu beiden aan het blozen waren. De jongen was een kunstenaar en had, al was het illegaal, het gebouw versierd met zijn graffiti. Misschien had hij nu ook wel het hart van het meisje verovert.
'Wat zou ik toch graag weer jong zijn en het leven kunnen versieren,' dacht hij. Zijn hoofd zakte weg in zijn hand terwijl hij naar buiten staarde.
'Al zou ik dan waarschijnlijk niet zo'n mooi kunstwerk kunnen maken. Het zou een stuk mooier zijn dan de wereld waarin ik nu leef.'
Zijn gedachtes dwarrelde af, de klok tikte door en de jongeren liepen hand in hand naar huis. Paul zat dromend naar buiten te staren toen hij stampende voetstappen hoorde in de gang. Hij draaide zich met een ruk om en haastte zich aan zijn werk. Zodat de baas hem niet weer kon betrappen, dat hij naar buiten aan het staren was.
Er zijn nog geen reacties.