31.4: Rendez-vous
Mijn haar is nog deels nat als ik mijn boterham begin op te eten.
"Zijn er plannen voor vandaag?" Harry kijkt op, Sedrik leest gewoon verder in wat hij dan ook op een onmenselijk tempo aan het verslinden is.
"Ik wou nog met je oefenen." Ik knik traag, het niet volledig vertrouwend. Er is iets aan Har dat me doet vermoeden dat het geen gewone sessie zal zijn. Veel kan ik er toch niet aan doen. "Plus, wat zou je zus graag hebben als cadeau?" Ongemakkelijk lach ik.
"Euhm...niet moeten verhongeren misschien?" Dat is echt niet moeilijk. Er zijn zoveel dingen die Lot niet heeft, en zo weinig dingen die ze wel heeft. Dat verdient ze eerlijk gezegd niet eens. Iemand met een karakter als zij verdient alles in alle mogelijke kleuren. Sedrik glimlacht kort maar bemoeit zich er verder mee. "Het is niet grappig!" Aangedaan frons ik en zet ik boos mijn tanden in het brood. Hun situatie is echt niet gemakkelijk, maar dat lijken ze niet te beseffen.
"Ik weet het Boo. Daar werken we aan, weet je nog?" Het is heel voorzichtig gebracht, om het kleine vlammetje niet verder aan te wakkeren met een stootje extra wind langs onderen. Het lijkt te werken, maar ik blijf me gefrustreerd voelen.
"Ja, ja." Schuldig houd ik mijn hoofd gebogen en kijk ik naar alles behalve de vriendelijke Beer - hij verdient mijn razernijen helemaal niet. "Laat me maar even." Die blik van Sedrik heb ik gezien hoor, maar als ik er nu op reageer verlies ik het al helemaal. Dan wordt alles kort en klein geslagen.
"Geen grappen vandaag?" Ik glimlach nep naar hem, hij lijkt te overdrevenheid erin al grappig op zich te vinden.
"Ik kan er wel een hele boel maken over jou, als je dat wilt hoogheid." Ik trek een wenkbrauw op.
"Dat aanbod ga ik toch tijdelijk afslaan, aangezien je niet echt vriendelijk bent nu." Hij glimlacht even nep, maar veel ingetogener voordat hij verder leest. Al die tijd volgt Har zijn blik me intens. Het maakt me zo ongemakkelijk dat ik het niet meer kan vermijden en deze keer wel in de emerald ogen kijk. Het maakt me stil en doet me inwendig zuchten; het recht om te klagen heb ik absoluut niet.
**
"Oefenen dus?" Ik sla mijn handen in elkaar als de prachtige krullenbol voor me knikt en zijn lippen snel bevochtigd. Hij is toch zo verrekt mooi. Ik weet dat ik niet lelijk ben, maar om iemand als hem te verdienen moet je toch goede dingen gedaan hebben in je leven, of hem uitschelden bij de ontmoeting - in mijn geval.
"Boo?" Schuin glimlachend bekijkt Beer me voordat hij me op de rand van het bed gaat zitten en me praktisch uitnodigt om hetzelfde te doen door zijn armen te ontbloten en zijn hemd nog een knoopje minder vast te doen. Ik heb het helemaal begrepen. In kleermakerszit ga ik in het midden van het royale bed zitten.
"Is het serieus oefenen, of iets makkelijks?" Een kleine frons die weer omhoog gaat nadat onze blikken zich kruisen.
"Eerder serieus vrees ik. Niet je sterkste kant." Beer grijnst kort als ik mijn mond open doe om te reageren.
"Soms wel, heel soms." Meer lef dan verstand, maar goed. Wie heeft een relatie met de machtigste en knapste vampier van alle lage landen? Ik dacht het ook. Ik grijns, maar die verdwijnt als het emerald in Beers ogen serieus probeert te zijn.
"We doen eerst dezelfde oefening als gisteren, om dan zover te komen dat jij mijn moeder kan oproepen. "
"Vandaag?" Onzeker met die hoge verwachting pluk ik onopvallend aan het laken. Het is een moeilijke opgave, een met gevaar in. Mijn hart klopt er al sneller van. Har lijkt dat te horen en glimlacht geruststellend naar me.
"Als dat gaat." Het grote duistere mes bevindt zich al in zijn hand. De vorm ervan is zo vreemd rond. Mijn ogen doen pijn van er maar te kijken en een misselijk gevoel vertrekt vanuit mijn onderbuik. Alsof ik moet overgeven. "Lou?" Ik steek onschuldig mijn hand op en kijk weg van het voorwerp.
"Niets aan de hand. Het ding-" Met de andere hand voor mijn mond probeer ik mezelf terug in orde te krijgen. Harry heeft het mes neergelegd en legt voorzichtig een hand op mijn schouder en een andere rond mijn middel.
"Hé, kijk me aan." Ik negeer zijn woorden even - hoe verleidelijk die krullen ook in mijn gezicht kriebelen. Als ik mijn hoofd draai voel ik me zweterig, alsof ik een inspanning geleverd heb.
"Ik werd niet zo goed toen ik er naar keek." Harry's frons en bezorgde blik doet mijn hart verliefd en vertraagd rond kloppen, een koud wezen als hij dat om me geeft, ook al is het om belachelijke dingen zoals nu.
"Dat kan, het is een krachtig duister wapen."
"Duister in de zin van?" Even lost hij de greep rond mijn schouders, maar hij herpakt zich snel.
"Gevaarlijk. Enorm gevaarlijk."
"En mijn bloedlijn was?" Nieuwsgierig en brandend door mogelijke belangrijke informatie hang ik aan zijn lippen. Antwoord sneller Har. Hij zoekt duidelijk naar de juiste manier om het te zeggen. Te voorzichtig.
"Gevaarlijk, maar wel het andere gevaarlijke. Jij en dit wapen zijn twee uitersten."
"Ik-" Hij doet zijn mond al terug open, dat was niet duidelijk. De sterke arm rond me geeft me steun. Ik trek me op aan mijn armen om op zijn schoot te gaan zitten en probeer niet op de spieren onder dat dunne doorzichtige hemd te letten. God, dat is aantrekkelijk.
"Jouw familie had het niet op de manier waarop deze sterke magie verkregen is." Ik knik deze keer wel, maar leid hem en mezelf duidelijk af. Ik kus hem zachtjes, dankbaar en ga dan ergens anders zitten zodat we ons beiden terug kunnen concentreren. Elke keer doet hij rare dingen met me. Net als ik denk dat mijn gevoelens even geblust zijn begint de vlam opnieuw te wakkeren en te groeien. Het smeulend vuurtje is oncontroleerbaar en de warmte heeft zich verspreid tot in mijn wangen. Ik lijk niet de enige te zijn want Beer zoekt opnieuw toenadering, even gefascineerd door het gevoel als mij. Een korte zoen van zijn volle roze lippen doen me naar adem snakken. Schuldig glimlach ik naar hem voordat ik een keer goed ademhaal en me klaar zet.
"Doe maar. Ik verzet me wel, of probeer dat toch." Ik frons en doe mijn ogen toe. De mooie goddelijke man tegenover me is nogal afleidend, ik voel zijn blik maar sluit die voor de zekerheid buiten. Ik hoor hem voor mij onverstaanbare woorden mompelen en voel hoe hij mijn geest wil binnendringen. Eerst duw ik hem subtiel buiten, maar als het aandringen overheersender wordt geef ik een flinke stoot. Een verbaasd adem geluid doet me mijn ogen open doen. Harry staart me geschokt aan en verbergt zijn handen achter zijn rug.
"Wat is er met je-?" Als ik naar zijn handen wil reiken haalt hij zijn schouders op. De groenheid in zijn ogen doen me mijn adem even in houden. Dat is zo mooi. Onverwacht houd ik hem op zijn plaats met magie en grijp ik zijn arm. De verliefde trance is doorbroken bij hem, iets waar hij niet al te gelukkig mee lijkt. Wauw, ik snap dat hij dat wilde verbergen. Brandwonden door mijn afweersysteem, overal op zijn handen tot achteraan in zijn nek. "Zoiets moet je niet verbergen voor me..." Ik prevel het zachtjes. Zijn ogen staren me nieuwsgierig aan, een beetje hulpeloos zelfs - al past dat niet bij die brede schouders en wilde krullen. Kijkend naar de plant in mijn kamer en me daar op concentrerend terwijl mijn handen de zijne voorzichtig vasthouden gebruik ik de spreuk om hem te helen. Hoe zwakker en verlepter de plant wordt, hoe normaler Hars huid wordt. Ik glimlach tevreden en kijk dan pas terug op. Hij lijkt...ik weet niet. Ergens wel trots ofzo.
"Dat is indrukwekkend. Maria?" Ik grijns en geef hem een plagerig wenkbrauw omhoog.
"Louis Tomlinson hemzelf ja." Harry grinnikt en schudt zijn hoofd lachend.
"Dat was ook wel te verwachten."
"Natuurlijk, met iemand als mij." Zijn ogen schitteren en doen mijn hart zweven, alsof alle drukkende zorgen spontaan zijn opgelost in het niets.
"Het ging al veel beter als gisteren. Ik ben benieuwd of je dadelijk het volgende ook kan." Ik bijt op mijn lip en zucht inwendig, weer een uitdaging. Beter dan herhaling vermoed ik dan.
"Nu meteen?" De krullen schudden zich traag, maar het komt niet teleurgesteld over.
"Ik moet even nog wat regelen dus dan heb jij even wat ruimte om te ontspannen." Een schuine glimlach kruipt traag op mijn gezicht als ik hem aan kijk. "Alleen, sorry." Nu glimlacht hij wel en komt hij dichterbij om me kort een kus te geven en dan op te staan.
"Ik beloof niet dat ik hier nog zit als het lang duurt." Net voordat hij de deur achter zich dicht trekt antwoordt zijn lage hese stem nog.
"Ik vind je wel."
Er zijn nog geen reacties.