Cleo Mitchells



      Het woord ongemakkelijk is waarschijnlijk wat deze situatie het beste omschrijft. Hij blijft me gade slaan terwijl ik zachtjes aan mijn koffie nip en overal probeer te kijken behalve naar hem. Ik ben nooit zo goed geweest met mensen, zelfs niet voor het hele gedoe met Azazel, en al helemaal niet met jongens die me schaamteloos bekijken zonder wat te zeggen.
      Als ik de stilte niet meer kan verdragen kijk ik schuin naar hem op en hef mijn bekertje kort. “Lekkere koffie hè.” Inwendig krimp ik in elkaar en sla mezelf met een knuppel voor de kop. Mijn eerste niet noodgedwongen contact met een medemens sinds weken en ik kom met een ‘lekkere koffie hè’. Het toonbeeld van welbespraaktheid en intelligentie.
      Hij lijkt niets door te hebben van mijn onbewuste grimas en heft zijn eigen bekertje ook even. “Geen koffie voor mij. You can never get a cup of tea large enough or a book long enough to suit me. C.S Lewis.” Citeert hij met een knipoog en dan neemt hij een slokje om zijn woorden kracht bij te zetten. Ik kijk hem even schattend aan alsof ik heel diep na moet denken. “Laat me raden. Literatuur.” Gok ik.
      Hij grinnikt en wijst even bevestigend naar me. “Precies! Great literature is simply language charged with meaning to the utmost possible degree. Ezra Pound.” Vervolgt hij. Ik knik overdreven begrijpend. “En dat citeren doe je bij alles wat je zegt?” “Bijna alles.” “En mensen praten nog steeds tegen je?”
      Het gaat automatisch. Mijn sarcasme steekt zijn kop op en ik besef me te laat dat niet iedereen daar altijd even goed mee om weet te gaan. Ik open mijn mond al om me te verontschuldigen in een poging dit gesprek nog te redden maar wordt onderbroken door zijn aanstekelijke lach. “Hoe onwaarschijnlijk ook, ja mensen praten nog steeds met me. Maak je maar geen zorgen, van een beetje humor is nog nooit iemand dood gegaan.” Blijkbaar heeft hij de schrik in mijn ogen gezien. Hij is oplettend en ik weet niet zo goed of dat in mijn situatie de beste gesprekspartner vormt. Hij bevestigd zijn oplettendheid vervolgens op een manier waarop ik in eerste instantie niet weet te reageren.
      “Wie dacht je dat ik was? Eigenlijk zie ik je nooit met iemand.” Vraagt hij nieuwsgierig terwijl hij zich voorover buigt in mijn richting en met zijn ellebogen op zijn knieën leunt. Ik verstijf even kort terwijl ik verbaasd met mijn ogen knipper. Zijn woorden suggereren dat ik hem vaker op ben gevallen. Sterker nog, het klinkt alsof hij me dusdanig in de gaten heeft gehouden om deze vraag nu te kunnen stellen. Maakt hij er gewoonte van mensen in de gaten te houden? Kijkt hij graag om zich heen of heeft hij enkel mij in de gaten gehouden? Begin ik nu ook nog paranoia te worden? Ik knipper nogmaals met mijn ogen in een poging mezelf bij de les te houden en niet te verzinken in de stroom van gedachten die het bij me los maakt. Wederom lijkt hij uit mijn gezichtsuitdrukking de juiste conclusie te trekken. Hij leunt weer achterover en heft met bekertje en al zijn handen verontschuldigend op. “Oké sorry! Ik ben een beetje sociaal gehandicapt en weet mensen soms te overdonderen met… nou ja met mij. Nee, ik ben geen stalker.”
      Nou overdondert ben ik zeker en ik kan voor mezelf niet plaatsen of ik dat negatief of positief vindt. Ik open mijn mond in een poging er iets op terug te zeggen maar er schiet me niets te binnen wat ook maar enigszins nuttig is. Na drie seconden klap ik mijn kaken dus maar weer op elkaar en wend mijn blik af omdat ik zenuwachtig wordt van zijn groene ogen. Mijn blik valt op mijn horloge en godzijdank dat geeft me een uitweg. Veel haastiger dan subtiel is kom ik overeind en werp hem vanonder mijn wimpers nog snel even een blik. “Mijn college begint zo. Uhm… fijne dag verder?” Dat laatste klinkt stom genoeg vragend, alsof ik zelf niet weet of ik hem dat echt toe had willen wensen.
      Hij komt ook overeind, zijn gezicht verraad dat hij het gesprek niet op deze manier af wil ronden maar ondanks dat me dat opvalt draai ik me om en begin weg te lopen. “Ik ben echt geen stalker!” Hoor ik hem me na roepen. Ik werp nog een blik achterom om hem me met een scheef glimlachje na te zien kijken. Ik kies er voor niet meer te reageren, ik ben ook een beetje sociaal gehandicapt.

Reageer (8)

  • Culloden

    Ahw, ik heb dit verhaal echt gemist toen ik op kamp was!

    8 jaar geleden
  • Catbox

    Geweldig hoofdstuk weer (H)
    Ship ship ship shippppppp

    8 jaar geleden
  • Thuria

    Kijk, dat moment noem ik nou Het Awkward Moment Van De Week. In gelukkige gevallen dan. Soms is het Het Awkward Moment Van De Dag. Ik heb mijnes al gehad vandaag, dus ik ben veilig voor de rest van deze dag ^^

    8 jaar geleden
  • MrsNeymessi

    Samen sociaal gehandicapt zijn. xD
    Love it

    8 jaar geleden
  • Chantilly

    Ik denk dat iedereen wel in een opzicht sociaal gehandicapt is ;-)

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen