Deel 2
Het was dus pinksterweekend, en ik lag in het ziekenhuis in mijn stad. Ik voelde me totaal niet goed. En iedere keer als ik naar de wc moest, moest ik op het knopje drukken, en hopen dat er snel een verpleegster zou komen, dan pakte ze een po, en moest ik met mn infuuspaal naar de badkamer lopen. Ik moest in een po plassen want ze wilden bijhouden hoeveel vocht ik innam en eruit kwam, later bleek dat ik vocht vasthield. Maar bij die badkamer was een drempel, soms tilde de verpleegster die infuuspaal over de drempel, en soms ook niet. Dan tilde ik met veel moeite die paal een beetje op. Altijd als ik naar de wc was geweest had ik het koud en was ik moe. In de badkamer was een spiegel, en vaak als ik daar in de ochtend in keek, schrok ik wel een beetje want in mijn gezicht zat veel vocht.
Met eten ging het nog steeds niet goed, er ging bijna geen eten in, en van warm eten moest ik overgeven. Ze zeiden dat ik echt wat moest proberen te eten omdat ik anders een sonde zou moeten, dat wilde ik natuurlijk niet. Ik kreeg ook een soort nutridrank. Het was super goor en een tijdje later kwam het er weer uit. Een andere dag kwam een verpleegster met een dienblad vol met allemaal smaakjes van dat drankje en toetjes ervan. Ik moest het proberen, omdat daar veel calorieën inzitten, en ik dus bijna niks at. Ze waren allemaal vies, de smoothies, ranja's, sapjes, en ook de toetjes. Ik koos er een waarvan ik dacht dat die wel te doen was, maar na een paar slokken was het hartstikke goor, ik heb er even over gedaan om het op te drinken. Even later kwam het er toch weer it, dus was nutridrank geen optie voor mij.
Ze hebben in het pinksterweekend best veel onderzocht, een echo van mijn buik gemaakt, en volgens mij ook nog eentje van mijn hart, en een torso foto gemaakt. Ergens in de week erna hebben ze ook nog naar mijn ogen gekeken, naar de pupillen, maar daar was niks raar te zien.
Elke ochtend een tijdje na he ontbijt kwamen er mensen om bloed te prikken, en mijn elleboogholtes waren helemaal blauw.
De dinsdag na het pinksterweekend had ik weer een examen. Van de dokter en verpleegsters mocht mijn moeder me wel met de auto naar de examen hal brengen, als ik dacht dat het zou lukken. Ik wilde graag wel mijn examens maken, dus koppelde ze mijn infuus af, en mocht ik gaan. Ik zag er niet uit, en was een halve zombie. De ongeveer 100 meter van de auto naar mijn plaats in de examen hal was ineens heel ver. Mijn moeder liep met me mee, en droeg mijn tas, want die kon ik al niet meer dragen. Mijn moeder had die ochtend nog naar school gebeld, zodat ze het daar ook wisten, en ik kreeg ook extra tijd, net zoals de mensen met dyslexie. Van die extra tijd had ik bij mijn examen Nederlands iets van 5 minuten gebruikt. Het infuus zat in mijn rechterhand, mijn schrijfhand. Dus veel schrijven was vervelend en pijnlijk. Natuurlijk moest er bij dat examen veel geschreven worden.
Mijn moeder was er alweer om mij op te halen toen ik klaar was, toen gingen we terug naar het ziekenhuis, en kon ik weer in bed liggen. Ik was erg vermoeid.
Er zijn nog geen reacties.