Het is al laat in de avond. De schemering is al gevallen, er is enkel nog een streep lichtblauwe lucht te zien. Sterren fonkelen aan de onbewolkte hemel. De geur van brandend dennenhout dringt Morgans neus binnen. Ze vind het lekker ruiken, maar afentoe maakt de geur haar lichtelijk misselijk. Ze hangt achterover gezakt in haar camping stoeltje, ze staart omhoog. Boven haar flikkeren duizenden lichtjes, sterren. Morgan is vaak bang in het donker. In haar verbeelding zit achter elke boom een wolf, beer of onnatuurlijk wezen. Maar als het zo’n heldere dag als vandaag is, voelt ze zich niet bang. De sterren stellen haar gerust. Het aanzicht van de duizenden kleine lampjes aan de hemel zorgt voor een warm gevoel door haar borst.
Er klinken veel geluiden door het bos. Een bruisend beekje, het ruisen van de wind door de boomtoppen, het kraken van een tak of het opvliegen van een vogel. Ondanks alle geluiden, is het hier stil. Alsof het de stilste plek op aarde is.
Morgan kijkt naar het vuur. De vlammen dansen vrolijk heen en weer, af en toe knapt er een takje of springt er een gloeiend kooltje het vuurtje uit. Vuur is iets waar ze eeuwig naar kan kijken zonder dat het verveeld.
Plots klinkt er gekraak in het bos. Ze verstijfd en houd haar adem in. Angst trekt door haar lichaam.
“Mam, wat is dat?” vraagt ze aan haar moeder, die aan de andere kant van het vuur zit. Haar stem beeft.
Fronsend leunt haar moeder wat naar voren in haar stoel en tuurt naar de bosrand, die slechts enkele meters achter Morgan begint. Zelf durft Morgan niet achterom te kijken, in angst dat daar plots een enge, woeste beer of een ondode staat.
Het gezicht van haar moeder trekt wit weg, haar mond valt een klein stukje open. Angstig kijkt ze achterom. Ze hapt naar adem als ze ziet dat daar een man staat. Geen gewone man. Hij is gekleed in camoefleerdende stof. Op zijn hoofd draagt hij een zwarte helm en in zijn hand heeft hij een tak, waar hij zwaar op leunt. Bloed druipt langs zijn hoofd naar beneden. Ook is de stof van zijn linker mouw totaal rood van het bloed. Morgans blik glijd naar zijn benen. Om zijn rechter onderbeen zit een geïmproviseerd verband gewikkeld wat doordrenkt is met bloed. Al strompelend komt de man op haar aflopen.
Snel springt ze op en deinst ze achteruit.
“Ze… komen… eraan…” hijgt de man.
Angstig wisselt Morgan een blik uit met haar moeder, de handen van haar moeder trillen en haar mond hangt nog steeds open.
Er weerklinkt een harde knap door het bos. Het geluid laat het hele bos opschrikken, na die enkele knal is het stil. De man grijpt naar zijn been en valt met een schreeuw op de grond.
“Ren!” sist de man schor. “Of jullie zijn de volgende.”
Morgan voelt paniek in zich opkomen. Haar hart klopt hard in haar borstkas. Enkele tellen blijft ze daar staan. Ze is zo bang dat ze niet durft te bewegen. Als ik niet weg ren, ga ik eraan, dacht ze. Uit het bos klonk gekraak, dat was voor haar het startsein om te rennen.
Ze begon te sprintten. Haar moeder volgt haar. Ze rent het open veld af, richting het bos.
“Grijp ze! Ze mogen dit niet kunnen navertellen!” schreeuwt een man. Angstig kijk ze achterom. Daar komt een groep van vijf mannen het bos uit rennen. Meteen zette ze de achtervolging in.
Inmiddels heeft Morgan de bosrand bereikt. In blinde paniek rent ze door het bos. Een dennentak zwiept met volle kracht in haar gezicht. Een scheut van pijn ging door haar wang. Ze lette er niet op en bleef door rennen. Opnieuw klinken er schoten. Een kogel schampt haar boven arm. Ze hapt naar adem en verbijt de pijn. De mannen blijven schieten. Plots gilt haar moeder. Ze kijkt achterom en ziet nog net hoe haar moeder geraakt word door een kogel en met een harde smak op de grond valt. Ze kan er niks aan doen, ze moet door blijven rennen. Heel haar lijf protesteert. Ze is zwaar buiten adem, haar benen doen pijn. Ze kan niet meer.
Opeens struikelt ze. Met een harde klap valt ze op een boomstam. Al de lucht word uit haar longen gepest. Alles doet plotseling pijn, ze kan nauwelijks meer bewegen. Kronkelend ligt ze op de grond. Slechts twee tellen later weerklinken er twee schoten door het bos. Het laatste wat Morgan hoort want een halve hartslag later is ze er niet meer.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen