Chapter 4
Ik kijk rond. Wat een gigantisch gebouw. Het is wel in slechte staat. 'Kun je het geloven? We zijn in fort Dawnguard!' zegt Agmaer. Ik begin me lichtelijk aan hem te irriteren. Wat een enthousiast mannetje. Ik loop verder. Wat is het hier donker. Ik zie bijna niks. Ik zie in een kamer allemaal wapens staan. Dat hebben ze dan wel weer genoeg. Vaerel pakt mijn hand vast. 'Liefste, ik weet niet wat je van plan bent, maar houd je koest. We zijn niet meer in Skyrim. Denk aan wat Fasendil gezegd heeft.' Ik knik. 'Ja, je hebt gelijk.' 'Meen je dit nou?' hoor ik opeens Bokul zeggen. Ik draai me om. Hij staat naar een paar grote dozen te staren. 'Ze hebben hier trollen. Met bepantsering. Zijn dit serieus getrainde trollen? Hoe hebben ze dat in godsnaam gedaan?' Shakari loopt ernaartoe. 'Inderdaad, ze zijn niet agressief. Dit heb ik nog nooit gezien.' Ik loop ernaartoe. Inderdaad, ze zijn niet agressief. Ze dragen een lederen bepantsering. Een beetje dromerig kijken ze voor zich uit. Zouden ze betoverd zijn? Ik heb nog nooit zulke rustige trollen gezien, laat staan ijstrollen! Ik knik. 'Indruktwekkend,' zegt Vaerel. 'Ah, de Dragonborn is hier!' Ik draai me om. Een wat oudere Redguard komt naar me toe. Ik blijf staan. 'Aangenaam,' zeg ik. 'Wie zijn je metgezellen?' vraagt hij. 'Dit is mijn echtgenoot Vaerel en dit zijn Shakari en Bokul.' 'MIjn naam is Isran en ik ben de leider van de Dawnguard. Welkom in ons fort.' Ik knik. 'Dank je. Ik heb vernomen dat jullie mijn hulp nodig hebben? Voor het openen van een crypte?' Isran knikt. 'Ja, dat klopt. Dimhollow Crypt. We komen niet verder. De vampieren moeten een andere manier gevonden hebben. Maar de tijd dringt, Dragonborn. Wat het ook is dat de vampieren zoeken, wij moeten het eerst vinden!' Ik knik. Ik kijk de rest even aan. 'Oké dan, Isran. Ik zal je helpen. Maar dan wil ik wel dat je open en eerlijk tegen me bent. Geen geheimen, begrepen?' Isran knikt. 'Ja, ja. Natuurlijk. Weten jullie waar de Dimhollow Crypt ligt?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee.' Isran knikt en pakt een kaart. Hij rolt hem open. 'Goed dan. Hier ligt Dawnstar en hier ligt een Dwemer ruïne. Volgens mij is het de toren van Mzark, in Blackreach.' Ik hoor Bokul kreunen. Isran kijkt op. 'Lang verhaal,' zegt Shakari snel. 'Het zal vast een spannend avontuur geweest zijn,' zegt Agmaer. Bokul zucht. 'Laten we het daar maar op houden,' zegt hij. 'Het is wel een stuk reizen,' zegt Isran. 'Ik vermoed dat het ongeveer twee dagen lopen is.' Ik knik. 'Oké dan. Achter wie zitten jullie eigenlijk aan? Zijn deze vampiers allemaal solitair, of zit er meer achter? Waar praten we over?' Isran knikt. 'Nou, we hebben geen duidelijk bewijs, maar we vermoeden dat de Volkihar verantwoordelijk zijn, onder leiding van heer Harkon.' De Volkihar? 'Durak zei ook al zoiets. Wie zijn dat eigenlijk?' Isran gaat achter zijn bureau zitten. 'De Volkihar zijn een groep vampieren. Hun leider is Harkon, een Nord. Lang geleden heeft hij zich ter beschikking gesteld aan de Daedric Prince Molag Bal. Deze heeft hem in een volbloed vampier veranderd. Hij heeft, of had, een vrouw en dochter. Die situatie is niet helemaal duidelijk. Verder hebben we nog Orthjolf en Vingalmo, zijn adviseurs. Het zijn koelbloedige moordenaars. We vermoeden dat hun basis ergens bij Solitude in de buurt ligt, maar hun invloed is groot. Er zijn zelfs aanvallen geweest in Riften.' Ik kijk hem even aan. Er zit meer achter. Hij doet dit niet zomaar. Maar dat zal moeten wachten. 'Goed dan.' 'Nog enige tips over hoe je een vampier omlegt?' vraagt Bokul. Isran staat op. 'Inderdaad.' Uit de lade haalt hij een vreemd voorwerp. Is het een wapen? 'Dit is een kruisboog. Ik zal jullie genoeg kogels meegeven. Dit wapen is supersnel en dodelijk.' Hij geeft het aan Bokul. 'Geen vampier is hier tegen opgewassen.' Hij bekijkt het wapen eens goed. 'Zo, ziet er goed uit.' We krijgen ieder een kruisboog met wat kogels. Ook krijg ik een tas in mijn handen geduwd. 'Voor het geval je gebeten wordt.' Ik knik en berg het op. Zo te voelen zitten er flesjes in. 'Ik heb helaas geen paarden voor jullie,' zegt Isran. 'Dat is niet erg,' antwoord ik. 'Ik zal wel vervoer regelen.'
We staan buiten. Isran moest nog met die Agmaer praten. Het zal wel. 'Eh, welk vervoer?' vraagt Bokul. Ik klim op een rotsblok. Ik haal even diep adem. 'Od Ah Viing!' De grond trilt even. 'Oh nee, niet weer,' zegt Bokul. Ik spring van het rotsblok af. 'Luister, je hebt Isran gehoord. We moesten snel zijn.' Isran komt naar buiten gerend met een paar mensen. 'Wat was dat?' vraagt hij. In de verte hoor ik gebrul. 'Mijn vervoer. Ik moest hem even waarschuwen.' Ik zie hem al aankomen vliegen. Hij landt vlak voor me. 'Hallo, Odahviing,' zegt ik. Hij knikt. 'Drem yol lok, Dovahkiin. Waar kan ik je meehelpen, thuri?' Ik kijk even naar Isran. 'We moeten naar Dimhollow Crypt, bij de toren van Mzark in de buurt. Kun jij ons daar naartoe brengen?' 'Wie is "Wij" thuri?' vraagt Odahviing. 'Vaerel, Bokul, Shakari en ik. Denk je dat dat lukt?' Hij knikt. 'Ja, thuri. Klim maar achterop.' We klimmen zijn rug. Verbaasd kijkt Isran me aan. 'Oké Odahviing, op naar Dimhollow Crypt!' Odahviing brult even. Hij neemt een aanloop en slaat zijn vleugels uit. Al snel stijgen we op. Ik kijk naar beneden en zie Isran staan. 'We komen snel weer terug!' schreeuw ik hem toe. 'Wees voorzichtig!' roept Isran me na. Al snel is hij uit het zicht, en vliegen we over de bergen.
Er zijn nog geen reacties.