Foto bij Chapter 5

Odahviing landt. 'We zijn bijna bij Dimhollow Crypt, thuri. Ik kan niet verder, Krosis thuri. Tiidi do ahmik oblaan. Mijn tijd is voorbij. Roep me als je me weer nodig hebt, Dovahkiin.' Ik knik.'Dank je, Odahviing.' Hij vliegt weg. Ik kijk hem na. Ik draai me weer om. 'Nou jongens, Dimhollow Crypt is hier rechtdoor.' We lopen met z'n allen richting de tempel.
Wat een donkere tempel. Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Het is hier zelfs donkerder dan in Blackreach. Gelukkig weet ik hoe ik magelight moet uitvoeren, anders hadden we een probleem. Gelukkig kan Shakari goed in het donker zien. 'Wat is het hier donker, en verlaten,' zegt Bokul. Vaerel knikt. 'Inderdaad. Je zou toch verwachten dat er op zijn minst iets van bewaking aanwezig zou zijn?' Zo te voelen lopen we naar beneden. Het is hier uitgestorven. 'Waar is die deur waar ze het over hadden?' vraagt Bokul. Ik haal mijn schouders op. 'Geen idee. We moeten dichtbij zijn. Maar ik voel geen energie. Normaal voel ik wel iets. Volgens mij had Isran het mis, er is hier helemaal geen..' Opeens val ik naar beneden. 'Arwen!' hoor ik Vaerel schreeuwen. Ik dender naar beneden. Oh god, dit wordt mijn dood! Nu is het voorbij. Met een luide plons val ik in een grote plas met water. Ik ga even kopje onder, maar zwem snel naar boven. 'Arwen! Kun je me horen?! Arwen!' Het is Vaerel weer. Ik spuug wat water uit. 'Ik ben in orde!' schreeuw ik terug. 'Het is hier ook zo donker!' zegt Shakari. In de verte zie ik een lichtbol verschijnen. Die moet van Vaerel zijn. 'Hier beneden is water! Het is heel diep, dus ik heb me niet bezeerd!' 'Blijf waar je bent, we komen naar beneden!' De lichtbol verdwijnt weer. Ik zwem een beetje naar de kant. In de verte hoor ik ze discussiëren. 'Shakari komt eerst!' hoor ik Vaerel roepen. Ik hoor haar schreeuwen. Ze haat water. Volgens mij valt ze naar beneden. Ik hoor een luide plons. Zo te horen is ze weer boven water. 'Arwen! Arwen!' Snel tover ik mijn lichtbol weer tevoorschijn. 'Ik ben hier!' Ze draait zich om en zwemt snel naar me toe. 'Arwen Shakari! We komen eraan!' Even later hoor ik nog twee plonzen. Het zijn Vaerel en Bokul. Ze komen boven water. 'We zijn hier!' zeg ik. Ze zwemmen naar ons toe. 'Oké dan. Wat doen we nu?' Ik kijk rond. 'Daar kunnen we uit het water klimmen. Zo te zien is daar een gang.' We zwemmen ernaartoe en klimmen uit het water. Ik hoor Shakari zachtjes mopperen. Ik sta op. Ik voel dat Vaerel me omhelst. 'Ik schrok me dood,' zegt hij. 'Ik dacht dat ik je kwijt was.' Ik druk snel een kus op zijn lippen. 'Zeg dat. Ik dacht even dat het voorbij was.' 'Ehm, als jullie tortelduifjes klaar zijn, kunnen we dan verder?' vraagt Bokul. Ik zucht. 'Ja, laten we gaan. Is verder iedereen in orde?' Ik hoor geen geklaag. We lopen verder, door de gang. Niet normaal hoe donker het hier is. Shakari loopt voor me. Opeens stopt ze. 'Sst!' zegt ze. 'Shakari hoort mensen. We moeten dichtbij zijn.' Ik sluip langs haar door. Ik kijk de hoek om. Inderdaad, ik zie 4 mensen staan. Eentje is vastgebonden. 'Dat is een vigilante van Stendarr,' zegt Bokul. Ik knik. 'Ik vraag het niet nog eens, Adalvald,' zegt een van de mannen. Zo te zien is het een vampier. 'Hoe los ik die puzzel op?' De man schudt zijn hoofd. 'Ik zal het nooit aan een smerige vampier vertellen! En al helemaal niet aan jou, Lokil van het Volkihar tuig!' 'Genoeg!' schreeuwt Lokil. Hij pakt een mes en snijdt zijn keel door. 'Smerig mens! Ik los die puzzel wel zelf op!' Dat dacht ik niet. Ik trek mijn zwaard. Ik kijk even naar de rest. Ze knikken. We rennen dehoek om. Bokul schiet een paar kogels af, en twee vampiers gaan neer. Ik vlieg samen met Shakari op Lokil af. Ik steek hem neer, en met een zwaai hakt Shakari zijn hoofd eraf. Ik kijk naar Adalvald. Hij is dood, dat is duidelijk. 'Hé, kijk eens!' zegt Vaerel. Hij heeft een boek in zijn hand. 'Dit zijn de aantekeningen van Adalvald.' Hij leest een paar bladzijdes. 'We zijn dichtbij het mogelijke artefact. Als we hier de trap aflopen, komen we in een grote hal aan. Daar wordt iets vastgehouden.' 'Laten we dat dan maar doen,' zegt Bokul. 'Is niemand gebeten geworden?' vraag ik. Iedereen schudt zijn hoofd. 'Goed, dan kunnen we verder.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen