Coby en Anna keken geschokt de stad rond. Overal zagen ze mensen vluchten. Een vrouw kwam naar hun toe en zei: ‘Wat doen jullie hier? Het is niet veilig!’ ‘Hoezo niet?’ vroeg Anna. ‘Hebben jullie het niet gehoord?’ vroeg de vrouw verbaasd. ‘Er is een draak gespot op dat eiland daar!’ Ze wees naar een best wel groot eiland dat niet ver van de stad vandaan lag. ‘Een draak?’ zei Coby opgewonden. ‘Cool!’ ‘Er is niks cools aan!’ zei de vrouw. ‘Draken zijn gevaarlijk, dat weet iedereen!’ Ze rende weg. ‘Laten we naar dat eiland gaan!’ zei Coby. ‘Ben je gek?!?’ zei Anna. ‘Ik wil liever niet geroosterd worden door een draak!’ ‘We moeten wel!’ zei Coby. ‘Kijk, volgens de kaart ligt het portaaldeel op dat eiland!’ ‘Shit!’ zei Anna.

Toen ze bij de kust waren zagen ze dat ze niet op het eiland konden komen. Het hele eiland was afgesloten, en overal vlogen helikopters. ‘Hoe gaan we daar ooit komen?’ vroeg Anna. ‘Ik heb vuurkrachten, weet je nog?’ zei Coby. ‘O ja.’ zei Anna. ‘Maar hoe vallen we niet op als we naar het eiland toe gaan?’ ‘Met dit!’ zei Coby, en ze haalde een opblaasboot met ingebouwde motor uit haar tas. ‘Waar heb je die vandaan?’ vroeg Anna. ‘O, ook nog meegepikt uit het hoofdkwartier.’ zei Coby droog. ‘Maar wie gaat dat ding opblazen?’ vroeg Anna. ‘Ik heb hem meegenomen.’ zei Coby. ‘Jij doet het maar!’ ‘Kreun…’ zei Anna en ze begon met blazen.

Een paar uur later was Anna eindelijk klaar met opblazen. Ze was buiten adem, en lag te hijgen op de grond. Coby zat rustig op een bankje in het boek te lezen. ‘K… Klaar…’ zei Anna hijgend. ‘Mooi!’ zei Coby. Ze stopte het boek terug in haar tas en liep naar Anna toe. ‘Klaar om te gaan?’ vroeg ze. ‘Nog… even…’ zei Anna. ‘Op… adem.. komen…’ ‘Daar hebben we geen tijd voor!’ zei Coby boos. ‘Oké…’ zei Anna. Met veel moeite wist ze op te staan. Ze strompelde naar de boot toe, die Coby in het water had gegooid. Toen ze eenmaal in de boot was zag ze een pomp liggen. ‘Meen je dit?’ zei ze kwaad. ‘Waar komt die pomp vandaan?’ ‘O, daar is ie!’ zei Coby. Ze stopte de pomp in haar tas. ‘Je had een pomp bij je?’ zei Anna. ‘Waarom heb je die niet gebruikt?’ ‘Dit zag er veel grappiger uit.’ zei Coby. ‘Ik haat je.’ zei Anna. ‘Maakt me niks uit!’ zei Coby, en ook zij stapte in de boot.

Ze konden gemakkelijk op het eiland komen, ook al was het beveiligd met schrikdraad. ‘Dat was makkelijk.’ zei Anna. ‘Ik wist niet dat alle militairen hier zo dom waren.’ ‘Ik heb honger.’ zei Coby, en ze greep in haar tas. Ze haalde er een enorme walvis uit. ‘Hoe komt dit erin?’ vroeg Coby verbaasd. ‘Hoe wil je DAT gaan opeten?’ vroeg Anna. ‘Niet.’ zei Coby. Ze gooide de walvis terug in zee. ‘Hoe past zo’n walvis in jou tas?’ vroeg Anna. ‘Deze wereld heeft geen logica.’ zei Coby. Ze liepen zonder verder over de walvis te praten verder het eiland op.

Even later hoorden ze plotseling gebrul. ‘Dat is vast de draak!’ zei Coby opgewonden. ‘Laten we erheen gaan!’ ‘Wacht!’ zei Anna. ‘We moeten op zoek naar het portaaldeel, niet naar de draak!’ ‘Maar het portaaldeel is in de grot van de draak!’ zei Coby. ‘Kijk maar!’ Ze liet de kaart zien. ‘Dat meen je niet!’ zei Anna. ‘Dat meen ik wel!’ zei Coby. ‘Kom op, dan gaan we!’ ‘Ik heb hier een slecht gevoel over.’ zei Anna.

Eenmaal bij de berg aangekomen zagen ze dat de grot bij de top was. ‘We zullen moeten klimmen.’ zei Coby. ‘Hoe moeten we dat dan gaan doen?’ vroeg Anna. ‘Met dit natuurlijk!’ zei Coby, en ze haalde klimuitrustingen uit haar tas. ‘Waarom verbaast me dat niet.’ zei Anna. Ze trokken de uitrustingen aan en begonnen met klimmen. Coby ging heel snel omdat ze de draak wou hebben. Ze was al op de top toen Anna nog niet eens halverwege was. Ze schreeuwde naar beneden: ‘Ik ga de draak even temmen! Ben zo terug!’ Daarna liep ze de grot in, waar de draak was. Die keek eerst dreigend naar haar en probeerde haar aan te vallen. Maar Coby bleef rustig staan en ontweek alle aanvallen. De draak keek haar verbaasd aan. Zoiets had ze nog nooit meegemaakt. Coby liep op de draak af en vroeg: ‘Zullen we vrienden worden?’ De draak keek haar verbaasd aan, en knikte toen. ‘Yes!’ zei Coby. ‘Ik heb een draak! Ik ga je Ender noemen!’ Ze sprong op de rug van Ender en wou zo wegvliegen. Maar Anna stond in de opening. ‘Wacht!’ zei ze. ‘Vergeet het portaaldeel niet!’ ‘O, dat is waar ook.’ zei Coby, en ze liet Ender het portaaldeel oppakken. Hierna stopte ze het in haar tas. ‘Zo, nou goed?’ vroeg Coby. ‘Oké, laten we gaan.’ zei Anna.

Toen ze weer terug in de stad waren was iedereen al weg. Zelfs de militairen waren nergens te bekennen. ‘Ze hebben het vast opgegeven.’ zei Anna. ‘Halt!’ zei iemand plotseling. Coby en Anna draaiden zich om en zagen…

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen